De boekjes, die onder meer door marskramers werden verkocht, zijn zeer talrijk geweest, maar ondertussen zijn ze uiterst zeldzaam geworden. Deze studie behandelt de lotgevallenen van Reynaert, Tijl, de Heemskinderen, Doctor Faustus en Griseldis, plus nog een twintigtal andere. De selectie was een zoektocht en beperkt zich tot de titels die het tijdens de drie eeuwen na 1600 hebben ‘volgehouden’. Zij kunnen worden gezien als een canon van Nederlandse volksboeken. Deze boekhistorische studie plaatst de kleine, vaak onooglijke volksboekjes nadrukkelijk in de context van ander goedkoop drukwerk, zoals volksprenten, liedboekjes en almanakken.
Laat een reactie achter