‘Een overzicht van ondermaatse studies is te vinden op nos.nl‘, zei de nieuwslezer gisterenavond in het 8-uurjournaal. Het was de culminatie van een dag vol woeste koppen over wat er nú weer allemaal niet deugde. Waardeloze alfa’s alom! Honderden studenten hadden onterecht een diploma gekregen!
Voor het gemak werd daarbij af en toe met getallen gegoocheld. Hoe had men bijvoorbeeld precies bepaald dat het om honderden studenten ging? De cijfers zijn dat er 212 studies onderzocht zijn met samen ongeveer 6000 studenten. Daaarvan hebben er 26 een kritische beoordeling gekregen – als we ervan uitgaan dat die ongeveer gemiddeld groot waren, zijn dat dus 600 studenten. Maar nergens blijkt dat de opleidingen zo slecht waren dat alle studenten ten onrechte een diploma kregen: geen enkele opleiding moest onmiddellijk sluiten, overal heerst vertrouwen dat men binnen twee jaar de zaken recht kan trekken. Er zijn kennelijk vooral problemen met genadezesjes. Het is dus een fractie van 600: dat kunnen er eventueel 200 zijn, maar een orde van grootte van 60 lijkt me realistischer.
Noodzakelijke kennis
De decanen van de betrokken faculteiten reageerden snel en kwamen met een gezamelijke verklaring. Daaruit pikte de NOS en andere media vrijwel alleen een soort schuldbekentenis op: ‘Universiteiten: studies snel op orde‘: alsof de besturen alleen maar toegaven dat het allemaal inderdaad heel slecht was, heel naar, ja hoor, we gaan nu echt het een en ander veranderen.
Een inderdaad wat low key gestelde, maar cruciale passage in het stuk van de decanen werd daarbij genegeerd:
“Toch is ook door alle betrokkenen vastgesteld, dat de inmiddels afgeronde visitatie om een uitvoerige evaluatie vraagt. Zo bleken de clusters van te beoordelen opleidingen te groot en te heterogeen, waardoor in sommige gevallen de noodzakelijke kennis in de commissies ontbrak en de nadruk al snel kwam te liggen op procedures en organisatorische aspecten van de opleidingen. Van de zijde van de opleidingen is er meer behoefte aan inhoudelijke discussies met directe vakgenoten. “
Niet bureaucratisch genoeg
Ik heb de desbetreffende visitatie alleen van een afstandje gezien – ik heb wat materiaal ingeleverd voor één cursus bij de Leidse opleiding taalwetenschap die zonder problemen door de evaluatie is gekomen en verder nooit met de commissie gesproken – maar mij lijkt dit alles wel een heel beleefde manier van zeggen dat in sommige gevallen (nee, laten we om in stijl te blijven zeggen, in veel gevallen) sprake was van commissies die totaal geen verstand hadden van de opleiding – die bijvoorbeeld talenstudies beoordeelden waarvan ze de taal niet beheersten. Dat de commissies in hun interviews soms bijzonder intimiderend optraden, docenten uitvoerig ondervroegen over ieder detail van het beoordelingswerk zonder dat ze zelf ook maar ergens expliciet hoefden maken hoe en waarop ze beoordeelden.
Dat dus opleidingen misschien wel ‘onder de maat’ zijn omdat de examencommissie niet precies de juiste formulieren had ontwikkeld, of omdat in de tientallen pagina’s tellende zelfevaluatie per ongeluk een paar alinea’s op de verkeerde plaats was gezet. ‘Onder de maat’ betekent in sommige gevallen dus misschien: niet bureaucratisch genoeg.
Slechte verliezers
De afgelopen weken was de kritiek op de NVAO, de organisatie die dit circus heeft opgezet, al aan het toenemen. De Utrechtse universiteitskrant kwam vorige week bijvoorbeeld met een interview waarin de rector buitengemeen kritisch was; ook het Leidse college van bestuur had al kritiek geuit.
De NVAO heeft nu teruggeslagen, en met veel meer succes in de media. Het wordt moeilijk om daarop te reageren: vanaf nu klinkt alle kritiek op het NVAO als gejammer van slechte verliezers. Het is natuurlijk ook leuker om als journaal een overzicht van ‘ondermaatse studies’ te kunnen geven dan dat van ‘ondermaatse evaluatiecommissies’. En al helemaal als je je voor het eerste moet baseren op het tweede.
scienex zegt
lekker scherp!
Anoniem zegt
Marc's redenering is heel zwak. Als de evaluatiecommissies geen verstand van zaken hebben, dan moeten we concluderen dat blijkbaar ook bijvoorbeeld de oordelen over 36 Leidse opleidingen dat ze goed of voldoende zijn niet goed kunnen zijn, er er mogelijk nog veel meer slechte opleidingen zijn.
De bewering dat de evaluatiecommissies in het algemeen ondermaats waren is niet op enig feitenmateriaal gebaseerd, en een serieuze wetenschapper onwaardig.
Het circus van de accreditatie is niet bedacht door de NVAO, maar er is door het parlement toe besloten.
Marc van Oostendorp zegt
Ik zeg niet dat de evaluatiecommissies *in het algemeen* ondermaats waren. Ik zeg in het stuk dat het sommige dat naar mijn indruk waren en dan voeg ik er 'om in stijl te blijven' aan toe 'nee, veel'. Wat is die stijl? De door mij daarboven besproken stijl van de journalistiek.
Ik geloof best dat er in die commissies allerlei mensen heel gewetensvol hun werk hebben gedaan, al hadden ze wat mij betreft gegeven de randvoorwaarden die er werden gesteld – en die hen er dus toe hebben gedwongen vooral op bureaucratische aspecten te letten – zich hadden moeten afvragen of ze dat op een bevredigende manier hebben kunnen doen.
Verder zou het natuurlijk te simpel zijn als de negatieve oordelen allemaal ongefundeerd waren en de positieve juist heel goed gefundeerd. Verder zou het ook te simpel zijn om te denken dat alle opleidingen allemaal perfect georganiseerd zijn.
Maar wat ik de laatste dagen meemaak is dat allerlei leden van NVAO-commissies zich bij mij melden, verontwaardigd over dit stukje. U bent anoniem, maar spreekt mij bij mijn voornaam aan: misschien bent u er ook wel zo een. Ik begrijp dat niet. Waarom richt ook uw verontwaardiging zich niet in de eerste plaats op de procedure waar die commissies in gezet zijn en waar sommigen zich ook graag in hebben laten zetten, en de verslaggeving ('alfa-opleidingen onder de maat') waarin dit alles heeft geresulteerd?