Door Marc van Oostendorp
Hebben studenten recht op meeslepend onderwijs? Ik heb er deze week over geschreven en een oudere collega, een van de beste docenten die er zijn, sprak mij er verontrust op aan. Moest er inderdaad niet veel meer gebeuren aan de onderwijsvaardigheden? Zouden universitair docenten niet ook op de beoordelingen door studenten moeten worden afgerekend?
Nee, ik denk het niet. Studenten hebben juist recht op sikkeneurige docenten die ongeïnteresseerd wat PowerPoints afdraaien. Dat lijkt me het beste voor hun taalvaardigheid.
Want er is iets raars aan de hand. Traditioneel bestaan er vier taalvaardigheden: twee passieve, lezen en luisteren, en twee actieve, schrijven en spreken. Maar die vaardigheden zijn uit het lood geslagen.
Er is heel veel aandacht voor de actieve vaardigheden, en met succes. Studenten schrijven geloof ik betere werkstukken dan in het verleden en ze houden zeker véél betere presentaties. Ook in de samenleving als geheel is de mondelinge taalvaardigheid toegenomen, maar docenten zijn ouder en lopen dus een beetje achter bij de docenten. Een gemiddelde docent spreekt vast minder goed dan de gemiddelde student.
Witz
Alleen zijn effectieve communicatievaardigheden niet alleen actief, maar ook passief. Sterker nog, de laatste heb je veel meer en veel vaker nodig in het leven dan de eerste. Je leest meer dan je schrijft, je luistert vaker naar een praatje dan je er een geeft. En dus zijn passieve taalvaardigheden eigenlijk veel belangrijker.
Naar een goed in elkaar gestoken verhaal, met een kristalheldere structuur, aansprekende voorbeelden en op zijn tijd een goede Witz, kan iedereen luisteren. De echte uitdaging voor de luistervaardigheid zit in het eindeloos voortdurende, ongeïnspireerde, half voorgelezen verhaal. Zo zijn in onze wereld de meeste verhalen die je in je leven moet aanhoren en, hoeveel er ook verbetert aan spreekvaardigheid, zo zal het voorlopig nog wel even zijn.
Krakkemikkig
Dus is het van groot belang om de vaardigheid aan te leren om naar zulke verhalen te kunnen luisteren. Er kunnen mensen zijn die briljante ideeën hebben maar die slechts heel gebrekkig naar voren kunnen brengen. Je hebt er veel meer aan om zo’n verhaal aandachtig te kunnen beluisteren dan om het ongeïnteresseerd terzijde te schuiven omdat het niet aan de regelen der kunst voldoet. Ook op de universiteiten werken mensen met prachtige ideeën maar onvoldoende gave om die ‘boeiend’ te brengen. Zulke mensen moet je niet op dat gebrek ‘afrekenen’; je moet jezelf trainen ernaar te luisteren.
Dit alles geldt ook voor leesvaardigheid. Natuurlijk moet iedereen leren om aantrekkelijk en interessant te kunnen schrijven. Maar minstens even belangrijk is om onaantrekkelijke en saaie verhalen te kunnen lezen. Behalve aan sikkeneurige docenten heeft het academisch onderwijs dus baat bij krakkemikkig geschreven lesboeken!
Laat een reactie achter