In haar proefschrift Alsof het woord geen actie is. Hugo Claus en het engagement in de jaren zestig neemt Sarah Beeks het geëngageerde schrijverschap van Hugo Claus in de jaren zestig onder de loep. Schrijven of schieten? In de als revolutionair en turbulent gedoodverfde sixties bepaalde dit dilemma ook de literaire agenda in de Lage Landen. Allerlei sociale en politieke gebeurtenissen inspireerden en motiveerden vele schrijvers om écht actie te ondernemen in plaats van aan de zijlijn literatuur te bedrijven. Tegelijkertijd waren veel auteurs huiverig om hun werk en schrijverschap in dienst te stellen van de maatschappij en huiverden zij al helemaal voor een gewapend verzet dat indertijd sterk tot de verbeelding sprak.
Vanaf begin jaren zestig begon hij steeds vaker zijn rol als schrijver ter discussie te stellen. Enerzijds voelde hij de behoefte om zich geëngageerd te tonen en om in zijn werk rekenschap te geven van prangende actuele kwesties of maatschappelijke missstanden. Anderzijds bleef hij zijn onafhankelijkheid en (politieke) ongebondenheid als schrijver steeds benadrukken en had hij bovendien zo zijn twijfels over literair protest. En dus bleef Claus worstelen met zijn beoogde engagement: ‘Moet ik al mijn tijd geven aan de politiek, hoewel ik van mezelf weet dat ik in de politiek eerder een warhoofd ben dan een denker, of moet ik me alleen bezig houden met wat ik kan.’
Laat een reactie achter