• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Helena van Constantinopel, hoofdstuk 16

26 november 2015 door Willem Kuiper Reageer

Hoe coninck Hendrick weder te lande quam, daer hem sijn moeder willekome hiete.
[16]

   
Nu is coninck Hendric van Engelandt gekomen tot Bolonien ende sont een bode totten hertoge van Clocestre, hem seggende dat de coninck quame, ende dat hy hem seer geboot tot Helena, die hy boven alle dinck ter werelt lief hadde. “Waerom,” seyde de hertoge, “indien hyse so seer bemint, heeft hyse my doen verbernen met haer twee kinderkens?”
     Doen seyde de bode: “O valsche verrader, hebdy de schoonste, edelste ende goedertieren vrouwe verbrant? Soo vliet wech eer de coninck komt, want hy al ’t goet der werelt so seer niet en bemint als hy haer doet!”
     Dit hoorende, de hertoge verstont wel dat Helena verraden was, ende wert seer weenende.

Ende korts na desen quam de coninck te Londen, daer hem de hertoge seer blijdelijck ontfinck, ende vraeghde hoet met Helena ware, ende Maria, sijn nichte. Doen antwoorde de hertoge: “Seer wel!”
     Doen seyde de coninck: “Gelooft moet Godt zijn dat Hy my soo lange heeft gespaert dat ickse noch sien ende spreecken sal!”
     Doen quam d’oude coninginne ende hiet haren sone wellekom met groot misbaer, dat den coninck seer verwonderde, ende seyde: “Moeder, en weest niet droevich, want wy sijn alle ghesont weder ghekeert.”
     De moeder seyde: “Och sone, ick hebbe reden om droevigh te zijn, want de moordenaer van Clocestre heeft verbrant de liefste die ic ter werelt hadde, dat is Helena met haer twee sonen.”
     Van dese woorden meende de coninck t’ontsinnen ende riep datmen den hertoge doot sloege. Waer af de hertoghe vervaert was ende seyde: “Heer coninck, ’t selve dat ick ghedaen heb, hebdy my geboden te doen …”
     Doen seyde de coninck: “Ghy liecht, valsch verrader, want ghy schreeft my datse gelegen was van twee honden, dat valschelijck gheloghen was, wantet twee schoone sonen waren!”
     Als de hertoge van twee honden hoorde, so wiste hy wel dattet verraders gedaen hadden, ende meende hem t’ontschuldigen tegen den coninck. Maer de valsche verraedersse sprack tot haren soon: “Haddy Helena soo lief als ghy seght, ghy sout wel terstont wrake doen over hem diese verbrandt heeft met haer kinderkens!”
     Doen vraechde de coninck den hertoghe hoe hy Helena dorste verbernen. De hertoge antwoorde dat hyt hem bevolen hadde met neghen brieven, beseghelt met des coninck principael zegel, “’twelck ick begeere soo voor recht te toonen.”
     Doen seyde de coninc: “Kondyt voor recht toonen, soo verdrach ick der misdaet.”
     Ende doen ginck de coninck met de heeren op ’t palleys, daer d’oude verradersse oock quam, vragende haren sone waerom hy den ghenen niet en doode die sijn kinderen hadde verbrandt.
   
Binnen desen quam een vreemde bode tot coninc Henrick ende seyde: “Heer coninck, hier buyten is mijn heer den coninck Anthonis van Constantinopelen, ende begeert dat hy in u stadt logeren mach om wel te betalen.”
     Doen reet hem de coninck tegen met sijne heeren ende vraeghde hem wien hy ware ende wat hy socht. Coninck Anthonis seyde: “Ick soecke de schoone Helena, mijn dochter.”
     Doen seyde coninck Henrick: “Ick ben oock bedroeft om een die Helena hiet, die de hertoghe van Clocestre verbrant heeft met haer twee sonen, ’t welck hy bekoopen sal eer lanck!”
     Doen dat coninck Anthonis hoorde, veranderde hem sijn bloet ende vraeghde wat vrouwe datse was, ende van wat lant. Doen seyde coninck Henrick dat hy ’t niet en wiste, maer hy vertelde hem hoe hyse gevonden hadde by een fonteyne, ende hoese hem geseyt hadde datse uyt haren lande gevloden was om dat haer vader haer wilde trouwen tot een wijf, ende hoe hyse troude tegen sijns moeders danck, makende haer coninginne van Engelant. Dit hoorende, coninck Anthonis riep met luyder stemme: “Och, mijn lieve dochter Helena, sydy doot? Dat sal my oock mijn leven kosten!”
     Met dese woorden wert coninck Henrick so seer bedruckt datmen nauwelijck en wiste wiemen eerst troosten soude. Ende sijn soo nae Londen gereden.
   

*     *
*

Inleiding, verantwoording en commentaar
Hoofdstuk 16 in een synoptische, tweetalige (Nederlands-Frans) editie, met daarin verwerkt de versie in De vrouwen-peerle en de druk van de weduwe van Jehan Treperel, Paris ca. 1510.
Een woord dat u niet kent, kunt u opzoeken in het on-line Woordenboek der Nederlandsche Taal

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: de verduldige Helena, Helena van Constantinopel, La belle Hélène de Constantinople, letterkunde, Middelnederlandse letterkunde

Lees Interacties

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Sint Nicolaas

Zie eens, Mietje! wat al lekkers
U, Sint Nicolaas al bragt;
Omdat ge’ als gehoorzaam Meisje,
Uw verpligting hebt volbragt.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

De koeien schemeren door de heg,
het paard is uit taaitaai gesneden,
in ieder duindal ligt dun sneeuw.

De branding vlecht een veren zee
waar zon over omhoog stijgt, licht waarin
geen plaats om uit te vliegen is.

Bron: Uit de hoge boom geschreven, 1967

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

3 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Proefcollege Nederlands

11 december 2025: Proefcollege Nederlands

2 december 2025

➔ Lees meer
5 december 2025: Intreerede Jolyn Philips

5 december 2025: Intreerede Jolyn Philips

28 november 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1946 Dick Wortel
➔ Neerlandicikalender

Media

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

2 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

30 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

29 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
%d