Een van de eigenaardige aspecten van het rapport over de fraudulente antropoloog Mart Bax, is dat het een poëtische titel gekregen heeft: Draaien om de werkelijkheid. De ondertitel van het rapport is veel duidelijker: Rapport over het antropologisch werk van prof. em. M.M.G. Bax. Waarom heeft de commissie het daar niet bij gelaten?
De titel is waarschijnlijk dubbelzinnig bedoeld – ja, ja, het draait in de wetenschap allemaal om de werkelijkheid! Maar Bax die draaide er zo’n beetje omheen! Maar in de eerste plaats vind ik zo’n dubbelzinnigheid een beetje frivool voor zo’n ernstige kwestie. In de tweede plaats verwijst natuurlijk nooit iemand naar de titel van zo’n rapport (dat heet gewoon het rapport-Baud, naar de voorzitter). En in de derde plaats lijkt mij niet zozeer de zaak dat Bax om de werkelijkheid heendraaide, maar dat hij er zich minder van aantrok dan van zijn carrière.
Natuurlijk: het kan altijd nog slechter.
Sommige websites gaven bijvoorbeeld als kopje boven het nieuwsbericht: ‘VU-professor Mart Bax verzon nog meer dan Diederik Stapel’. Dat is onzin, want verzinsels zijn niet kwantificeerbaar (vijf aggressieve vleeseters voor een slachtoffer van een kleine oorlog in Kroatië).
Bovendien gaat die vergelijking met Stapel mank, en juist daardoor zetten de twee zaken elkaar in een ander licht. Bij Stapel was het verhaal dat de onderlinge competitie en publicatiedruk een grote rol speelden: volgens Stapel zelf was dit zelfs de voornaamste reden waarom hij had gefraudeerd. In het geval van Bax zegt de VU nu juist dat het allemaal gebeurd is in een tijd dat hoogleraren min of meer ongecontroleerd hun eigen gang konden gaan en niemand ze naging.
Dat laat zien dat beide verklaringen niet kloppen: of er nu te weinig onderlinge controle is, of juist te veel onderlinge druk, gefraudeerd wordt er toch, door een enkeling.
Een overeenkomst tussen beide gevallen lijkt mij dat beide wetenschappers gemankeerde schrijvers waren. Over Bax valt in het rapport te lezen dat hij zich als een leerling van Elias beschouwde en daarom soms nuances wegliet waar deze de leesbaarheid zouden schaden. Stapel manifesteert zich de laatste tijd ook als fictieschrijver. Beiden hebben de verleiding niet kunnen verstaan om op eigen houtje een verhaal te gaan vertellen en zich daarbij van de toevallige feiten niet zoveel aan te trekken.
De kwestie is daarbij ook niet zo gemakkelijk op te lossen als door terug te keren naar vroeger tijden, of juist het verleden achter ons te laten.
Je zou kunnen zeggen dat een wetenschapper twee kwaliteiten moet hebben: volkomen trouw zijn aan de gegevens, en enige fantasie hebben om boven die gegevens te gaan staan. De twee fraudeurs hebben allebei teveel toegegeven aan die laatste neiging, zoals de auteurs van het rapport-Bax aan de neiging tot een poëtische titel. Wat mij betreft worden ze daar allebei eigenlijk nog te weinig voor gestraft. Maar interessant is eigenlijk ook wel dat de ómgekeerde kwaal – alleen maar gegevens verzamelen en daar eigenlijk nooit een idee over formuleren – helemaal niet als een overtreding wordt gezien.
Gaston Dorren zegt
Wie alleen maar gegevens verzamelt en daar geen idee over formuleert, is waarschijnlijk goed bruikbaar in een onderzoeksteam, als plukker van de cacaobonen waar een ander dan chocola van mag maken. Maar dan schop je het toch niet tot hoogleraar, mag ik aannemen? Of zie jij zulke hoogleraren wél om je heen?
Marc van Oostendorp zegt
Je zou inderdaad kunnen denken dat zo iemand nog niet eens een artikel gepubliceerd krijgt, en op die manier gestraft wordt. Maar afgezien van wat ik al dan niet om me heen zie lijkt het mij dat je zulke figuren toch ook wel tegenkomt.