Allereerst het verdwijnen van de zomercursussen in Zeist en Gent. Twee prachtige instituten die vrijwel unaniem positief beoordeeld worden door deelnemende studenten, en waarvan het effect duidelijk waarneembaar is voor hun medestudenten en docenten thuis. Marktverstoring? Wijs ons een zomercursus die zó veel studenten met zó veel enthousiasme voor het Nederlands naar huis terug laat gaan. Relatief kleine doelgroep en duur? Allicht, voor wie op korte termijn denkt. Liever zien wij het als een investering: in de toekomstige vertalers van Arnon Grunberg en Griet Op de Beeck. In de toekomstige medewerkers van ambassades. In de toekomstige tolk van Willem-Alexander, op staatsbezoek bij Poetin. In tolken die nabestaanden van MH17 bij kunnen staan. In stadsgidsen, journalisten, helpdeskmedewerkers, cultuurmensen. Niet alleen het cultureel belang is evident, ook diplomatiek en economisch zijn deze mensen van grote waarde voor Nederland en Vlaanderen. Moeten zij de taal en cultuur begrijpen zonder het taalgebied te bezoeken? Voor velen van hen is de zomercursus een eerste (en soms enige) gelegenheid naar Nederland of Vlaanderen te reizen. Er is geen digitale leeromgeving die daar tegenop kan.
Gaardenier zegt
Allemaal goed en wel, maar waarom die onnodige Romaanse leenwoorden i.p.v. Germaanse erwoorden?
Eenvoudig gezegd, is eigen taal niet duidelijk genoeg?
Waarom al dit onnuttige Nederfranglais?:
– Incident, suppletie, discussie, suggestie, debat, effect, relatief, enthousiasme, digitale, stage, extramuraal, authentiek, professionele, functie, enz.
Eigen taal werkelijk gebruiken kost wellicht iéts meer nadenken, maar voor beroepsmensen zou dat geen beletsel mogen vormen.
Om dit tekstje naar jullie door te sturen ben ik ook nog eens verplicht om op "publiceren" te drukken, terwijl daar eigenlijk openbaren zou moeten staan. Ongewoon wellicht, maar minstens zo begrijpbaar.
Met dank om er eens over na te denken.
Gaardenier zegt
erfwoorden