De tekst is als volgt:
half zot half vroult
wel leven doult
daet my guedinc
daet vingue hic gould
half zot half vroult
wel leven doult
Willecoq
Auteur Willecoq is zeer waarschijnlijk Guillaume Willecoq, een clerc in de artillerie van Antoon de Grote Bastaard van Bourgondië, in de jaren 1470. Hij schreef Frans, maar uit het gedichtje blijkt dat hij het Nederlands ook machtig was. Hij was blijkbaar niet gewend om Nederlands te schrijven, vandaar dat hij een Franse spelling hanteert – of zijn Franse spelling was opzet om daarmee een taalpuzzeltje te maken. Neem het woord ‘vroult’. Dat is duidelijk geen Middelnederlands woord, althans, niet op deze manier geschreven. Spreek het daarentegen op zijn Frans uit en je hoort ‘vroed’. ‘Vroed’ betekent ‘wijs’.
Daarmee begint de betekenis van het gedichtje zich te openbaren: ‘half zot half wijs.’ Kijk, nu komen we ergens. Als ‘vroult’ ‘vroed’ is, dan is ‘doult’ ‘doet’ en ‘gould’ ‘goed’. Het woord ‘guedinc’ is een beetje raadselachtig, maar door wat met de klemtoon te spelen, zou het best wel eens de verfranste ‘gading’ kunnen betekenen. En hoe zit het met ‘vingue hic’? Dat is West-Vlaams: ‘vinke ik’, oftewel ‘vinnekik’, oftewel ‘vind ik’.
Vertaald staat er dan min of meer:
Half zot, half wijs,
Laat je op de juiste manier leven.
Dat is van mijn gading,
Dat is zoals ik het goed vind.
Half zot, half wijs,
Laat je op de juiste manier leven.
Taalprof zegt
Ik las 'guedinc' aanvankelijk als 'goed dunkt,' dus 'dat mij goeddunkt'
Taalprof zegt
Zou best kunnen ( ca. me plaise of zoiets )
André zegt
Ik dacht aan 'gedenk', met een betekenis als 'dat denk ik, dat is mijn mening'.
Bas Jongenelen zegt
Het gedichtje is opgedoken in het kader van een catalogiseringsproject van de Franse handschriften in het Vaticaan, georganiseerd en uitgevoerd door het Institut de recherche et d'histoire des textes : http://www.efrome.it/…/catalogage-des-manuscrits…
Bas Jongenelen zegt
De oplossing voor guedinc als gading is zeker niet zeker. Goeddunkt zou ook mogelijk kunnen zijn en misschien gedenk ook wel (hoewel ik die laatste de minst sterke vind). Gelukkig liggen de betekenissen van gading, goeddunken en mening geven in dit geval niet ver uit elkaar, dus de algemene betekenis van het gedicht zal er niet door wijzigen.
Willem Kuiper zegt
De regel: "Daet my guedinc" zou kunnen teruggaan op: Dat's mi goet dinc, wat zoveel kan betekenen als: Dat is in mijn voordeel.
Bas Jongenelen zegt
Dat is ook een mogelijkheid (die gelukkig het gedicht niet ineens een andere draai geeft).
Michiel de Vaan zegt
Ik denk dat we niet mogen twijfelen aan de interpretatie van 'guedinc' als 'ghedink', dus 'gedenk'. Vergelijk voor de constructie uit de Reinaert 'Grimbert, nu hebbic gheseit, al dat mi mach ghedinken nu'.
De spelling gue- kan geen ga- weergeven, en goe- is onwaarschijnlijk omdat hij verder konsekwent -oul- schrijft voor de oe-klank.
Bas Jongenelen zegt
Waarom kan gue niet de weergave zijn van ga? Spreek ga op z'n Frans uit en het klinkt als gue.
Taalprof zegt
Ik zie trouwens dat 'Half zot, half vroed, wel leven doet' als spreekwoord vermeld staat in het WNT (met een vindplaats uit 1580, onder het lemma VROED).
Michiel de Vaan zegt
Niet in het Frans dat ik ken. Bovendien: "dat mij gading" zou geen werkwoord bevatten.
Bas Jongenelen zegt
Dan is er nu een vroegere vindplaats.