‘Geen zin in grammatica? Dan maak je maar zin!’ Het staat gisteren boven een opiniestuk van Martin Slagter in de Volkskrant. Slagter werkt al heel lang in het onderwijs, en schrijft ook al lang opiniestukken. In zijn intro brengt hij al de verbluffend vernieuwende boodschap: ‘Alleen door middel van het onderwijs kunnen we de schrijfvaardigheid van jongeren verbeteren’ en daarna is het in zijn stuk een herhaling van zetten. Maar erger: Slagter vertelt maar de halve waarheid.
Noem mij één docent die wil dat studenten of scholieren slechter schrijven. We willen allemaal beter lezende en schrijvende studenten, in elk onderwijstype. Maar wie het opiniestuk van Slagter leest, ontdekt eigenlijk geen oplossingen. Slagter schrijft veel over rampspoed en onheil, en doet ook de bekende ‘vroeger’-uitdrukking. Dat doet hij ongefundeerd, overigens.
De aanleiding vormt het nieuws dat hbo-studenten gemiddeld 81 fouten maakten in een tekst van één A4 van 500 woorden, onderdeel van een promotieonderzoek van Anouk van Eerden en Mik van Es. Slagter legt niet de methode van dat onderzoek uit. Dat is namelijk nogal wat ingewikkelder en minder sexy dan het lijkt; men leest daarvoor het 500 pagina’s tellende onderzoek van Van Eerden en Van Es. Dat het bijvoorbeeld om een simpel dicteetje gaat, klopt niet.
Dan even naar dat mythische vroeger. Slagter stelt dat mbo’ers 25 jaar geleden een ‘zakelijke brief’ moesten schrijven ‘bij hun examen’, waar de norm strenger was. Slagter: ‘De norm voor spelling en stijl bij dat examen: bij 10 of meer fouten was de brief onvoldoende. Foutieve werkwoordsvormen telden dubbel. Een mbo’er van toen kon zich maximaal vijf foutieve werkwoordsvormen in zijn brief veroorloven.’ En dan legt Slager uit dat het anno 2014 aan de rechtenfaculteit van een grote Nederlandse hogeschool een stuk milder is. ‘Een hbo’er van nu kan zich in zijn brief dus meer dan twee keer zoveel fouten veroorloven als een mbo’er van 25 jaar geleden.’
De ‘dus’ is hier nogal snel geformuleerd. Een scoremodel van een examen op een opleiding tot mondhygiënist kan ook afwijken van een scoremodel van een vak op een academische opleiding van tandarts. Maar belangrijker: ik wil met alle liefde en toewijding geloven dat die regels golden, maar waar komen de regels vandaan en welk mbo-examen bedoelt Slagter toch, van 25 jaar geleden? 1989 dus? Maar welk mbo-niveau? Boeiend. Voor mbo-4 opleidingen moeten studenten pas vanaf 2014-2015 (Nederlands) en 2015-2016 (rekenen) verplicht centrale examens afleggen. Ik zeg niet dat Slagter het verzint, maar duidelijk is hij niet.
Dan nog even naar dat promotieonderzoek van Van Eerden en Van Es, door Slagter zelf aangehaald. Van Eerden en Van Es schrijven ook dat in 1917 al geroepen werd dat de jeugd niet meer ‘dragelijk kan schrijven’. Een ander stelde in 1932 al ‘dat “een jongmens niet in staat blijkt een simpel briefje of verslagje zonder fouten te schrijven”‘. Weer een ander beklaagt zich in 1941 over studenten die ‘niet in staat bleken om te schrijven zonder ernstige taal- en stijlfouten.’ En, concluderen de wetenschappers nu, ‘de situatie in de tachtiger jaren lijkt eveneens op die van nu.’
In zijn hele artikel komt Slagter niet met duidelijke oplossingen. De man moet zelf een uitverkorene zijn, een zendeling, want hij snapt het gelukkig wel. De rest zit er naast. Zijn aanbevelingen (dus geen oplossingen!) zijn als volgt verwoord:
‘Alleen door middel van het onderwijs kunnen we de schrijfvaardigheid van jongeren verbeteren.’ (Joh!). ‘Geef meer en beter Nederlands, door goede en voldoende opgeleide docenten’. (Wat is beter Nederlands, wat is een goede docent? Wat is voldoende opgeleid?) ‘Durf eisen te stellen en streng te beoordelen’ (een opleiding mét eisen, toe maar! Dat we daar nog niet aan dachten!).
‘Laat zien hoe leuk het is om een eigen schrijfstijl te ontwikkelen en je gedachten helder en aantrekkelijk onder woorden te kunnen brengen. (Nog steeds heel veel wát, maar niet hoe.)
Een greep uit het krantenarchief van Slagters stukken van de afgelopen jaren uit Trouw en Volkskrant, van nu, teruglopend tot voor de millenniumwisseling:
‘Het weren van mbo’ers helpt kwaliteit hbo niet.’
‘Helaas is schaamte voor mbo-opleiding terecht.’
‘Jongeren zijn zo gelukkig omdat ze niet hoeven leren.’
‘Leerling kan niet klimmen als leraar niets weet.’
‘Een boek lezen moet je wel kunnen.’
‘Er is een weekdiercultuur in het Nederlandse onderwijs geslopen’
‘Taalvaardigheid jongeren is erbarmelijk.’
‘Taal verandert, dan maar geen les’
‘Tweedegraadsdocent heeft niets te zoeken in het hbo’
‘ De ellende van het hbo begint al bij het mbo’
‘Studenten hbo niet klaar voor internet’
‘ Van opleuken wordt onderwijs niet beter; Het nieuwe leren.’
‘Het Nieuwe Leren is niets voor taallessen.’
‘Leren terecht niet zo leuk als rondhangen’
‘Docenten moeten weer met gezag leren spreken’
‘ Computers en Internet verschaffen ongemotiveerde leerling geen kennis’
Mij is duidelijk dat Martin Slagter zich veel en vaak boos maakt. Maar al zo lang, en hij en zijn briljante kornuiten hebben nóg niet het magisch elixer voor taalvaardige pupillen gevonden. Ik krijg bijna medelijden.
Mijn oplossing dan? Mijn ‘hoe’? Volgens mij zit de oplossing in het met plezier lesgeven en – met de moed der wanhoop – blijven geloven in de jonge mensen die je voor je hebt. Alleen zo krijg je ze mee. Dan gaan scholieren en studenten vanzelf iets willen weten en doen, en veranderen ze hun houding.
Anoniem zegt
Met de moed der wanhoop blijven geloven, nou zeg!
Anoniem zegt
De constatering dat het schrijfniveau van veel jongeren belabberd is, mag dus blijkbaar niet geuit worden. Het net zo vrij lege 'blijven geloven in jongeren' zou een alternatief zijn voor 'zendelingsgedrag'? Ik vind het wel wat hebben dat iemand als Slagter zich druk maakt. Waarom niet?
Johan Schipper zegt
Martin Slagter is leraar Nederlands op diverse hbo-opleidingen, heb ik begrepen. Zijn veelvuldig geuite klacht over het niveau van het taalonderwijs doet mij daarom denken aan een slager die zijn eigen vlees afkeurt.