Pamfletten als het gisteren verschenen Weg met de wetenschap van Willem Otterspeer kunnen niet genoeg geschreven worden: erudiet en betrokken, en met nét dat vleugje onzin dat nodig is om je wakker te houden. Het is een vooral een betoog voor een academische opleiding met een brede algemene ontwikkeling, een opleiding tot intellectueel, weg van de overdreven aandacht voor superspecialismen.
Eerst die onzin maar even. Otterspeer geeft ‘de wetenschap’ de schuld van alles. Met die wetenschap bedoelt hij dan de natuurwetenschappen. Die arme natuurkundigen hebben er volgens hem voor gezorgd dat iedereen maar aan het specialiseren is geslagen, dat je alleen wordt afgerekend op double blind peer reviewed artikelen, dat alles meetbaar moet zijn, en dat de geesteswetenschappen er nu zo belabberd voorstaan.
Otterspeer kiest daarmee naar mijn smaak totaal de verkeerde vijand. Veel natuurwetenschappers zijn uitermate beschaafde lieden die hun Ulysses op hun duimpje kennen en zich na een dag in het lab onverwijld naar het Concertgebouw spoeden.
Zij hebben bovendien van sommige van die betreurenswaardige ontwikkelingen net zoveel last als wij. De ware tegenstanders – degenen die denken dat alle vakken op dezelfde manier beoefend moeten worden en vooral natuurlijk de beroepsmanagers – kunnen zich zo bovendien verschuilen achter onze collega’s en vrienden de natuurwetenschappers.
Grootste deugd
Bovendien is de oplossing van alle misère natuurlijk niet dat de (natuur)wetenschap maar geweerd moet worden uit het academische onderwijs.
Otterspeer geeft een paar aardige analyses van het verschil tussen alfa en bèta, dat volgens hem al terug te voeren is op het verschil tussen de sofisten en Socrates. De laatste meende dat er één waarheid is, en dat taal ertoe dient om die waarheid nauwkeurig en eenduidig te beschrijven; dat is ook de ambitie van de natuurwetenschapper. Sofisten en hun navolgers de alfa’s menen dat er vele gezichtspunten mogelijk zijn en dat taal een vooral van zichzelf afhankelijk systeem is, waarin niet duidelijkheid maar meerduidigheid de grootste deugd hoort te zijn.
Bagage
Nu lijkt mij het feit dat deze discussie al millennia duurt op zich al een aanwijzing dat je het hoger onderwijs niet exclusief aan een van die richtingen moet wijden. En met name kun je natuurlijk geen wereldbeeld verdedigen dat pluriformiteit voorstaat door te eisen dat de uniformen met al hun inzichten over het heelal en de structuur van de materie en het vermoeden van Hilbert opzouten van de stoepen van de academie.
Ik vermoed dat Otterspeer die onzinnige beweringen over de wetenschap alleen heeft toegevoegd om zijn pamflet extra te kruiden. (Nog bonter maakt hij het trouwens in het interview met De Correspondent van gisteren, waar trouwens ook de verslaggever zijn best lijkt hebben gedaan de hooggeleerde als zo wereldvreemd mogelijk neer te zetten.) Ik denk dat dit niet nodig was, want wat ik als het eigenlijke betoog zie, is sterk genoeg.
Dat betoog is om, tegen de keer in, te komen tot sterke liberal arts-opleidingen, waarin studenten leren om problemen van verschillende kanten te benaderen en bijvoorbeeld om actuele zaken in perspectief te zien. Om het onderwijs dus veel belangrijker te maken, en de universiteit zelfs primair te zien als een instelling van onderwijs en pas veel later – of helemaal niet meer – te zien als een instelling voor onderzoekers. En om nebenbei een basis van gedeelde culturele bagage op te bouwen bij de toekomstige burgers.
Slakkenstandpunt
Ik vind dat allemaal inspirerende gedachten, waarover best eens meer gediscussieerd mag worden. Als ik kinderen had die genoeg van studeren hielden – ik heb helendal geen kinderen, laat staan dat ze van studeren houden –, zou ik ze met een gerust hart naar een opleiding met een Great Books Program sturen, waarin een aanzienlijk deel van het curriculum bestaat in het gezamelijk bestuderen van de Ilias, King Lear en de Kritik der reinen Vernunft.
Tegelijkertijd zou ik er geloof ik op aandringen dat ze ook wel een vak leren, omdat je de wereld pas echt goed kunt zien wanneer je een duidelijk prisma hebt. De slakkenkenner weet alles over slakken, maar kan ook de wereld beter begrijpen omdat hij het slakkenstandpunt kent. En er is uiteindelijk natuurlijk geen mooier prisma dan dat van de wetenschap.
Anoniem zegt
'Kant'-tekening: de correcte titel van het werk van de Duitse filosoof luidt: Kritik der reinen Vernunft, niet: Kritik des reinen Vernunfts.