Willem die Madocke maecte had er tijdens zijn meest slapeloze nachten natuurlijk niet van kunnen dromen dat er aan het begin van de 21e eeuw in Sint-Niklaas nog een Reynaertgenootschap zou bestaan dat ieder jaar een aanstekelijk jaarboek zou uitgeven: Tiecelijn.
Toch is dat genootschap er, en het jaarboek wordt zelfs gratis via het internet verspreid.
Het is een bonte verzameling, want in de geest van hun held laten de ware Reynaerdianen zich natuurlijk geen grenzen opleggen. Er zijn studies naar aspecten van Van den vos Reynaerde, maar ook historische studies (door onder andere Joep Leerssen) naar het onderzoek naar dat verhaal, of naar het voorkomen van een raaf in een cyclus van H.C. ten Berge. Ook zijn er fraai geïllustreerde artikelen over afbeeldingen waarop de vos (of enig ander fabeldier) voorkomt, recensies van geleerde werken én van dichtbundels door leden van het genootschap.
Ook is er een verslag van het XXIste Congres van de Société Internationale Renardienne in Zürich, afgelopen juli: “De enige minpuntjes waren de hitte (maar daar was weinig aan te doen) en het ontbreken van de mogelijkheid om een powerpointpresentatie in OpenOffice uit te voeren, waardoor mijn lezing bijna de mist inging.”
Die combinatie van van alles en nog wat – als het maar enig verband houdt met het vossenverhaal – werkt inspirerend. Het laat zien hoe belangrijk Van den vos Reynaerde voor sommige mensen nog is, en hoe zij dat verhaal nog overal zien doorwerken, hoe het hun wereld en hun leven nog steeds bepaalt. Het is voor die mensen niet zomaar een aantal woorden die ergens in de DBNL staan opgetast, maar een onderdeel van een levende traditie.
Andere literaire genootschappen hebben dat ook vaak wel – ook daar wordt in de beste gevallen serieus wetenschappelijk onderzoek gemengd met allerlei biografische trivia, onderlinge gezelligheid en een fascinatie voor de manier of er in een scene in een bekende tv-film inderdaad een boek van de favoriete auteur op tafel lag.
Maar zo sterk als in Tiecelijn werkt het vaak niet. Dat komt geloof ik doordat bij het Reynaertgenootschap de functies echt door elkaar lopen: de enthousiasten en de onderzoekers zijn minstens voor een deel precies dezelfden, men schroomt niet om serieus onderzoek te combineren met oprechte vreugde over de komst van een heuse Tiecelijnstraat in Sint-Niklaas, of klachten over de temperatuur tijdens een zomers congres. Lezen, leven en studeren lopen in elkaar over – en dat alles in het teken van de vos.
Laat een reactie achter