Hij waagt zich hierin aan een analyse van het succes van de verhalen over Sherlock Holmes, volgens Vestdijk ‘de beroemdste aller detectives, wiens naam een klank heeft gekregen die al haast geheel buiten de “literatuur” om resoneert, zoodat hij op één lijn schijnt te staan met Benjamin Franklin, Sint-Nicolaas, Raspoetin of Napoleon’. Vestdijk komt tot de conclusie dat de detectiveverhalen rond Sherlock behoren tot het romantische verhaaltype. Hij verwijst hierbij naar de studie Het sprookje van de misdaad van E. du Perron, waarin een onderscheid wordt gemaakt tussen het (romantische) sprookjesachtige detectiveverhaal en het detectiveverhaal als ‘schaakprobleem’ dat met zuiver intellect moet worden opgelost. Ondanks Sherlock’s aversie tegen emotie vindt Vestdijk dat Sherlock toch een romantische held is, en volgens hem is dat een verklaring voor zijn populariteit.
Vestdijk en Sherlock Holmes
Door Viorica Van der Roest
Sinds Arthur Conan Doyle in 1887 over Sherlock Holmes begon te schrijven, is deze antiheld niet meer weg te denken uit de wereld van de spannende verhalen. Mensen die niet van lezen houden (die schijnen te bestaan) kennen hem meestal uit één van de bijna ontelbare Sherlockfilms of -televisieseries.
Het Engels waarin Conan Doyle schreef, is nog steeds verrassend toegankelijk en prettig leesbaar. Dus waarom zou je het, als je tenminste graag Engels leest, in vertaling gaan lezen? Ik zou eerlijk gezegd niet op dat idee zijn gekomen als ik niet pas een exemplaar van een vertaling door Simon Vestdijk voor een keurig bedragje op de kop had kunnen tikken. De aankoop gebeurde geheel vanuit bibliofiele motieven, maar als je het boek dan toch op de plank hebt staan, kun je het net zo goed ook lezen.
Vestdijk werkte aan een aantal vertalingen van Sherlockverhalen tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen het publiceren van romans er even niet in zat vanwege zijn weigering toe te treden tot de Kultuurkamer. Een vertaling van Engels werk was trouwens ook niet makkelijk te publiceren, waardoor het boek waar het hier om gaat, Avonturen van Sherlock Holmes, uiteindelijk pas in 1946 verscheen*.
Wat de uitgave van 1946 voorheeft op latere drukken, is een uitgebreide inleiding van de hand van Vestdijk.
Aan het einde van de inleiding geeft Vestdijk nog een reden voor het blijvende succes van de verhalen:
‘En dan, welk een goed verteller is Conan Doyle! Een boeiende intrige spinnen kunnen er wel meer; slechts weinig auteurs beschikken over het geheim om, al verhalende, niet in hun eigen knoopen verstrikt te raken, en in hun enthousiasme over de complicaties, die zij hebben bedacht, den lezer niet te vergeten. Geen Sherlock Holmes-verhaal is briljant geschreven in literairen zin; men mist beschrijvingskunst en impressionistische toetsen. Maar den gang van het verhaal kan men zich niet afgewogener denken; de accentverdeeling is feilloos; nooit is er sprake van overhaasting, nooit ontvangt het bijkomstige te veel nadruk, en het wezenlijke te weinig. […] Zijn personages vervullen op bescheiden, doch doeltreffende wijze de rol, die hun in deze kleine wereld is toebedeeld.’
Ten slotte nog een klein voorbeeld van de vertaalkunst van Vestdijk; het begin van het verhaal A Scandal in Bohemia dan maar. Eerst de Engelse tekst (uit de versie van het Gutenberg-project):
To Sherlock Holmes she is always thewoman. I have seldom heard him mention her under any other name. In his eyes she eclipses and predominates the whole of her sex. It was not that he felt any emotion akin to love for Irene Adler. All emotions, and than one particularly, were abhorrent to his cold, precise but admirably balanced mind.
In de woorden van Vestdijk:
Voor Sherlock Holmes was en bleef zij altijd devrouw. Zelden heb ik hem haar anders hooren noemen. In zijn oogen stelde zij alle andere vrouwen in de schaduw. Denk niet, dat hij voor Irene Adler iets voelde, dat op liefde geleek. Alle aandoeningen, en vooral deze, waren vreemd aan zijn koele, verstandelijke natuur.
En vergelijk dat nu eens met een recente vertaling die op internet te vinden is:
Voor Sherlock Holmes blijft ze altijd de vrouw. Ik heb hem zelden een andere naam horen gebruiken. In zijn ogen staat ze ver boven alle leden van haar eigen sekse en overschaduwt ze hen op een verpletterende manier. Het was niet zo dat hij verliefd was op Irene Adler of enige emotie voor haar voelde. Alle emoties, en die ene in het bijzonder, konden alleen maar rekenen op afschuw in zijn koude, precieze maar voortreffelijk uitgebalanceerde geest.
