Een seer schoone ende ghenoechelicke
historie vanden aldervroomsten ende vermaertsten ridder
historie vanden aldervroomsten ende vermaertsten ridder
Palmerijn van Olijve,
sone van den coninck van Macedonien, ende van de schoone Griane,
dochter van Remicius, keyser van Constantinopelen,
de welcke vele wonderlicke avontueren in haren leven ghehadt hebben,
seer ghenoechelick ende playsant om lesen.
Eigenzinnig uit het Frans vertaald door een onbekende renaissancistische Amsterdammer [?]
in de oudste bewaard gebleven druk van Jan Janszen, Arnhem 1613.
Hoofdstuk 50 van de 139
Verantwoording (met naschriften)
Wie is wie in Palmerijn van Olijve?
Alle tot nog toe gepubliceerde hoofdstukken in één pdf:
Laat een reactie achter