Nieuwe aflevering van het spannende misdaadfeuilleton ‘De verleden tijd van lijken’.
Door Marc van Oostendorp
“Tjongejonge!” riep Rie Veld kwaad. “We zitten hier toch niet twee dagen lang om Facebook-pagina’s te bekijken! Het is al erg genoeg dat we moeten ver-ga-de-ren!” Rie hield iedere vergadering van de opleiding minstens tien minuten op met een uitgebreide uiteenzetting van haar bezwaren tegen vergaderingen.
Met een rood hoofd drukte Wouter Pieterse inmiddels verwoed op allerlei knopjes om de tekst die er op zijn Facebook-pagina stond weg te drukken. “Je hebt gelijk, Rie”, zei hij. “Het is misschien niet nodig om hier al te veel tijd aan te besteden.”
Hij begon een langdurige toespraak over de noodzaak om wel degelijk te vergaderen. Het voortbestaan van de opleiding werd namelijk bedreigd. De faculteit moest bezuinigen en de opleiding Nederlands en Dutch was de enige taalspecifieke opleiding die er nog over was. Jarenlang was de opleiding met slechte argumenten beschermd: “wanneer je in Nederland geen Nederlands meer kunt studeren, waar dan wel?” maar inmiddels was dit natuurlijk volkomen achterhaald. In Duitsland waren ze veel beter in het organiseren van een degelijke opleiding in de Nederlandse taal- en letterkunde en steeds meer Nederlandse studenten gingen dan ook naar Duitsland.
De huidige decaan had nog wel enige sympathie voor de opleiding, maar hij had Wouter wel gewaarschuwd. “Wanneer het dossier niet tiptop in orde is,” zei hij, “en ik bedoel echt tiptop, alle 158 pagina’s van het formulier nauwkeurig bekeken en ingevuld, dan gaat het heel moeilijk worden.”
Het ‘formulier’ was een beschrijving van alle veranderingen die er plaats zouden vinden bij het omschakelen van semesters naar trimesters in het master-onderwijs. Bovendien moest voortaan in het kader van de ‘kwaliteitsbewaking’ voortaan een script van ieder college worden ingediend. “Dat hoeft gelukkig niet van minuut tot minuut,” legde Wouter uit, “een indeling in blokjes van vijf minuten schijnt voorlopig genoeg te zijn.”
Joop, de specialist in Middelnederlandse voegwoorden, nieste. “Maar waarom moet dat nu allemaal?” zei hij. “We hebben dit nu al twintig keer meegemaakt. Iedere keer een wijziging van semesters naar trimesters, en weer terug, iedere keer nog uitgebreidere cursusbeschrijvingen gemaakt. En nooit leest iemand al dat materiaal.”
“Inderdaad,” riep Rie Veld. “Wat een onzin!” Ze begon een exposé over hoe ze haar tijd wel beter kon besteden dan over deze dingen te vergaderen; ze ging daarbij eerst in detail in op alle vragen die ze volgens het formulier zou moeten beantwoorden, waarbij ze voor iedere vraag aangaf waarom dit tijdverspilling zou zijn; en daarna gaf ze een overzicht van de verschillende activiteiten die ze op datzelfde moment had kunnen ondernemen.
“Jongens,” zei Wouter ineens. “Rie. Ik voel me niet helemaal goed.”
Laat een reactie achter