Natuurlijk veroorlooft Vestdijk zich wat vrijheden in zijn vertaling, maar in essentie laat hij niets weg (en ik vind zijn versie eerlijk gezegd prettiger lezen dan de trouwe woord-voor-woord-vertaling).
Vestdijk vertaalde nog meer werk van Conan Doyle, en er zijn van deze vertalingen ook enkele herdrukken verschenen. Sommige uitgaven zijn nog antiquarisch verkrijgbaar.
* Bron: Wim Hazeu, Vestdijk. Een biografie. Amsterdam, De Bezige Bij, 2005.
Anoniem zegt
De titel van de internetvertaling is 'Een schandaal in Bohemië'. Dan hoef je eigenlijk al niet meer verder te lezen. Het zou eerlijker zijn om de vertaling van Vestdijk te vergelijken met die in 'De complete avonturen van Sherlock Holmes'(deel 2) uit 2003.
Viorica Van der Roest zegt
Natuurlijk zijn er nog veel meer mooie (en minder mooie) Nederlandse vertalingen van dit verhaal, en het zou inderdaad interessant zijn om daar de Vestdijkvertaling ook eens naast te leggen. De genoemde vertaling van 2003 heb ik niet gelezen, dus ik weet niet hoe die zich verhoudt tot die van Vestdijk. Ik vond de vertaling die op internet te vinden is interessant vergelijkingsmateriaal, omdat deze zo letterlijk is, en daarom mooi contrasteert met wat Vestdijk doet: niet de woorden letterlijk vertalen, maar wel de bedoeling heel duidelijk overbrengen.
Wim zegt
Ik las ooit een vertaling door Vestdijk van The strange case of Dr Jekyll and Mr Hyde van Stevenson en die vond ik eerlijk gezegd maar matig. Zo werd een Engelse woordspeling in een voetnoot uitgelegd, wat in fictie hoogst ongebruikelijk is.
Willem Huberts zegt
Citaat: 'Vestdijk werkte aan een aantal vertalingen van Sherlockverhalen tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen het publiceren van romans er even niet in zat vanwege zijn weigering toe te treden tot de Kultuurkamer.' Nou… het lag toch even anders. Vestdijk werd in mei 1942 als gijzelaar geïnterneerd in Sint-Michielsgestel. Hij wilde die gijzeling zo snel mogelijk beëindigd zien en liet daarom in het najaar van 1942 weten in ruil voor vrijlating zich te willen aanmelden bij de Kultuurkamer. In februari 1943 wordt Vestdijk inderdaad vrijgelaten en de maand daarop heeft hij een gesprek met Hans Klomp (leider van het Letterengilde van de Kultuurkamer) over hoe te handelen inzake Vestdijks aanmelding. Vestdijk beschouwde zichzelf na dat gesprek als aangemeld. In Nederland publiceerde hij tijdens de Tweede Wereldoorlog na februari 1943 nog slechts illegaal en/of clandestien. In Duitsland verscheen in 1944 zijn nieuwe roman 'Irische Nächte' die pas in 1946 in het Nederlands het licht zag. Zie: Willem Huberts, 'Vestdijk en de Kultuurkamer' in 'Vestdijkkroniek' december 1987 en Wim Hazeus biografie van Vestdijk.
Viorica Van der Roest zegt
De zin uit mijn tekst die u citeert, is geparafraseerd naar de biografie van Hazeu, zoals ik ook aangeef in een noot. De betreffende passage staat op p. 321-322. Ik ben op de hoogte van de gebeurtenissen uit 1942 en 1943 die u noemt, maar het ging mij hier om de beslissing van Vestdijk om meer vertaalwerk op zich te nemen vanaf het begin van de oorlog, omdat hij aanvankelijk weigerde zich aan te melden voor de Kultuurkamer. Misschien had ik dat iets nauwkeuriger kunnen formuleren.
In de biografie van Hazeu wordt overigens een genuanceerder beeld geschetst van de internering en vrijlating van Vestdijk dan u hier geeft.
Willem Huberts zegt
Het staat iedereen natuurlijk vrij een zo genuanceerd mogelijk beeld van de feiten te geven als maar gewenst wordt. Daarmee blijven de feiten wat zij zijn: Vestdijk werd geïnterneerd, wilde die internering beëindigen en toen hem bleek dat de schrijvers Nijhoff en Van der Woude en zijn pro-Duitse vriend Godthelp geen bezwaren hadden tegen zijn aanmelding bij de Kultuurkamer, was hij akkoord met aanmelding bij de Kultuurkamer in ruil voor vrijlating uit de internering. Dat liet Vestdijk de kampcommandant Schmidt weten. Daarop volgde na enige tijd zijn invrijheidsstelling.