Daar moet je bij Paul niet mee aankomen.
“Zelf lees ik gedichten in het boek dat de schrijver in handen heeft gehad,” schrijft hij. “Dat geldt voor de zeventiende-eeuwers en vooral voor de negentiende-eeuwers. (…) Als je eerste drukken bekijkt van Paul Verlaine en Robert de Montesquiou (…) gaat er een wereld voor je open.”
Ik ben geen dyslecticus, geloof ik, maar ik lees sinds een jaar of twee toch heus af en toe een boek op mijn telefoon. Dat zijn weliswaar bij voorkeur boeken die niet vreselijk ingewikkeld zijn, boeken met een stijl die rechttoe-rechtaan is, en een verhaal dat ook niet al te ingewikkeld is. (Momenteel lees ik De Waarheid en het Koninkrijk op die manier, in de verloren momenten in de lift en op het treinstation. )
De verklaring waarom de dyslectici prettiger van een scherm lezen is dat ze zo kortere regels hebben en minder worden afgeleid. Op de een of andere manier lijkt dat te werken, terwijl dat voor Paul Dijstelberge niet zo is. Wat Paul daar zelf over zegt, maakt de verwarring bij mij alleen maar groter:
Ovink heeft (…) een belangrijk proefschrift over (typografie) geschreven waarin hij laat zien dat de ervaring van Marc uitzonderlijk is. Voor de meeste mensen moet de vorm van de tekst (en daar bedoel ik zowel de vorm van de letter als de lay-out mee) bekend zijn, willen ze de tekst kunnen appreciëren.
Ik begrijp daar niets van. Waar zijn nu de vorm van de letter en de lay-out meer vertrouwd dan juist op mobiele instrumenten? Ieder boek dat je leest ziet er precies hetzelfde uit, je hoeft nooit te wennen aan een nieuw boek, je bent eigenlijk doorlopend in hetzelfde boek aan het lezen. Ik vind het zelfs eerder een nadeel van digitale boeken dat ze zo gelijkvormig zijn, ik zou soms wel wat meer variatie willen.
Het verschil zit hem dan ook denk ik eerder in die ‘eerste drukken van Verlaine en Montesquiou’. Zulke dingen hebben mij eerlijk gezegd nooit geïnteresseerd, ook niet in de tijd dat ik nog wel papieren boeken las. Wanneer ik Paul goed begrijp, is zijn manier van lezen veel lichamelijker, veel directer, veel zintuigelijker dan de mijne. Vandaar die hang naar verzorgde typografie, waarbij iemand zijn best heeft gedaan ervoor te zorgen ‘dat de lezer de bladzij niet meer ziet maar direct doordringt tot de betekenis van de tekst’. Zijn zinnelijkheid zit hem soms in de weg.
Ik mis die hele dimensie van het lezen. Het voordeel is dat ik de bladzijde eigenlijk nooit zie en dus misschien wel makkelijker doordring tot die betekenis. Het nadeel is dat ik een hele dimensie van ervaringen mis.
Laat een reactie achter