Afleiding met ver- van Mnl. orbaren ‘(land) bewerken ; gebruiken’, dat vanaf de 13e eeuw voorkomt, en dat zelf een afleiding is van oorbaar zn. ‘voordeel, opbrengst’. In de betekenis ‘spijs of drank nuttigen’ komt oirboren vanaf 1590 voor. Het ww. heeft in het Middelnederlands de vormen orboren (1276) en orbaren (1285), ongetwijfeld gesproken met lange oo-, vergelijk oorbaren en oorboren bij Kiliaan (1599). Mnl. orberen in Limburg, Brabant en Noordoost-Nederland werd wschl. als oorbeeren uitgesproken. Vanaf ca. 1650 wordt onbeklemtoond -boren verzwakt tot -beren. Met opvallende verkorting van beklemtoond oor
Addenda EWN: Verorberen
Door Michiel de Vaan
verorberen ww. ‘opeten’
Middelnederlands verheurbeuren ‘aanwenden’ (Gent, 1419; met hypercorrecte h-), te veroerberne ‘te bewerken’ (1410–1430), veroorboort ‘gebruikt’ (1492). Vroegnieuwned. veroorboren (1500), verorbaren (1644) ‘gebruiken, gebruik maken van’, met reductie van de derde lettergreep ook veroorberen (1525), veroorbren(1648), veroirberen (1651), verorberen (1665). Laatstgenoemde vorm is de vroegste met korte o in plaats van lange oo. De betekenis ‘nuttigen, verteren’ vind ik voor het eerst in 1638 in een brief van Hugo de Groot (het oxhooft france wijn… tsamen te veroorbooren), en frequenter vanaf 1660.
Laat een reactie achter