Leven is oordelen. De hele dag is de mens bezig om zo’n beetje alle aspecten van andere mensen aan esthetische keuring te onderwerpen: hun kleding, hun haardracht, hun nieuwe tas, hun kinderen, hun auto. En ook hun taal. Wie spreekt er mooi Nederlands? Hoe kun je dat bepalen? Wat voor criteria gebruiken mensen in het dagelijks leven?
Een wetenschappelijk artikel dat ‘De schoonheid van taal‘ heet, dat kan een mens niet lang ongelezen laten. Het is geschreven door Britt Latour, Roeland van Hout en Stefan Grondelaers. staat in het nieuwste nummer van Taal en Tongval.
Uit hun onderzoek blijkt dat Nederlanders uit alle regio’s het wel zo’n beetje eens zijn over wat er mooi Nederlands is: de manier waarop hartelijke, hoogopgeleide leidinggevenden spreken.
De onderzoekers legden proefpersonen uit verschillende plaatsen in Nederland geluidsfragmenten voor van sprekers uit dezelfde en uit andere plaatsen. Vervolgens werd hun gevraagd hoe ‘mooi’ de spreker sprak, en daarnaast moesten ze de persoon van de spreker beoordelen: hoe energiek was hij? Hoe spontaan? Hoe hartelijk en hoe intelligent? Sprak hij als een rechter of een diplomaat?
De onderzoekers verdeelden die laatste vragen in twee categoriën: vragen naar de aantrekkelijkheid van de persoon (dat gaat dus over diens energie en spontaniteit), en vragen over diens status (dat gaat over diens mogelijke beroep en opleiding).
Vervolgens bleek dat het antwoord op de vraag hoe mooi de taal was, de meest informatieve was. Hoe mooi je iemands taal vindt blijkt een heel sterke relatie te vertonen met hoe aantrekkelijk je de persoon vindt én hoe hoog je diens plaats op de maatschappelijke ladder inschat. Dit gold voor proefpersonen uit de twee regio’s die werden onderzocht (Limburg en de Randstad) in ongeveer gelijke mate.
Het onderzoek geeft daarmee nieuw bewijs voor de stelling dat de schoonheid van een accent weinig te maken heeft met enig aspect van dat accent zelf. Het is altijd een projectie van de veronderstelde eigenschappen van de sprekers van die taal. Jonge, knappe, rijke mensen spreken prachtig; oude, lelijke, arme mensen hebben een vreselijk accent.
Miet Ooms zegt
Het doet met denken aan hetgeen prof. Guido Geerts vertelde toen ik in mijn eerste jaar Germaanse Talen zat. Hij had het over een onderzoek, waarbij mensen die geen Grieks kenden diverse fragmenten te horen krijgen, afkomstig uit verschillende regio's van Griekenland (landelijk, stedelijk, kust), met onder meer de vraag om aan te geven hoe 'mooi' ze die taal vonden. Dezelfde test werd uitgevoerd met mensen die wel Griekstalig waren en die dus konden inschatten waar de fragmenten gesitueerd moesten worden. Resultaat: de Griekstaligen waardeerden de stadstalen systematisch hoger in dan de landelijke taalvarianten. Bij de Grieksonkundigen was er geen verschil, daar werden alle fragmenten ongeveer gelijk gewaardeerd. Zelfde conclusie dus, een taal is zelden intrinsiek 'mooi', of 'mooier dan een andere taalvariant', de waardering ervan wordt heel sterk beïnvloed door de kennis over de sprekers van die taal(variant).
Miet Ooms zegt
Het zou dus wel de moeite waard zijn om dit onderzoek ook op die manier uit te breiden: dezelfde fragmenten voorleggen aan mensen die absoluut Nederlands-onkundig zijn en dezelfde vragen stellen 🙂
Anoniem zegt
Dit conclusie van dit artikel zegt niets over de schoonheid van taal maar alles over het oordeel door wie die taal gebruikt wordt. Zolang het begrip wetenschap verkeerd wordt opgevat hechten velen er waarde aan. Schoonheid van taalgebruik heeft niets met tongval te maken maar met doorleefd uitgesproken indrukken die mooi op de hoorder overkomen. De eind zin van dit betoog trekt dan wel de aandacht maar op een negatieve manier. Misschien zou een dergelijk onderzoek door blinde mensen een stuk beter uitpakken. Die zijn sowieso veel gevoeliger voor taal nuances.