Door Marc van Oostendorp
Het zoemde al een tijdje rond, maar later vandaag – aan het begin van de internationale open access week – wordt het openbaar gemaakt: er komt meer gratis taalkunde! De resultaten van taalkundig onderzoek wordt in ieder geval fysiek toegankelijk voor iedereen die dat wil.
Een aantal belangrijke internationale taalkundige tijdschriften vertrekt vandaag of heel binnenkort – op Nederlands initiatief – bij hun oorspronkelijke commerciële uitgever en gaat de informatie voortaan gratis aanbieden via het internet. Het plan is dat in ieder geval de komende vijf jaar noch lezers noch auteurs hoeven te betalen voor de publicaties. En er is gerede hoop dat er ook daarna een oplossing komt, bij de mooie, door universiteitsbibliotheken over de hele wereld betaalde Open Library of Humanities.
Er is blijdschap alom. De Vereniging voor Samenwerkende Nederlandse Universiteiten, de KNAW, NWO en allerlei andere partners staan achter deze stap naar zogenoemde open access – ongetwijfeld in de hoop dat ook andere (geestes)wetenschappen zullen volgen. De informatie die wetenschappers, betaald met belastinggeld, maken, moet gratis zijn. Dit initiatief wil dat bereiken. De komende jaren zal de universiteitsbibliotheek van de Radboud Universiteit in Nijmegen de technische ondersteuning bieden; geld komt vooral van een Europese subsidie.
Mooie tijden
De redacties van de meeste tijdschriften wilden al langer best van de commerciële uitgevers af, maar er waren altijd allerlei obstakels. Willen de auteurs bijvoorbeeld wel meegaan – is het wel eervol genoeg om alleen elektronisch te publiceren? En krijg je de goede eer en naam van je oude tijdschrift wel weer in goede tijd opgebouwd (de commerciële uitgevers hebben die immers vaak in hun bezit)?
Om de actie te laten slagen, moeten er meerdere redacties tegelijkertijd overgaan. Bovendien moet het systeem zo worden dat het goedkoop en efficiënt kan zijn, terwijl tegelijkertijd de kwaliteit gegarandeerd blijft. Dat moment lijkt nu te komen. Een aantal redacties vormt, onder aanvoering van de Leidse hoogleraar Johan Rooryck, een consortium onder de naam LingOA (dat OA staat voor open access). Wat zij willen is niet het soort open access dat commerciële uitgevers nu willen, en waarbij auteurs soms duizenden euro’s betalen om hun artikel gepubliceerd te krijgen. Ook die duizenden euro’s zijn uiteindelijk belastinggeld.
Rooryck is momenteel nog hoofdredacteur van Lingua, een van de meest prestigieuze tijdschriften in de taalkunde. Pikant is dat Lingua, waarvan het prestige eigendom is van Elsevier, zoals bekend een van de boosdoeners in het gebied. Hoewel Rooryck nu aan Elsevier vraagt om mee te doen met het openstellen van de taalkunde voor redelijke tarieven, zit het er vermoedelijk niet in dat dit gaat gebeuren. In dat geval zal Rooryck vermoedelijk zijn eigen plan moeten trekken en mét zijn mederedacteuren een alternatief tijdschrift opzetten om zo te laten zien dat de kwaliteit niet komt van de strik die Elsevier om het blad knoopt, maar van het werk dat de taalkundigen doen.
Heugelijke dag
Achter de schermen gebeurt inmiddels ook in de andere geesteswetenschappen hetzelfde. Het is geloof ik niet overdreven om te zeggen dat Neder-L een rolletje heeft gespeeld in deze ontwikkeling. Wij zijn natuurlijk geen wetenschappelijk tijdschrift, maar open access zijn we des te meer. (Wanneer er ooit bij u aan de voordeur iemand kwam die geld kwam ophalen omdat u iedere lunchpauze Neder-L zat te lezen, was dat een bedrieger!
Nadat ik een paar jaar geleden een column over open access plaatste, kwam ik in contact met Saskia de Vries, een voormalige uitgever die inmiddels voor de KNAW en andere wetenschappelijke organisaties probeerde de open access van de grond te krijgen. Gelukkig kon ik haar in contact brengen met een aantal redacties – en dat alles heeft dus geleid tot de heugelijke dag van vandaag.
Bert Weltens zegt
Ik maak me alleen hier een beetje zorgen over: "Het plan is dat in ieder geval de komende vijf jaar noch lezers noch auteurs hoeven te betalen voor de publicaties. En er is gerede hoop dat er ook daarna een oplossing komt". In andere bestaande systemen betalen de auteurs namelijk aanzienlijke bedragen.
Marc van Oostendorp zegt
Ja, maar de absurde hoogte van die bedragen wordt bepaald door de commerciële uitgevers. Voor zover ik heb begrepen, moet de hele productie en opslag van een artikel makkelijk voor een paar honderd euro kunnen geschieden. Het idee is dat die door de universiteitsbibliotheken kunnen worden betaald als deze eenmaal minder geld kwijt zijn aan abonnementen. Daar dient onder andere het Open Library of the Humanities-project voor.