“Leg nu onmiddellijk de Telegraaf neer!” Wie weleens boos iets heeft geroepen tegen zijn hond, weet dat Fikkie op dat moment ineenkrimpt. Hoe kan dat? Kunnen honden menselijke taal verstaan? Nieuw onderzoek van de vorig jaar in Nijmegen gepromoveerde Hongaar Attila Andics laat zien dat er in zijn brein iets gebeurt dat lijkt op hoe de menselijke hersenen op gemopper reageren.
De onderzoekers legden honden én mensen onder de scanner en lieten ze naar opnamen luisteren van honden en mensen in verschillende omstandigheden. Sommige van de resultaten zijn niet zo verrassend: honden herkenden bijvoorbeeld hondenemoties dan mensenemoties en bij mensen was het omgekeerd.
De kern van de bevinding is wel nieuw: het is, mutatis mutandis, hetzelfde hersengebiedje dat oplicht bij Fikkie als bij jou en mij. (Ik ga er nu even voor het gemak vanuit dat honden Neder-L niet lezen.)
Biologische informatie
Voor zover ik kan zien, hebben Andics en de zijnen niet speciaal hun best gedaan om experimenten te doen met mensen en honden die nog nooit met het andere diersoort te maken hebben gehad. We weten dus niet precies in hoeverre ze van nature op de emoties van de andere soort reageren, en in hoeverre ze dat in de loop van hun leven hebben geleerd.
Het zou mij niet verbazen als honden die nog nooit een mens gezien hebben, toch menselijke emoties herkennen. De hond is, zou ik denken, lang genoeg bij de mens, en al die tijd heeft die soort er belang bij om op te kunnen pikken wat het baasje wil. Een hond die niet ‘wil luisteren’, of die dat niet kon leren, had waarschijnlijk minder kans om een ‘goede hond’ te zijn, en werd er daarom door de mens in een soort versnelde evolutie uitgepikt.
Dat honden ook echt kunnen verstaan wat het baasje zegt, is met Andics’ experiment natuurlijk ook niet aangetoond. Wij mensen zenden iedere keer als we praten minstens drie signalen tegelijkertijd uit. In de eerste plaats is dat de zakelijke inhoud van wat we zeggen (in ons geval een mededeling over wat er volgens de baas met de Telegraaf moet gebeuren). In de tweede plaats is dat allerlei informatie over de sociale status van de spreker (het bekakte accent laat horen dat we hier te maken hebben met een welgestelde vijftiger). In de derde plaats is dat biologische informatie (het volume laat horen dat dit een grote man is, die behoorlijk kwaad is).
Hersengebiedje
Wij mensen pikken alle drie die signalen moeiteloos tegelijk op. Honden doen dat tot op zekere hoogte met de derde stroom. Over de eerste twee zegt dat niets, en er zijn weinig aanwijzingen dat ze heel veel van de eerste laag begrijpen, laat staan van de tweede.
Waarom gebruiken ze daarvoor nu hetzelfde hersengebiedje? Dat is ook niet heel verbazingwekkend: mensen en dieren zijn allebei sociale zoogdieren en onze hersenen zijn dus waarschijnlijk sowieso ongeveer op dezelfde manier georganiseerd. Dat betekent dat er bepaalde gebiedjes zijn waar je bepaalde soorten informatie handig kunt opslaan.
In dit geval gaat het om een gebied dat enerzijds niet al te ver zit van de plaats in de hersenen waar geluiden binnenkomen, en dat anderzijds nauw verbonden is aan het gebied waar we bijhouden wie er ook weer hip en cool is en hoe die persoon over ons denkt. Wanneer we dingen leren, slaan we ze op de beste plek op – een plek die zo dicht mogelijk zit bij de gebieden waarmee hij moet samenwerken. Dat vraagstuk heeft dus min of meer dezelfde oplossing bij Fikkie als bij zijn baasje.
Laat een reactie achter