“Jongens!”, zei Wouter, de hoogleraar Financiële Letterkunde, tegen de deur waarachter Sophie en Femke inmiddels al wekenlang een kamer bezet hielden. “Laat me even wat met jullie bespreken. Dit is belangrijk, dan kunnen jullie daarna weer verder bezetten.”
“Kom maar binnen, Wouter” riep de boomlange promovenda Sophie. “De deur is open!”
De kamer was na alle bezetting opmerkelijk keurig gebleven. Sophie en Femke zaten tegenover elkaar met ieder hun laptop, en tussen hen in een grote stapel gevulde koeken.
“Jongens!” zei Wouter nog maar eens, terwijl hij op een kantoorstoel ging zitten zodat een goede vergadersituatie ontstond. “Zoals jullie weten hebben ze in Den Haag en bij de KNAW weer iets nieuws verzonnen: de wetenschapsagenda. Het volk mag zomaar vragen gaan stellen, stel je voor!”
Sophie proestte het uit, zoals ze altijd deed wanneer Wouter zei, maar heus niet omdat hij haar leidinggevende was. “Ha! Net alsof wij dat niet veel beter kunnen! Dat is immer onze taak als wetenschapper!”, zei ze.
Wouter lachte smakelijk mee. “Ze zijn helemaal gek geworden,” gaf hij toe. “Maar ik verwacht dat over een aantal jaar het Nederlandse onderzoek toch wel voor een substantieel deel op deze manier betaald zal worden.”
Nu begon de promovenda Femke ook te proesten, maar ze hield daar snel mee op toen ze merkte dat Wouter en Sophie inmiddels heel ernstig keken.
“Ik vind het zelf ook niet leuk,” zei Wouter, “maar ik ben bang dat we maar beter mee kunnen doen. Het is ons van verschillende zijden duidelijk gemaakt dat het heel belangrijk is dat onderzoekers óók vragen inzenden. Dan kunnen die vragen worden meegenomen in de agenda. Dus zouden jullie geen vragen willen bedenken?”
“Maar dat zou toch bedrog zijn?” vroeg Femke. “Het idee is toch dat iedereen mag meevragen, niet alleen de wetenschappers!”
“Ja,” zei Wouter. “Maar ik weet van mijn contacten, insiders bij de Wetenschapsagenda, dat er maar één manier is om onheil te voorkomen. Ik heb al van iemand die voor de Agenda gewerkt het officiële verzoek gekregen om een vraag in te dienen over de Nederlandse gulden. Dat leek hun een onderwerp dat het volk wel aanspreekt. Niemand hoeft natuurlijk te weten dat ik die vraag heb gesteld. Ik heb hem laten insturen door onze hulp in de huishouding.”
Sophie zag dat Femke nog steeds een beetje bedenkelijk keek. “Ik vind het ook niet leuk,” zei ze. “Maar ik weet zeker dat de bèta’s ook allerlei vragen insturen. En die lui van mediawetenschappen zeker. Dus als wij nu niet meedoen, dan lopen die straks weg met de hele agenda.”
Atty van Delden zegt
Komt er ook een boekje uit met de hele serie colums?