Door Marc van Oostendorp
Een paar medewerkers van Maarten Koning vinden ergens, diep, diep in Het Bureau, een oud nummer van Vrij Nederland met een interview met A.P. Beerta. “Daar word ik ook in genoemd,” zegt Maarten. De medewerkers lezen het artikel aandachtig, maar zien nergens Maartens naam. Tot hij ze wijst op de zin: “Zelfs een groot geleerde als Beerta zit niet alleen op een kamer.”
Ik moest aan dat verhaal denken toen NRC Handelsblad deze week kopte: NIOD gaat toch niet op in groot instituut en de Volkskrant: NIOD gaat niet op in mega-instituut.
Er zouden zes instituten worden samengevoegd in het Tropeninstituut, en dat gaat niet door. Dat is het verhaal. Maar zes helden, dat zijn er kennelijk te veel voor een lekker vervolgverhaal.
In plaats daarvan is er een beter verhaal: één instituut wordt samengevoegd met vijf anderen, die samen alleen maar een moeilijk te beheersen, duister bos vormen, een in sombere tinten geschilderd bordkartonnen decor waar de nobele held in verloren dreigde te gaan. Dat is dan nu gelukkig voorbij.
Het is begrijpelijk dat de medewerkers van het NIOD er zo over hebben gedacht. Ik heb zelf ook weleens gedacht dat het Meertens Instituut, een van die donkere dreigende bomen in het bos waar ik toevallig werk, zou opgaan in een mega-instituut. Maar kennelijk heeft het verhaal van het NIOD gewonnen boven dat van het Meertens Instituut: ze hebben daar een heel goede PR-afdeling en een sterke politieke lobby. Ik neem aan dat het betekent dat het NIOD veel bekender is dan de andere instituten, een aannemelijker held in het donkere bos. Dat is een vreemde gewaarwording wanneer je jezelf altijd als held zag, maar er valt best mee te leven.
En nu gaat die held dus het donkere bos verlaten en wij blijven alleen achter als bomen onder mekaar! Het is alsof Beerta er niet meer is, en een lege kamer achterlaat waar Maarten Koning nog even een stukje in zijn dagboek schrijft.
Laat een reactie achter