Broeder Helmich, over wie we nauwelijks meer weten dan dat hij dit boek geschreven heeft en jaren later in een klooster nabij Zwolle verblijft, voltooide een reusachtige schrijfklus. De ruim 400 folia die hij volschreef moeten hem jaren hebben gekost, vooral ook omdat hij waarschijnlijk veel van de gebeden in het boek gemaakt heeft of heeft vertaald uit het Latijn. Omstreeks 1415 waren heel wat van de teksten die hier te vinden zijn, namelijk nog niet in de volkstaal bekend. Helmich schreef, zo laat hij uitdrukkelijk weten, omdat Maria van Gelre daartoe opdracht had gegeven. Opdrachtgevers worden zelden vermeld in een colofon, en al helemaal niet voor dit type boek. In dit bijzondere geval wijst het erop dat Maria zich nadrukkelijk bemoeid heeft met inhoud en samenstelling, en met de taal.
Het colofon
Door Johan Oosterman
Het gebedenboek van Maria van Gelre is op 23 februari 2015 precies 600 jaar oud, maar hoe weten we dat eigenlijk? Eenvoudig omdat in het boek staat dat het voltooid is op Sint Mathiasavond van het jaar 1415, en dat is 23 februari. Het boek bevat namelijk een colofon, een korte notitie aan het einde van het boek door de kopiist, Helmich die Lewe. Het gaat, dat moge duidelijk zijn, bij deze datum niet over de voltooiing van het boek inclusief verluchting. Er moet ook na 23 februari 1415 voortgewerkt zijn aan de miniaturen in dit boek.
Het volledige colofon, dat te vinden is op folio 410v, luidt als volgt:
Dit boich hait laissen scriven Maria, hertzouginne van Gelre ind van Guylich, ind grevynne van Zutphen. Vrauwe des edelen houtzougen Reynalts. Ind wart gheeynt oevermits broider Helmich die Lewe, regulier zoe Marienborn bi Arnhem int jair ons heren dusent vierhondert ind vuofftzien op sent Mathias avont.
[Dit boek heeft laten schrijven (is geschreven in opdracht van) Maria, hertogin van Gelre en Gulik en gravin van Zutphen. Echtgenoot van de edele hertog Reinoud. En het werd voltooid door broeder Helmich die Lewe, regulier te Mariënborn (ook wel Mariëndaal) bij Arnhem in het jaar 1415 op Sint Mathiasavond (23 februari).]
Dat laatste, het feit dat het boek geschreven is in het Nederrijns (wat daaronder dan ook precies verstaan moet worden) laat zien dat Maria bewust gekozen heeft voor de taal van het gebied waar ze nu woonde. Voor een Franse prinses was dat zeker geen vanzelfsprekende keuze: gebedenboeken waren meestal in het Latijn geschreven en Frans was de taal van de adel. Ook de inhoud is verre van standaard. Het vertoont Franse invloeden, invloeden van de Moderne Devotie (maar minder dan je zou verwachten met Helmich als kopiist), en heel persoonlijke gebeden, zoals de tekst die Maria alle dagen moest bidden ter bescherming van haar man Reinoud. Dat Maria het boek ‘heeft laten opschrijven’ wil trouwens niet zeggen dat Helmich een commerciële kopiist was. Vermoedelijk was het werk een tegenprestatie voor een grote schenking van de hertogin aan het klooster Mariënborn, een schenking die uiteraard alles te maken had met het zielenheil van Maria. Het boek was dan vooral een herinnering aan die dienst aan God, zoals er ook een uitvoerige acte geweest zal zijn waarin dit was vastgelegd. Jammer genoeg is het archief van Mariënborn met het klooster verloren gegaan.
Het colofon suggereert op zijn minst dat Maria een wilskrachtige vrouw was: ze wist wat ze wilde: een uiterst omvangrijk gebedenboek met een uitzonderlijke samenstelling. Ze liet zichzelf daarin afbeelden, en ook die afbeelding is bijzonder. Niet een knielende vrouw in devotie voor een heilige of Maria, maar een staande figuur, in hemelsblauw gekleed, alsof ze de moeder van God zelf is. Het colofon daarbij hoe dan ook een belangrijke toegang tot de wereld rond dit mooie gebedenboek. Opvallend genoeg was het ook mijn toegang tot het boek.
In het voorjaar van 2014 werkte ik gedurende zes weken in de Staatsbibliothek zu Berlin. Een van de deelprojecten waarvoor ik materiaal verzamelde was een database met kopiistencolofons. Op mijn lijst stond ook Ms Germ Oct 42, het gebedenboek van Maria met het bijzondere colofon. Ik vroeg, met schroom, of ik het zou mogen zien. Helaas ging dat niet, maar ik kreeg wel de digitale opnamen te zien. Het was stap 1 op weg naar een lang avontuur dat nu heeft geleid tot crowdfunding en dat de komende jaren restauratie, onderzoek en een tentoonstelling zal brengen. Het begon met het colofon, en dat brengt ons bij vandaag, 23 februari. De zeshonderdste verjaardag van een mooi boek.
U kunt de restauratie van het gebedenboek steunen in een crowdfunding-project.
Laat een reactie achter