In de praktijk van Wout de Wit de laudatiesmid is altijd wat te doen. “Iedere werkdag (uitgezonderd schoolvakanties) krijg ik een mail,” zegt De Wit in zijn luxe studio met uitzicht over de Lange Mare, “van een wanhopige hoogleraar die dezelfde dag een laudatio moet houden en die geen idee heeft wat hij nu weer tegen deze kandidaat moet zeggen. Wij produceren dan binnen een half uurtje een aantrekkelijke lofrede.”
De Wit leest voor: “Gisteren grasduinde ik door mijn e-mails en stuitte op een e-mailconversatie tussen ons uit het begin van onze samenwerking. En daar spraken we al het vermoeden uit dat u vandaag hebt bevestigd.”
Het slot van een oratie is vaak wat delicaat. “Daarin worden de naaste familieleden betrokken, die de kandidaat in al die moeilijke tijden hebben bijgestaan, hoe zeer hij of zij door de promotor ook gedwongen was tot diep in de nacht door te werken.” Het probleem is vaak dat de promotor zelf ook geen idee heeft wie die naaste familieleden zijn. Is er een partner? Zijn er zelfs kinderen? Leven de ouders nog? “We kunnen eventueel aanvullend detectivewerk doen,” zegt de Wit, “maar daar zijn natuurlijk wel extra kosten mee gemoeid.”
Laat een reactie achter