Door Marc van Oostendorp
Jullie wisten het natuurlijk allang, want het artikel verscheen al in maart op internet, maar ik was er maar steeds niet aan toegekomen omdat ik zoveel andere dingen te doen had: het einde van de wetenschap is nabij omdat er teveel artikelen verschijnen.
In een nauwkeurige kwantitatieve studie gebaseerd op een groot aantal publicaties in de biologie en de natuurkunde laten de auteurs zien dat er steeds meer artikelen verschijnen, maar dat die artikelen daardoor ook steeds sneller uit de aandacht verdwijnen. De ‘halfwaardetijd’ van de citatiecijfers neemt almaar af: binnen steeds kortere tijd wordt er nooit meer naar een artikel in een ander artikel verwezen.
Nu is het feit dat alles steeds sneller gaat, natuurlijk geen bewijs dat het er zo slecht voor staat. Het is ook mogelijk dat de wetenschap inmiddels zo’n enorme vlucht heeft genomen, dat artikelen ook steeds sneller verouderen. Als ik het goed zie, biedt het artikel zelfs aanknopingspunten voor die aanname: wanneer we de halfwaardetijd niet meten in aantal maanden of jaren, maar in hoeveel publicaties er verschijnen, blijft ze min of meer constant: na een paar duizend andere publicaties houdt een artikel op te bestaan, behalve natuurlijk op de cv van de auteur.
Veel van de populair-wetenschappelijke aandacht die er kwam voor het artikel (bijvoorbeeld <hier>) was dus achteraf misschien wel wat overdreven – men legde een verband met het algehele afbrokkelen van de aandacht, en Facebook en Twitter, en de televisie, maar het is helemaal niet duidelijk dat er in de wetenschap nu zoiets treurigs gaande is.
Mij zou het eigenlijk wel wat lijken, als mijn eigen vak ook met zo’n enorme overdaad aan artikelen geconfronteerd werd: dat je elke ochtend bij het opstaan even op phonox.org ging kijken om de laatste 17 artikelen over Nederlandse fonologie (en 121 artikelen over direct gerelateerde onderwerpen) na te slaan die er in de voorafgaande 24 uur gepubliceerd waren en die je meteen moest lezen. En dat je dan naar je postdocs liep om samen te tandenknarsen dat die lui in Berkeley je weer net voor waren geweest met hun analyse van de wonderlijke vraagintonatie in het Roermonds, en je samen snel ging proberen fouten en gaten te ontdekken in de analyse om die nog dezelfde dag op te schrijven.
Je hoort ook nu taalkundigen en andere neerlandici wel klagen over dat er veel te veel gepubliceerd wordt, en dat het allemaal niet meer bij te benen is, maar die mensen weten niet wat ze missen, volgens mij. De enorme energie die eruit gaat van een doorlopende stroom publicaties! Dat ze maar aan mag zwellen en ook onze uithoeken van het wetenschapsbedrijf bereiken!
Laat een reactie achter