In memoriam Frank Martinus Arion
Frank Martinus Arion, april 2014, foto Michiel van Kempen |
Vanochtend heel vroeg overleed hij, of gisternacht heel laat, zo mag je het ook zeggen– het paste helemaal in het patroon van de man die nog minzaam glimlachend met een glas whiskey recht overeind stond, wanneer allen die hem omringden al als slappe vaatdoeken over hun barkruk hingen. Althans, dat was het beeld van de Frank Martinus Arion die decennialang op festival na festival te gast was. De man die minstens één dijk van een boek had geschreven: Dubbelspel – en is dat al niet meer dan de meeste auteurs uit hun pen krijgen? Maar vijf jaar geleden was het opeens afgelopen met die rots van een man die het levenslicht zag op de Rots der Struikeling, zoals zijn generatiegenoot Boeli van Leeuwen het noemde: Curaçao. In korte tijd deden Parkinson en Alzheimer hun verwoestende werk. Maar ze kregen Frank Efraïm Martinus er nooit helemaal onder.
Natuurlijk was het een droomdebuut, dat schitterende boek Dubbelspel waarmee de verlegen, prachtige jonge man Frank Martinus Arion in 1973 zijn intrede deed in de letteren.
Een roman die geschreven was alsof een heel goede vertaler hem uit een andere taal had overgebracht, zo observeerde Gerrit Komrij scherp. En in zekere zin was dat ook zo: de jonge Frank had een gedegen taaltraining gehad door de Fraters van Tilburg, maar zijn moedertaal was het Papiamentu. Ik heb het niet nagezocht, maar ik durf er gif op in te nemen dat praktische alle In Memoriams vooral gewijd zullen zijn aan deze roman, de eerste geheel zwarte Antilliaanse roman – nou ja, in het Nederlands dan toch. De romans die volgden schuurden, naar vorm en inhoud. Die waren in wezen veel Afrikanistischer dan zijn debuutroman. Afscheid van de koningin (1975) schopte al in zijn titel tegen het laatste heilige huisje dat was blijven staan na de révolte van 68; de rook van de rookbom onder de gouden koets was snel genoeg vervlogen. En Nobele wilden (1979) herpakte al in zijn titel het 18de-eeuwse stereotype van de edele zwarte, nu in een eigentijdse vertelling over een iconische plaats van het arrogante christendom: Lourdes. Die drie romans deden al snel vergeten dat Frank Martinus Arion helemaal niet zo anti-Hollands was. Hij schreef dan weliswaar al in de jaren ’50 echte zwarte verzen, maar Jos de Roo heeft in zijn proefschrift – recent als publiekseditie uitgebracht: Praatjes voor de West – laten zien hoe uit het éigenlijke debuut van Frank Martinus Arion, zijn columns voor de microfoon van de Wereldomroep, iemand tevoorschijn kwam die vol bewondering naar Nederland keek. Nee, dat was niet enkel een door de fraterswol geverfde naïeveling. Frank Martinus Arion bleef graag in Nederland komen, hij bewonderde de scherpte van Erasmus, het clair-obscur van Rembrandt, de taal van Multatuli. Ook zijn afkeer van het haring-eten in het verhaal ‘Sambal en haring’ is gegroeid uit een bijzondere, gelukkig ook kritische observatie van het Nederlandse leven. En hij kon eindeloos vaak op- en neervliegen, omdat zijn literaire vrienden en generatiegenoten Tip Marugg en Boeli van Leeuwen geen zin hadden om het vliegtuig te nemen en de baranka di lamán te verlaten.
Onder de kracht van Dubbelspel en de schuurspons van zijn volgende twee romans, kon Frank Martinus Arion weinig goeds meer doen in de ogen van de literaire kritiek. Zijn romans De laatste vrijheid (1995) en De deserteurs (2006) kregen met zure mondjes geschreven recensies. Goed, de laatste roman gaat in zijn groteske beschrijvingen misschien wat al te ver, maar De laatste vrijheid is als verbeelding van de vulkanische Caraïbische werkelijkheid minstens romantechnisch bijzonder geslaagd. Wie zal er nu spreken van zijn verzamelde essays Intimiteiten van het schrijven (2009) – ach ja, hij was vaak slordig en misschien zelfs lui in de aaneenrijging van een veelheid aan sprankelende ideeën. En wie zal er spreken over zijn verzamelde gedichten Heimwee en de Ruïne (2013), een bijna programmatische titel voor zijn eigen positie op de brokstukken van de laat-koloniale wereld, poëzie tegelijk zo vol van een blinkende vitaliteit.
Laat een reactie achter