Door Marc van Oostendorp
- In deze video beantwoord ik vanuit het Beatrixpark in Amsterdam de vraag welke g er eerder was, de harde of de zachte.
Vanwege een serververhuizing in het datacenter van de Universiteit Leiden is neerlandistiek.nl op 27 november 2024 tijdelijk niet bereikbaar.
Onze excuses voor het ongemak!
Tim van der Avoird zegt
In het proefschrift van Hans Van de Velde van twintig jaar geleden staat ook nog wat argumentatie. In Onze Taal is dat proefschrift destijds besproken: https://onzetaal.nl/uploads/editor/9501_vandevelde.pdf
Michiel de Vaan zegt
De velare uitspraak zal inderdaad wel ouder zijn dan de uvulare. Maar al vroeg kan er verschil tussen een meer palatale ('zachtere') en en minder palatale variant zijn geweest. Juist het voorbeeld 'zeil' wijst daarop: die j uit g vind je alleen na i, e, a, maar niet na (Oudgermaanse) o of u.
Marc van Oostendorp zegt
Interessant punt; maar in dat geval was de verdeling harde vs zachte g indertijd dus mogelijk zo geregeld als nu in het Duits: sprekers hadden ze allebei en lieten de keuze afhangen van de contekst. Dat opent de mogelijkheid dat de harde en de zachte g allebei uit die situatie zijn voortgekomen (al lijkt me dat nog steeds niet zo waarschijnlijk).
Marcel Plaatsman zegt
Een j-achtige g is ook in veel andere Germaanse talen uiteindelijk ook echt een j geworden, bv. in het Engelse "day", het Friese "dij", maar ook in het Zweeds, zij het daar in de regel niet na klinkers, enkel ervoor: "göra" (doen, als "jeura" uitgesproken). Het gaat hier dan om g's die gepalataliseerd zijn, zoals in dezelfde talen ook k's gepalatisileerd raken ("church", "tsjerk", "kyrka" als sjuurka), ook buiten het Germaans een heel algemeen verschijnsel. De voorwaarde voor zo'n palatalisatie hoeft toch niet een zachte g of zelfs een zachte k, wat dat ook moge wezen, te zijn? Dat zou bij "zeil" dan ook niet hoeven.
Het is omgekeerd juist wel opvallend dat de verspreiding van die zachte g als stemhebbende fricatief overeenkomt met de verspreiding van z en v, die als een Franse invloed worden gezien (oorspronkelijk is f en s, afgezien van evt. assimilaties). Is er een verband tussen deze drie uitspraken?
Ook interessant: is de diepe West-Vlaamse en Zeeuwse g-klank, die op een h lijkt, eenvoudiger vanuit een oude zachte g te verklaren, of vanuit een harde?
Anoniem zegt
Ik denk zelf dat de harde G er ingeslopen is door arabisch/joodse (jiddish?) invloeden. Amsterdam was immers het centrum van de internationale handel.