‘Van oude menschen…’ vertaald in het Esperanto
Zolang er mensen zijn die Couperus in het Esperanto vertalen, vind ik dat we in een fijne wereld leven. In Rijswijk woont de internationaal bekende Nederlandse schrijver en vertaler Gerrit Berveling. Tientallen titels vertaalde en schreef hij, naast zijn werk als leraar klassieke talen en Italiaans en als Remonstrants dominee. Hij vertaalde vooral het Nieuwe Testament, en allerlei werken van klassieke Romeinse schrijvers zoals Horatius, Tertullianus en Seneca en moderne Nederlandse schrijvers zoals Mulisch, Warren en Carmiggelt.
Vele, vele avonduren moet dit lid van de gezaghebbende Akademio de Esperanto hebben besteed om zijn favoriete schrijvers om te zetten voor een klein publiek – dat van de letterlievende esperantisten.
Nu is bij de New Yorkse uitgever Mondial een nieuwe vertaling verschenen: Pri maljunuloj, la aĵoj kiuj pasas. Eerder vertaalde hij Noodlot (Fatalo) en een verzameling korte verhalen.
Deze roman verschijnt in een serie met ‘boeken uit oost en west’ en heeft een voorwoord van Pri maljunuloj is van de Indische taalwetenschapper Probal Dasgupta. In het Esperanto begint het boek als volgt (hier staat ter vergelijking het origineel):
La profunda basvoĉo de Steyn sonis tra la vestiblo.
– Venu Jack, venu hundo, venu do kun la mastro! Ĉu vi venas? La gaja bojado de la terhundo eĥis supren, kaj suben laŭ la ŝtuparo rapidis ĝia entuziasme hasto, kvazaŭ ĝi stumblus je la propraj piedoj.
– Ho tiu voĉo de Steyn! siblis panjo Ottilie inter la dentoj, kaj ekkolere ŝi turnadis paĝojn en sia libro.
Dat is mooi gedaan met geraffineerde subtiliteiten die mogelijk gemaakt worden doordat het Esperanto een uitgebreid morfologisch systeem heeft (ekkolere is de inchoatief van kolere en betekent ‘aan het begin van de boosheid’, turnadis geeft aan dat er vele bladzijden worden omgeslagen). Misschien is voĉo de Steyn (wotsjo de Stein) iets minder makkelijk te sissen dat stem van Steyn, maar meer kan ik er niet tegenin brengen.
Het moet een mooi leven zijn. Vertalen is een heel intensieve manier van lezen. Ik stel me voor dat je daar niet eens veel lezers meer voor nodig hebt – je kunt heel genoeglijke uren alleen doorbrengen, alleen met Couperus en je gevoel voor taal.
Laat een reactie achter