Door Roland de Bonth
Tijdens mijn studietijd aan de toenmalige Katholieke Universiteit Nijmegen – midden jaren tachtig – maakte ik kennis met de oprichter van Neder-L, Ben Salemans. Samen met Frans Schaars werkte hij aan een project om een concordantie te vervaardigen van het volledige dramatisch oeuvre van de grote Joost van den Vondel. Daarbij was het wel noodzakelijk dat al zijn toneelstukken uit de beroemde Wereldbibliotheekeditie digitaal beschikbaar kwamen. Optical Character Recognition-programma’s waren op dat moment nog onvoldoende nauwkeurig en aangestoken door het enthousiasme van de initiatiefnemers van het Vondelproject heb ik met enkele medestudenten urenlang toneelstukken van Vondels in zitten tikken en gecollationeerd; wij noemden dat ‘Vondelen’. In 1990 verscheen bij de Assense uitgeverij Quarto in vijf kloeke linnen banden: Ben J.P. Salemans en Frans A.M. Schaars. Concordantie van het dramatisch werk van Joost van den Vondel (1587-1679). De banden 1, 2 en 3 bevatten de alfabetische concordantie op alle 32 – volledige – drama’s van Vondel, band 4 bestond uit een alfabetische woordenlijst, frequentielijst, retrograde woordenlijst en tekstweergave van de drama’s en band 5 tenslotte was de concordantie van hoogfrequente woorden.
- “Nomen avi referens”, dat is de spreuk die volgens Vondel van toepassing is op degene aan wie dit toneelstuk wordt opgedragen. Neem de tweede letter van de titelheld uit dat stuk.
- Alkmene was zijn moeder, Hyllus was zijn zoon, Lichas zijn schildknaap. Waar bevond de titelheld van dit stuk zich? Neem de zesdeletter van zijn verblijfplaats.
- Belofte maakt niet alleen schuld, maar ook slachtoffers. Ik had God beloofd het eerste te offeren wat ik bij thuiskomst zou tegenkomen. Hoe luidt de tweedeletter van mijn naam?
- “Het nadeel geleden by het Wees- en Oudemannenhuis, door het sluiten van den kostelijcken en kunstigen tooneelhemel, na twee reizen speelens,” bewoog Vondel dit treurspel te dichten, dat door sommigen met vier maar eigenlijk met drie lettergrepen wordt uitgesproken. Met welke letter begint de naam van de titelheld?
- Het eerste stuk van Euripides dat Vondel vertaalde, speelt zich af in een landstreek aan de Zwarte Zee. Neem de eerste letter van het gebied waar de titelheldin zich bevindt.
- Van een hoopje leem tot de titelheld in Aller treurspelen treurspel. Wat is de eerste letter van mijn naam (en trouwens ook de laatste van mijn echtgenote)?
- De ondertitel van dit toneelstuk werd door Willem Bilderdijk overgenomen als titel van zijn onvoltooid epos, dat in menig opzicht aan Vondels treurspel schatplichtig is. Wat is de eerste letter van de titelheld van Vondels stuk?
- Vondel vond deze meisjesnaam zeer geschikt voor koning Hirams dochter, op wie de titelheld verliefd werd. Willy Vandersteen vond dit ook een mooie naam. Wat is de derde letter van haar naam?
- Dat kuisheid rampzalig kan zijn, ondervond de titelheld van dit stuk; dat de Sardijnse mijnen evenmin gezond zijn, ervoer zijn naamgenoot en eerste tegenpaus. Neem de eerste letter van hun naam.
- Een snack, een kat in de Disneyverfilming van het sprookje Assepoester, een popgroep en een personage uit de strip en film X-men. Wie ben ik? Neem de tweede klinker uit mijn naam.
- Energiekosten: CH4, H2O en … Neem de eerste letter van de titelheld.
- Tot welke kloosterorde behoren de zusters die het beroemde ‘’O Kersnacht schooner dan de daegen’’ ten gehore brengen? Neem van deze orde de tweede letter.
- De vierdeletter van de onderdanen van het rijk waarover zijn vader de scepter zwaait, is gelijk aan die van de geloofsgroep naar wie ze in Vondels tijd verwijzen.
- Hoe luidt de derdeletter van zowel de voor- als achternaam van de schilder op basis van wiens schilderij Vondel een toneelstuk schreef dat zich in Dothan afspeelde.
- De stof voor dit toneelstuk heeft Vondel ontleend aan “Samuels tweede, en Josephus zevenste boeck der Joodsche aeloudheden”. Schrijf de eersteletter van de titel op.
