‘Mensen,’ zei prof. dr. W. Pieterse, hoogleraar Financiële Letterkunde, ‘Ik heb goed nieuws! We gaan verhuizen! En wel naar het prachtigste pand van deze universiteitsstad.’
Joop niesde en Rie Veld sperde haar ogen open. ‘Het voormalige garnizoensmuseum!’ riep W. Pieterse verrukt uit. ‘Door bezuinigingen heeft dat de poorten moeten sluiten! Een uitstekende plek voor ons! Er is bijvoorbeeld een zeer imposante vergaderzaal beschikbaar! Moet je eens voorstellen: dan kunnen we daar onze internationale gasten ontvangen.’ Omdat zijn brillenglazen beslagen waren van emotie, nam hij het hippe montuur in de hand en een doekje in het andere om zijn bril goed schoon te vegen.
‘Het is een prachtig plan,’ zei de boomlange promovenda Sophia, die net als W. Pieterse door een geheimzinnig virus in een manager veranderd was. ‘En het is ook heus geen bezuiniging. Sterker nog, met bezuinigingen heeft het niets te maken! De motivatie is puur inhoudelijk. Dat garnizoensmuseum kunnen we immers niet leeg laten staan.’
‘Ik wil best geloven dat het met bezuinigingen niks te maken heeft,’ zei Rie. ‘Ik heb in de krant gelezen dat het zelfs geld gaat kosten. Dat het museum meer geld gaat kosten dan waar we nu zitten.’
Ineens zakte Pieterse achterover in zijn stoel. ‘Ik vind het ook niet leuk,’ zei hij. ‘Maar het is inderdaad waar dat de huur van onze huidige locatie ineens gehalveerd is. Het is crisis hè. En daardoor is de operatie niet helemaal meer budgetneutraal meer.’
‘Maar moet je je eens voorstellen!’ onderbrak Sophia hem. ‘In die vergaderzaal kunnen we ook kleine workshops organiseren! Daar kunnen we dan internationale gevestigde namen uitnodigen. Slavoj Zizek! Bernard-Henri Lévy! Alan de Botton! Bernard Wientjes!’
‘Wat hebben die met neerlandistiek te maken?’ Rie was ondanks zichzelf oprecht verbaasd.
‘Je moet dat ruim zien. We moeten los van die enge hokjesgeest, Rie. Het spijt me, ik vind dat ook niet leuk.’ Ook Sophie zakte nu, in navolging van haar baas, achterover. ‘Ik zou ook liever gewoon mijn onderzoek blijven doen naar de geschiedenis van het Koningslied, lekker veilig in mijn eigen niche. Maar dat kunnen we ons tegenwoordig niet meer permitteren. We moeten laten zien dat we relevant zijn, dat we het verschil maken.’
‘Het gaat jammer genoeg inderdaad wat geld kosten,’ zei Wouter. ‘Maar we krijgen er ook een hoop prestige voor terug. Uiteindelijk gaat dat ons helpen bij de geldschieters.’
Laat een reactie achter