door Gert de Jager
Ik wilde het u niet onthouden:
Aan de lul die verzon dat er een trema op poezie moet
Dankzij die gast
ben ik minstens 120 uur van mijn leven kwijt
aan iets volstrekt onbenulligs
Had zeventig vrouwen kunnen krikken.
De Twin Towers kunnen nabouwen met lucifers.
Maar nee.
zo’n hemading op die e
liefde voor taal noemen ze dat
als ik me er niks van aantrek
slaat een kudde gepensioneerde leraren op hol
die mij zondagsdichter gaan noemen.
Verdomme.
Zondagsdichter dan maar.
Zeventig vrouwen.
Ik zal aan jullie denken, sukkels.
Het gedicht komt uit de bundel Sauseschritt van Martijn Benders – onze hoofdredacteur wijdde er op zijn leesblog al een enthousiaste bespreking aan. Martijn Benders houdt zich niet op in het armetierige reservaat van de light verse en is toch de enige dichter om wie ik weleens hardop moet lachen. Sauseschritt bevat, naast dit gedicht, gekwelde en minder gekwelde liefdesgedichten; gedichten vol ergernis over het eigentijds bestaan; gedichten vol ergernis over het literaire leven; vertalingen van lange gedichten met een mythische inslag van de Griekse dichter Yannis Ritsos en de Hongaarse dichter Ferenc Juhász. Eén afdeling in de bundel geeft het begrip ‘hermetische poëzie’ een heel concrete invulling; u zult mij daar verder niet over horen. Maar verder: veel citeerbare regels. ‘Lang vocht ik tegen de notendop’, ‘Haar zieltje is van crêpepapier’, ‘Langzaam verdwijnt alles/ in de stropdasachtige schaduwen.’ Bij Benders worden het menselijk streven, de ziel en het metafysisch duister tastbare fenomenen in het hier en nu.
Waarom is ‘hemading’, nadat je er even om moest lachen, zo’n perfecte omschrijving? Keurig, netjes, goedkoop en voor iedereen. Taarten, rookworsten en fietslampjes. Het Groene Boekje. De regels van de Taalunie. Een organisatie als de Taalunie en de Hollandsche Eenheidsprijzen Maatschappij: wat ze gemeen hebben is zoiets als het propageren van fatsoenlijke armoede. Fantasieloosheid als core business: het leidt tot een keurslijf dat het lyrisch ‘ik’ in dit gedicht uren van zijn leven kost en vooral veel levensvreugde. Wie regelmatig ‘poëzie’ tikt, weet het als geen ander.
Op het gras lag een slome, oneetbare drol
groen over vliegen te dromen. Toen kwam zij op,
ik liet me vollopen en ik zei ‘een beetje liefde is al snel
net zo kittelorig als kippenvel’. Maar ze was alweer weg.
Het was kaal om me heen, kaler dan een steen
die eeuwen lag te mossen in zee. Zo kaal.
Kale foute vazen in kiezelig maanlicht. Kaal formulier.
Kale komma in dat gedicht waarover, lang is nagedacht.
Kaal als de . in een foutloze zin
Sauseschritt verscheen bij Uitgeverij Van Gennep, bevat ongeveer 150 bladzijden poëzie en werd ook al niet genomineerd voor de VSB-prijs. HEMA stond ooit voor Hollandsche Eenheidsprijzen Maatschappij Amsterdam.
Anoniem zegt
Práchtig! (Mét accenten)
Atty van Delden
Jaap van den Born zegt
Ik moet altijd lachen om de gedichten van Benders, maar dit is de eerste keer omdat ik het leuk vind. Ik zou ook niet weten waarom dit niet onder light verse valt.
De opmerking 'armetierig reservaat van het light verse' is me niet helemaal duidelijk. Wordt bedoeld dat het light verse ten onrechte door lieden in ivoren torens met minachting wordt bekeken en er maar armetierig van afkomt in besprekingen , of is hier juist sprake van iemand die vanuit een ivoren toren het light verse met minachting bekijkt?
Dat Benders medestanders heeft blijkt wel uit het verschijnen in 1932 van het 'Handboek der poëtiek' van P.N. de Nazaire dat op de omslag de fiere titel 'Handboek der Poetiek' draagt.
Martijn Benders zegt
De van Dale geeft een heel heldere definitie wat betreft 'Light verse': een gedicht over een luchtig onderwerp. Het verliezen van 120 uur van je leven aan iets onbenulligs lijkt mij geen luchtig onderwerp. Ik word hier aangevallen door Jaap van den Born alsof mijn poëtica dusdanig zou zijn dat ik zou geloven in een tweedeling tussen light verse en echte poëzie, net als vroeger mensen wel eens geloofden dat je science fiction boeken hebt en ook echte literatuur. Ik weet niet waar deze man dat van de pot gerukte idee vandaan heeft, van mij mag iedereen zo luchtig zijn als ie wil in de poëzie, ik geloof niet in tweedelingen, ik geloof enkel in goede en slechte dichters en ik hou van het werk van bijv Levi Weemoedt, Drs P en Peter Knipmeijer. Het verbaast mij dan ook keer op keer weer dat mij allerlei politieke posities worden toegeschreven die ik niet koester.