Nieuwe aflevering van het spannende misdaadfeuilleton ‘De verleden tijd van lijken’.
Door Marc van Oostendorp
“Heus, mensen,” zei prof. dr. W. Pieterse, hoogleraar Financiële Letterkunde met een lichtblauw gezicht. “Ik ben geheel en al hersteld. Maak je over mij geen zorgen. Ik kan de vergadering nu voorzitten. Het is bekend uit computersimulaties dat van de mensen die een dergelijke kleine attaque hebben, een significante meerderheid het overleeft.”
“Maar Wouter,” zei Rie Veld. Ze maakte haar zin echter niet af toen ze de blik zag die hij in haar ogen had: een ijskoude blik die ze niet van hem gewend was. Ook de anderen zagen dat er iets met hun leidinggevende gebeurd was waardoor ze hem beter niet konden tegenspreken.
“Dan verzoek ik u nu allen plaats te nemen,” zei Pieterse. “We hebben geen tijd te verliezen! We moeten de zaken eens goed reorganiseren.”
Joop, de specialist in middelnederlandse voegwoorden, nieste, maar verder bleef iedereen ijzig stil, terwijl Pieterse uit zijn binnenzak een stropdas haalde en deze omdeed, zijn laptop openklapte en deze aansloot op de beamer.
Joop, de specialist in middelnederlandse voegwoorden, nieste, maar verder bleef iedereen ijzig stil, terwijl Pieterse uit zijn binnenzak een stropdas haalde en deze omdeed, zijn laptop openklapte en deze aansloot op de beamer.
“Ik denk dat we eens kritisch naar onze organisatie moeten kijken,” zei hij. “We zitten hier natuurlijk niet voor onze hobby’s, hoe belangrijk dat gedoe met dode schrijvers en al even dode lidwoorden, ongetwijfeld is. De maatschappij verlangt meer van ons, of we dat nu leuk vinden of niet. We moeten minstens opbrengen wat we kosten.”
Hij vouwde zijn handen tegen elkaar en keek zijn medewerkers indringend aan. “Hoe brengen we geld op? Volgens de huidige universitaire verdienmodellen vormen de afgeleverde studenten de belangrijkste bron. Of we dat nu leuk vinden of niet. We zullen dus meer studenten moeten trekken, en die studenten binnen 3 jaar naar een bachelor-diploma moeten geleiden. Ik zou dat natuurlijk ook graag willen doen met partikeltjes en Van Foquenbroch, maar wie realistisch is, moet toegeven: dat gaat ons niet lukken. Ik heb daarom een PowerPoint gemaakt met een beter organogram.”
“Mijn hemel, Wouter!” riep Femke Nooitgenoeg uit. “Ik dacht dat je zou stikken, dat je dood zou gaan. Maar er is iets veel erger gebeurd: je bent een manager geworden.”
Prof. dr. Pieterse keek zijn postdoc ijskoud aan. “Ja, juffrouw Nooitgenoeg,” zei hij. “Of we dat nu leuk vinden of niet.”
Laat een reactie achter