Een onbekend gedichtje van Nicolaas Beets
Door Marc van Oostendorp
Tweehonderd jaar geleden werd Nicolaas Beets (1814-1903) geboren. Zijn familie denkt nog steeds aan hem. Gisteren was ik bij de pensionering van een achter-achterkleinzoon – zelf ook een Beets, want de hele afstamming was in de mannelijke lijn. Zijn eigen toespraakje ging voor ongeveer een derde over zijn eigen loopbaan, voor een derde over zijn zorgen voor de toekomst en voor een derde over zijn roemruchte voorvader: wat een belangrijke dichter hij was, hoe geëerd hij werd in Utrecht, wat een prachtig oeuvre hij had nagelaten. En dat hij ook nog professor was geweest.
De spreker – die overigens net zelf grootvader geworden is van weer een nieuwe Beets – deelde ook nog een boekje uit met een facsimile van het Liederkransjen van Aleide dat Beets schreef voor zijn eerste vrouw bij de geboorte van hun achtste kind Aleide zou overlijden in het kraambed van de negende; de man die gisteren met pensioen ging stamt af van het achtste kind.
Ik weet niet of er activiteiten gepland staan voor de tweehonderdste verjaardag van Nicolaas; maar het Liederkransjen staat nog niet op internet en is überhaupt nooit eerder gepubliceerd, behalve dan in de facsimile die wij gisteren kregen. Hier is (voor u! gratis!) het eerste en het achtste gedicht.
Liederkransjen voor Aleide.
20 mei 1854
Heemstede
(…)
VIII. Cornelis
Zeven en een is acht.
Ze zeggen dat het wat veel is.
Maar wy hebben, lieve Cornelis!
Met blijdschap u verwacht.
Met blijdschap u verwacht.
Zonen hebben wy drij;
Eentgen by God, twee beneden.
Wy zijn uitermate tevreden
Met nog een zoontje er by.
Dochtergens hebben wy vier.
Waart gy als het vijfde gekomen,
Wy hadden ’t niet kwalijk genomen,
Maar gezegd: Zyt welkom hier!
Zeven en een is acht,
Of de achtste de laatste zal wezen
In wolken of sterren te lezen
Gaat boven mijn wensch en macht.
Gy zelf, myn kleine man!
Al ligt er u veel aan gelegen,
Gy zuigt en zingt maar ter degen,
En weet voorts nergens van.
Er is Een die ’t weten moet.
Doe Hy naar Zijn welbehagen.
Wy zullen er niet naar vragen.
Zoo als Hy ’t maakt is ’t goed.
Laat een reactie achter