Net als honderd jaar geleden worden de bajonetten geslepen en de granaten opgepoetst, terwijl over de hele wereld mensen zich afvragen of het wel goed gaat komen, met de wereldvrede en zo. Waarschijnlijk niet, want vrede op de planeet Aarde is net zo ongewoon als oorlog op Mars.
De onlusten doen zich deze zomer niet alleen ter land, ter zee en in de lucht voor, maar ook in de letteren. Op een vrij ongebruikelijke manier. Eerst mijmert Abdelkader Benali op zijn Facebookpagina (zie aldaar, timeline 17 juli 2014) over het gebrek aan engagement in de literatuur:
“Nederlandse auteurs hebben zich en masse uit wat voor engagement ook teruggetrokken. Over Gaza, Oekraïne en migratie volledig radiostilte. De tijd van Ter Braak en Du Perron is voorbij. Bij de columns van Arnon Grunberg moet ik gapen want bij hem is alles en iedereen verdoemd en goed en kwaad een kwestie van filosofische herschikking. (…) Over Leon de Winter kan ik niks anders zeggen dat ik ‘m als persoon mag maar als polemist zionistisch en opportunistisch. Over de rest van de schrijvers zal ik het niet hebben. De nacht is daarvoor te jong.”
Vervolgens vallen Jan (die in dit geval Ted van Lieshout heet) en alleman (oftewel Shira Keller) over het gemijmer en daalt daarna voor enige dagen de stilte in. Tot de Belgische Dichter des Vaderlands Charles Ducal op 1 augustus een zeer geëngageerd gedicht publiceert over het Israëlisch-Palestijnse conflict:
(…) Je kijkt naar hen als een schepper van waterin een wereld van zand. Zij wonen toevallig,zonder belofte, kunnen weggerakeldals dorre bladeren. Dit is jouw land. (…)
(het hele gedicht is hier te lezen, op de site van het Poëziecentrum Gent).
Op dit gedicht – of beter gezegd: op de persoon Charles Ducal – werd vervolgens op het hysterische af gereageerd door Benno Barnard, op de site van Joods Actueel.be. Dirk van Bastelaere fulmineerde op diens besloten Facebookpagina en op de site van de tot ontslag gedwongen Gildemeester van het Utrechts Dichtersgilde. Die er op zijn beurt nog een schepje bovenop deed door Ducal op één lijn te stellen met de ISIS-terroristen die heden ten dage in Libanon, Syrië en Irak opereren.
Gelukkig legt Marc Kregting op De wereld morgen.be uit wat achter een deel van de overspannen reacties schuilt. Maar of de hysterie in online Letterenland hiermee gestopt is?
Gisteren verscheen op het blog van voormalig beroepscrimineel Steven Brown een stuk van Rabin Gangadin, waarin deze de hoogleraar West-Indische Letteren Michiel van Kempen voor van alles en nog wat uitmaakt. Zoekend naar het waarom achter deze aanval kwam ik bij een artikel in Parbode. Surinaams Magazine (31 mei 2011) uit:
“De rechtbank van Breda heeft de schrijver Rabin Gangadin verboden nog langer feitelijk onjuiste en voor hoogleraar Michiel van Kempen schadelijke beweringen te doen, op straffe van 250 euro per overtreding. Daarnaast moet Gangadin al zijn onjuiste beweringen van het internet te verwijderen, met dezelfde dwangsom van 250 euro per dag per overtreding. (…)”
Waarmee in ieder geval dit raadsel opgelost lijkt. Maar los daarvan: als de waanzin in de letteren blijft toenemen, dan kunnen we beter vluchten voor het geweld van schrijvers, dan voor de wereldoorlog die mogelijk deze zomer in de Oekraïne uitbarst.
Illustratie: “Ten oorlog uit” (augustus 1914), door Jan Rinke, in: Frank Gericke. Van het slagveld der natiën. D.A. Daamen, Den Haag, 1915.
Laat een reactie achter