Het is nu wetenschappelijk bewezen: vloeken horen ook bij de taal. In een nieuw artikel in het tijdschrift Natural Language and Linguistic Theory gaat de Utrechtse hoogleraar Norbert Corver in op de complexe manier waarop Nederlanders kunnen vloeken – godverdesakkerdeju – en wat dat zegt over de Nederlandse taal. (Het artikel staat ook op Corvers website.)
Een van de vele aspecten die Corver behandelt is de d die opduikt in godverDeju. Wat doet die d daar? Volgens Corver komt hij soms ook voor aan het eind van het woord. Google geeft volgens hem treffers voor godverd en voor godvert: ‘Moeten ze godvert niet gaan staken!’. Die d of t heeft dezelfde functie als de klank aan het eind van sufferd en knoeiert: hij drukt iets ‘expressiefs’ of ‘affectiefs’ uit, al zegt de schrijver er niet duidelijk bij welk gevoel er dan wordt uitgedrukt.
Dat lijkt me ook niet makkelijk vast te stellen. Wat onderscheidt een knoeiert van een knoeier?
Ik geloof niet dat de eerste ernstiger knoeit dan de tweede, zoals je tussen de regels in Corvers artikel zou kunnen lezen. Het gevoel lijkt me er meer een van vertedering, die vormen met een t zeg je eerder tegen kinderen; of anders suggereer je er juist minachting mee: een knoeiert is een knoeier die het onprofessioneel, om niet te zeggen kinderachtig, aanpakt. Ik vind ‘Hij is een suffer’ zonder slot-t een beetje raar klinken, maar dat komt misschien doordat de beschuldiging van suffen bijna vanzelf gepaard gaat met de suggestie van kinderachtig, onverantwoordelijk gedrag.
De vraag is nu of de d in godverde zo’n zelfde gevoel oproept. Corver gaat daar niet op in, maar ik denk eigenlijk van wel: godverdeju en godverd lijken mij gemoedelijker dan godver of godverdomme. Die laatste vorm heeft natuurlijk ook een d, maar omdat die onderdeel is van het grotere geheel domme drukt hij niet apart iets uit.
Mient Adema zegt
Ik denk weleens dat dat "de" voortvloeit uit het feit dat men zijn eerste boosheid herhaalt met een bepaald lidwoord, gevolgd door een nadere omschrijving van het gevoel. Godver, welke? Nou de gloeiende. Waarna de boosheid is bevredigd en een punt volgt.
Maar het zal wel iets klankmatigs zijn of iets uit het Frans, waar in sodeju so van dat ju is.
Nee, wetenschappelijk zal het niet zijn. En of dat d (en t) aan het eind wel wetenschappelijk te verklaren is, kan ik bevestigen noch weerleggen.
Ik ben maar een goeierd. En vloek trouwens nooit.
Jan Stroop zegt
Mij lijkt dat er twee mogelijkheden zijn.
De t (d) op het eind van sufferd en knoeierd kan onderdeel zijn van het suffix -erd, dat de gereduceerde vorm van -aard is (luiaard, standaard, ronkaard).
Of die t is een paragogische t, die achter n, l en r toegevoegd werd zoals in iemant, enkelt, dubbelt en sedert (uit Middelnederlands seder). In West-Brabant heet de lever levert. Gotvert is daar dan ook een voorbeeld van.
Marc van Oostendorp zegt
Norbert Corver stelt die twee aan elkaar gelijk: hij noemt die -d/t aan het eind van -erd óók paragogisch. Dat is inderdaad onhistorisch; hij stelt het voor als een analyse van het hedendaags Nederlands.
Maarten van der Meer zegt
Godverdeju lijkt me kruising tussen godverdomme en nondeju. Ik zie niet in hoe daar een d 'opduikt' aangezien beide grondwoorden een d hebben.
Ik vind in Google overigen zo snel geen enkele godvert (afgezien als vorm van het werkwoord 'godveren', d.w.z. 'godver zeggen') en maar één godverd (wel in de titel van een boek). De meeste resultaten voor godverd blijken eigenlijk "godverd…." of "godverd#####' e.d. te zijn.
Maarten van der Meer zegt
Toevoeging: dat boek blijkt "God! Goddank! Godverd … ! Het roepen van de naam God (Theologische overwegingen)" te heten, dus ook dat is geen vindplaats.