- Waar speelt het toneelstuk zich af waarvoor Vondel het motto ontleende aan Vergilius’ AeneïsIV, vs. 373. Neem de eerste letter van dat land.
- Julius’ broer Nicolaes is niet verwant met deze achttiende-eeuwse dame maar draagt toch dezelfde naam. Neem de eerste letter van deze achternaam, die overigens ook de beginletter van de titel van dit toneelstuk vormt.
- Nadat de titelheld een brief heeft geschreven met zijn eigen bloed, verhangt hij zich aan een pruimenboom met zijn kousenband. Wat is de tweede letter van de titelheld van dit stuk?
- Hoe heet degene die naast Achitofel raad geeft aan koning David wanneer hij in ballingschap is? Schrijf de eerste letter van zijn naam op.
- Dit stuk begint voor het aanbreken van de dageraad en eindigt in de avond. Het speelt zich af in het leger voor de poort in Manaïm. De hovelingen vormen de rei. Welke titel draagt de titelheld van dit stuk? Noteer de eerste letter van zijn titel.
- Vondel maakte een vertaling van een vertaling van Hugo de Groot van een stuk van Euripides, waaraan De Groot in Loevestein begon en dat hij in Parijs voltooide. Hoe luidt de eerste letter uit het laatste woord uit de titel?
- Elke hermelijnstaart uit het onderste deel van het wapenschild van Vondels geboortestad staat voor de zielen van duizend …, die met een licht afwijkende spelling de titel vormen van dit toneelstuk. Neem van de titel in Vondels spelling de zesdeletter.
- Een goed begin is het halve werk, maar dat geldt niet voor dit toneelstuk. Het bleef onafgemaakt. Noteer uit de titel de klinker die het vaakst voorkomt.
- Dit toneelstuk is opgedragen aan iemand die in 1640 de heerlijkheid Maarseveen kocht, waar hij aan de Vecht de buitenplaats Goudesteyn liet bouwen. Wat is de eersteletter van de naam van de heerser uit dat toneelstuk?
- De naam van de titelheld klinkt hetzelfde als een duur type van een bekend Duits automerk. Wat is de laatsteletter van de held die waarschijnlijk sneller ging dan deze auto ooit zal gaan.
- Een Latinist zou wel raad weten met dit anagram van ‘rijpe korenaar’! Hoe luidt de tweede– en de laatste letter – van de achternaam van de persoon over wie dit stuk gaat? Overigens eindigt het laatste woord van de ondertitel ook op deze letter.
- Vondel droeg dit stuk op aan degene die De Psalmen des Propheeten Davids in 1624 vertaalde en die met hem en anderen eerder een prozavertaling van het werk maakte. Neem de eerste letter van het woord dat aan het bijvoeglijk naamwoord in de titel voorafgaat.
- Deze sterke man met lange haren gaf het volgende raadsel op aan de bruiloftsgasten in Timna: ‘’Een eeter spijst. het stercke jong Schaft zoeticheit voor mont en tong.’’ Wat wordt er bedoeld met ‘zoeticheit’? Neem de tweede letter van het antwoord van het raadsel.
- Hoe heet de stad uit het stuk dat Vondel opdraagt aan de vader van degene die hij aanduidt als ‘die groote apollo die onze nederduitsche tale den dagh, en zijn treffelijck geslacht schoonder luyster geeft’? Noteer de vierde letter van de stad.
- De Agrippijnse zwaan had vast niet verwacht dat in zijn geboortestad een bordeel van 10 verdiepingen staat dat sinds 1995 dezelfde naam draagt als een van zijn toneelstukken. Wat is de eerste letter van het eerste zelfstandig naamwoord uit de ondertitel?
- Het enige met name genoemde ‘stomme’ personage in dit toneelstuk heet Manasse, wiens moeder Asnat heet. Wat is – in Vondels spelling – de derde letter van de voornaam van degene van wie Vondel het werk vertaalde?
- Op 29 juni herdenkt de Rooms-katholieke kerk dat de titelhelden uit dit stuk gekruisigd respectievelijk onthoofd werden. Welke klinker komt bij de een twee keer en bij de ander maar één keer voor?
- Samen met Het Pascha (1612) is dit toneelstuk het enige dat Vondel niet heeft aangeduid als treurspel. Het genre waartoe dit stuk volgens Vondel behoort, begint met dezelfde letter als de titel van het stuk. Welke letter is dat?
Laat een reactie achter