Als dese kersten princen een wijle te Brugghe gherust hadden, namen sy oorlof aenden coninck Moriant ende gingen t’schepe soo dat sy in Schotlant aen quamen, daer coninck Amaris’ broeder woonde, geheeten Gamans, dat een ongeloovich Turck was, ende had een suster, Ludienne geheten, die geerne kersten had geweest, [maer] sy en dorstet niet openbaren voor haren broeder. Ende de Kerstenen sloegen hun tenten voor de stadt Narbone, daer de coninck Gamans in woonde.
Ende doe de coninck het volck sach voor sijn stadt, bereyde hy hem met volck van wapenen ende quam ter stadt uyt ende sloech soo vreesselijck inde Kerstenen, soo dat van beyde sijden veel volcks verslaghen werdt. Ende Brixius die sloegh den coninck Gamans sijn een handt af, ende soude hem verslaeghen hebben en hadt ghedaen de groote menichte der Turcken die den coninck Gamans te bate quamen, ende Brixius ende sijn petre, de bisschop van Tours, worden gevangen.
Dit siende coninck Anthonis reet hen na, slaende op sijn vyanden, maer lacen hy quam te diep onder de Turcken, dat hy oock ghevangen wert, dies coninck Henrick ende Martijn quaelijck te vreden waren, maer sy en mochtent niet beteren.
Als de coninck Gamans sijn wonden vermaeckt hadde ende in sijn palleys gekomen was, soo dede hy terstont voor hem komen de coninck Anthonis ende de bisschop van Tours ende Brixius, sweerende dat hy hem wreken soude op hunlieden, ende soudese alle drie quaeder doodt doen sterven om dat Brixius hem sijn hant hadt afgheslaghen inden strijt. Ende sijn suster Ludienne dit hoorende, seyde sy: “Lieve broeder, al doody dese katijvighe Kerstenen, wat sal u des te badt zijn? Sekerlijck niet! Daerom soude ick u raeden dat ghyse ghevanghen hielt, op avontuer oft ghy oft yemandt van u heeren ghevanghen worde, soo moochdyse daer mede lossen sonder eenigh geldt oft goet daer af te gheven. Maer doodt ghyse, ende ghy heden oft morghen vande Kerstenen ghevangen wort, soo sullen sy u oock doen sterven. Daerom bepeyst u wel wat u te doen staet eer ghyse doet sterven.”
Desen raet dochte coninck Gamans seer goet te zijn. Hy bedanckte seer sijn suster, seggende: “Ick bid u dat ghy dese Kerstenen doet op setten int gevanckenis ende verwaert selver de sleutelen vanden prison, want ickse u bat dan yemant anders betrouwe.”
Dus heeft Ludienne de Kerstenen inde prison gedaen ende heeft de sleutels behouden.
Helena van Constantinopel, hoofdstuk 26
Hoe de kersten princen wonnen Schotlant ende ma[e]cktent kersten.
[26]
* *
*
Hoofdstuk 26 in een synoptische, tweetalige (Nederlands-Frans) editie, met daarin verwerkt de versie in De vrouwen-peerle en de druk van de weduwe van Jehan Treperel, Paris ca. 1510.
Een woord dat u niet kent, kunt u opzoeken in het on-line Woordenboek der Nederlandsche Taal
Laat een reactie achter