Ik geloof dat het onderzoek naar een circusaap dat biologen van de Universiteit van Amsterdam vorige week presenteerden <artikel | persbericht> heel belangrijk is. Het laat zien dat apen wel kunnen praten als ze maar willen. En het roept dus maar weer eens de dringende vraag op waarom ze dat niet doen.
De aap, een orang-oetan met de naam Tilda, blijkt klinkers en medeklinkers te kunnen maken. Dat is op zich nog niet zo bijzonder, vooral omdat de ‘medeklinkers’ een soort smakgeluiden zijn en de ‘klinkers’ wat gebrom. Van belang is vooral de snelheid waarmee Tilda die klanken op elkaar kan laten volgen:
(Nog een filmpje na de breek)
Verfijnde spierbeweginkjes
Mensen produceren als ze praten, volgens deze onderzoekers, ongeveer drie lettergrepen per seconde; een lettergreep is een afwisseling van klinkers en medeklinkers. Hun onderzoek – deze video’s zijn natuurlijk maar een fragment van het bestudeerde materiaal, maar ik neem aan dat het representatief is – laat zien dat Tilde die snelheid ook kan halen.
Dat is nieuws. Het laat zien dat oerang-oetans hun lippen, stembanden en tong voldoende onder controle hebben om zo snel lettergrepen te maken, terwijl eerder wel werd gedacht dat de enige reden waarom mensapen – meestal werden dan weliswaar chimpanzees gekozen – geen taal hadden zoals de onze was omdat ze nu eenmaal al die ingewikkelde verfijnde spierbeweginkjes niet konden maken. Het gaat er dus niet om dat de apen deze klanken uberhaupt kunnen maken, zoals je her en der kunt lezen; maar dat ze dit zo snel kunnen doen.
Niet belangrijk
Tilda kan het in ieder geval duidelijk, net zoals ze kennelijk kan fluiten. Het is niet onmogelijk dat ze het doet om menselijke te imiteren: ze maakte dit soort geluiden volgens het artikel alleen wanneer verzorgers haar kwamen voeden. (Of ze ooit in een ruimte met andere apen verkeert en of ze deze geluiden dan ook maakt, zegt het artikel niet.)
Of apen zulke klanken in het wild doen of alleen wanneer ze jarenlang in het circus hebben gewerkt, weten we dus niet, maar volgens een door de Volkskrant geïnterviewde primatoloog ‘niet belangrijk’, omdat we weten dat andere communicatiesystemen van apen weer andere zaken gemeen hebben met menselijke taal.
Alleseters
Wat een vreemde opmerking! Het is natuurlijk juist vreselijk belangrijk om te weten of apen dit soort geluiden ook met elkaar maken. Die primatoloog schijnt te denken dat wanneer je kunt spreken, je eigenlijk al taal hebt, als je ook maar een beetje sociaal wordt. Maar taal heeft de mensheid vanuit een biologisch-evolutionair oogpunt enorm voordeel gebracht. Het is daarom heel vreemd als een diersoort die het vermogen wel heeft, dat niet zou gebruiken: een beetje alsof je een vogelsoort zou ontdekken die wel kan vliegen, maar dat nu eenmaal nooit doet.
Het laat dus zien dat het die spierbewegingen niet zijn. Die hebben we kennelijk al miljoenen jaren, misschien omdat het voor alleseters wel handig is om voedsel zorgvuldig in hun mond te kunnen manipuleren (ik verzin maar wat). Een drang tot communicatie hadden we ook al lang – die delen we natuurlijk ook met andere mensapen.
Taal is kennelijk echt heel wat anders.
Laat een reactie achter