Door Lucas Seuren
Recent was ik op het Max Planck Instituut voor Psycholinguïstiek in Nijmegen voor een workshop over de ontogenese van wederzijds begrip. Vrij vertaald was het thema hoe kinderen de vaardigheid leren van het lezen van elkaars gedachten. Het is immers een merkwaardig fenomeen; ondanks dat we niet kunnen zien wat andere mensen denken en willen, kunnen we veelal probleemloos hun intenties inschatten. De keynote spreker was Michael Tomasello, directeur van het Max Planck Instituut voor Evolutionaire Antropologie in Leipzig. Hij vertelde over een experiment waarbij jonge kinderen samen met een onderzoeker speelgoed aan het opruimen waren. Als er dan nog een speeltje over was en de onderzoeker wees ernaar, dan pakte het kind het speelgoed op en deed het in de doos. Maar als papa of mama de kamer binnenkwam en naar het speelgoed wees, dan wist het kind veelal
niet wat te doen. Vaak gaf het kind het speelgoed aan de ouder.
Op het eerste gezicht lijkt dit misschien geen bijzonder resultaat – de meeste mensen zouden vast geen ander resultaat hebben verwacht. Maar een dergelijk experiment laat zien dat kinderen bijhouden in welke activiteit ze betrokken zijn en, cruciaal, ook met wie. In het experiment waren kinderen met de onderzoeker bezig met opruimen. Als de onderzoeker dan wijst naar speelgoed, wordt dat begrepen in die context van opruimen. Maar de ouder die binnenkomt was geen deelnemer aan de opruimactiviteit. Als die vervolgens naar speelgoed wijst, interpreteert het kind dat dus niet in de context van opruimen waar het op dat moment mee bezig is. In plaats daarvan zoekt het kind naar een andere reden waarom de ouder wijst.
Het onderzoek toont ook iets anders aan: non-verbale handelingen zijn sociale handelingen die geïnterpreteerd en begrepen worden in een context. Zonder gezamenlijke context, of in ieder geval met een zeer beperkte gezamenlijke context, is het erg lastig om te snappen wat iemand bedoelt. Het kind interpreteert de wijzende vinger van de onderzoeker binnen een gezamenlijke context van opruimen. Zonder die gezamenlijke context kan het kind zo’n handeling niet begrijpen.
Voor verbale taaluitingen is dit niet anders. Zo was ik onlangs op bezoek bij mijn ouders, waar ik Het Parool las. Daarin viel me op dat bij sommige interviews, de vragen van de interviewer niet werden afgedrukt. In plaats daarvan stond voor elk antwoord een soort van thema. Dit thema fungeert daardoor als context waarbinnen het antwoord begrepen moet worden. Zo begon het interview met voormalig hockeyster Fatima Moreira de Melo met het thema Rotterdam. Nou weet ik vrij weinig van Fatima, en dus wist ik ook niet dat ze in Rotterdam geboren was. Gelukkig vermelde ze dat zelf in haar antwoord. Daardoor kon ik nog wel begrijpen waar het over ging. Maar de zeer beperkte context maakt het dus erg lastig om het interview te volgen.
Tegen het slot liep ik tegen een aantal echte problemen aan. Zo was er het thema Chantal Janzen. Uit het antwoord kon ik opmaken dat Chantal tijdens een uitzending van de Televizierring onaardig was geweest tegen Fatima, maar omdat ik de Privé niet lees en geen Shownieuws kijk, had ik geen flauw idee waar het over ging. Het enige dat ik heb geleerd, is dat ze het hebben bijgelegd – zo kan ik weer met een gerust hart gaan slapen. Het grootste probleem was wel het thema Badr Hari. Ten eerste wist ik niet wat de twee met elkaar te maken hadden, maar dit keer hielp het antwoord ook niet: “Dat is ook weer zo’n ding. Het is een te lang slepend verhaal, weet je.” De enige manier om dat soort uitspraken te begrijpen is te googelen. En zo geïnteresseerd was ik nou ook weer niet.
Ik vraag me dan ook af waarom Het Parool voor zo’n opzet kiest. Ze hebben ongetwijfeld een breed lezerspubliek, en dat publiek zal niet van alle privéomstandigheden van alle bekende Amsterdammers op de hoogte zijn. Doordat de krant de gestelde vraag niet afdrukt, weet je ten eerste al niet hoe het antwoord geïnterpreteerd moet worden. Maar wanneer je als lezer niet bekend bent met de relevante details, kun je soms het antwoord vrijwel niet meer begrijpen. Wat je voor je ziet is een uitspraak zonder context, en net als de peuter kun je op zo’n moment vaak niet meer doen dan glazig voor je uitkijken en gokken dat je interpretatie correct is.
Laat een reactie achter