Er is een kleine verandering die ik bij mezelf meen te bespeuren, maar die nauwelijks te bestuderen is. Ik heb het idee dat ik meer uitroeptekens schrijf dan vijfentwintig jaar geleden. En ik denk dat ik daar ook niet de enige in ben – anders zou ik het hier natuurlijk ook niet melden. Ik heb het onlangs eens op Twitter nagevraagd en daar vonden de mensen het ook.
- Ik doe dat morgen. Tot dan, Marc.
- Ik doe dat morgen! Tot dan! Marc.
Maar beter nog kun je het uitroepteken zien als een minismiley, de kleinste grafische manier om iets wat anders al te serieus klinkt er wat aardiger uit te laten zien, een van het groeiend arsenaal aan middelen die we inzetten om het geschreven woord méér te maken dan een opeenvolging van letters.
We hebben de afgelopen twee decennia een explosie meegemaakt van dat soort tekens. Mensen zeggen wel dat dit is om de schrijftaal wat van de kwaliteiten van de spreektaal mee te geven, maar die mensen hebben nog nooit een handgeschreven brief uit vroegere eeuwen gezien: ook daar staan tekeningetjes in, wordt van alles gedaan met de vervorming van het handschrift, enzovoort. Communiceren is altijd meer geweest dan een zakelijke boodschap overdragen, in letters.
Lucas Blijdschap zegt
Aardig? Smiley? En wat dacht je van agressie!!!
valens.nl zegt
Verzuchting….