Marc van Oostendorp zegt
Dank! Dat zijn interessante toevoegingen.
Ik moet er wel bij zeggen dat binnen het onderzoeksprogramma waarin Corver werkt, het feit dat 'nondeju' bestaat, en dat je 'godverdeju' kunt zien als een samentrekking ervan, niet meteen als een afdoende verklaring geldt. Nog steeds zou je moeten verklaren waarom zo'n samenstrekking gebeurt, en waarom die scharniert op die 'd'.
Dat gezegd zijnde, moet ik toegeven dat ook ik op internet geen overtuigende voorbeelden vind.
Maarten van der Meer zegt
Voor wat het waard is, ik bedenk me net dat je ook nog godverdegodver en godverdetering hebt, dus ook met die -de- erin.
Marlies Philippa zegt
Volgens mij is er in geen van beide gevallen sprake van een paragoge. Bij godver/godverd/godvert/godverde gaat het gewoon om een verkorting van godverdomme. Deze kan ook nog enige keren herhaald worden, zoals in het veel voorkomende godverdegodverdegodver.
Het andere geval betreft stapeling, zeer gewild in het verwensingen- en vloekjargon, denk maar aan kankertyfushoer. Het woord 'godverdesakkerdeju' is een stapeling van drie verkorte (bastaard)vloeken:
– godverde, een verkorting van godverdomme
– sakker, een verkorting van sakkerloot, waarbij sakker ontleend is aan het Franse sacré
– deju, een verkorting van nondeju, waarin deju ontleend is aan het Franse 'de Dieu'.
Bij deju is er dus een d weggevallen in plaats van bijgekomen.
Het morfeem deju komt ook voor in sodeju, een stapeling van sode(mieter) en (non)deju. Hier is er alweer een d weggevallen.
Mient Adema zegt
Ik ben het met vorige spreekster zo goed als volledig eens en wilde al met eenzelfde argumentatie een nieuwe inval introduceren. Vloeken doe je normaliter niet en als je het al doet, dan zo kort mogelijk, je wilt de zonde van het vloeken niet helemáál begaan. Laat de echte zondaren zich maar uitsloven met hun herhaalde lettergrepen. Onze stand houdt zich in > godvert. Het paragogische (als je het zo wilt zien) is ontstaan uit ingehouden vloekgedrag, waarin de stemhebbende d aan het eind wel als t moest klinken. De t achter de liquidae n, r en l (de m zou dan een p moeten krijgen) is een achterblijfsel van een betekenisvol woord (de als lidwoord, de als Frans "van" of welk ander niet wetenschappelijk traceerbaar woord dan ook) en dus met name niet als een woord waarvan de herkomst af te leiden is uit een verschijnsel dat -aard in -erd verandert. Dat zijn namelijk allemaal substantiva die aangeven welke aard iemand bezit. Een godvert is geen persoon.
Godvert is een woord waarin klank, betekenis, geschiedenis en moraal samenkomen. Moet zeggen dat ik het woord nog nooit tegengekomen was.
DirkJan zegt
Als je googelt op "godverd" en "godvert", dan kom je zeker allerlei hits tegen, godverd een stuk meer dan godvert. En het lijken mij ook gewoon verkortingen van godverdomme, of een verlenging van godver. In de regio Rotterdam is het in sommige sociolecten normaal om achter een zelfstandig naamwoord een t te plakken; een zangert, een schrijvert, een sprekert. En zo kun je ook godvert maken, als verlenging van godver,.
Maarten van der Meer zegt
Kun je een paar vindplaatsen geven? Ik vind ze namelijk niet in Google.
DirkJan zegt
Op deze Google-pagina vind je er een aantal. En vooral godverd… komt veel voor, dus met een paar puntjes, of godverd***, maar dat schreef je al. Maar ook zonder toevoegingen komen ze voor:
https://www.google.nl/#q=%22godverd%22&start;=220
En het lijken me weinig vindplaatsen om een hele theorie aan op te hangen, maar dat je ze in het geheel niet zou kunnen vinden op Google klopt niet.
En hier een paar voor godvert:
https://www.google.nl/#q=%22godvert%22&start;=87