Het gaat mij om het verschil tussen taalvaardigheid en denkvaardigheid. Dat is het verschil tussen vorm en inhoud. Dit is een typisch filosofisch thema. Kant, de filosoof die een dik boek over het ‘zuivere denken’ heeft geschreven, zei het als volgt: vorm zonder inhoud is leeg, inhoud zonder vorm is blind. Vorm en inhoud, taal en denken, kunnen niet zonder elkaar, maar vallen niet samen. Ze zijn niet te scheiden, maar wel te onderscheiden. In mijn visie dienen neerlandici zich specifiek en expliciet bezig te houden met de vorm (welgevormde Nederlandse zinnen) en filosofen met de inhoud (het discursieve denken).
Taalvaardigheid en denkvaardigheid: vorm en inhoud
Door Martin Slagter
Afgemeten aan de toonhoogte van de reactie van bestuurslid Levende Talen Christine Brackmann op mijn artikel in Trouw van 10-2 jl., heb ik blijkbaar een gevoelige snaar geraakt met mijn stelling dat neerlandici ‘denkvaardigheidsonderwijs’ over moeten laten aan filosofen. Het grootste deel van haar stuk besteedt Brackmann aan de ‘drogredenen’ waar mijn artikel ‘bol’ van zou staan. Zo schrijf ik dat het ‘Manifest Nederlands als schoolvak’ het vak Nederlands leuker en moderner wil maken. ‘Drogreden 1’ stelt Brackmann gevat vast, want de woorden ‘leuk’ en ‘modern’ komen niet voor in het manifest. Dat klopt. Maar wel de volgende omschrijvingen en doelstellingen: ‘minder saai’, ‘aantrekkelijker’, ‘eigentijds’, ‘meer plezier’ en ‘al 25 jaar niet veranderd’. Je kunt erover twisten of ‘leuk en modern’ en adequate samenvatting is van die omschrijvingen en doelstellingen (mij lijkt van wel), maar als je dit een drogreden noemt, heb je toch niet helemaal begrepen wat dat is.
Je zou kunnen zeggen dat het hele stuk van Christine Brackmann een illustratie is van mijn punt dat neerlandici voor logica en argumenteren te rade moeten gaan bij filosofen. Zo schrijft Brackmann: “Slagter zet neerlandici weg als onbekwame lieden. Een retorische truc, hier ook te kwalificeren als drogreden 3.” Als ik iets níet beweer, dan is het wel dat neerlandici ‘onbekwame lieden’ zijn. Dat vind ik ook helemaal niet. Sterker: ik ben zelf neerlandicus. In vind alleen dat neerlandici zich bij hun vakgebied moeten houden: taalvaardigheidsonderwijs.
De centrale vraag die ik in mijn artikel stel, is: waarom zouden neerlandici gekwalificeerd zijn om ‘denkvaardigheidsonderwijs’ te geven? Neerlandici antwoorden dan: je kan geen Nederlands geven ‘zonder een beroep te doen op de denkvaardigheid van leerlingen’. Dat is zeker waar, maar dat geldt voor elk schoolvak! Ook docenten wiskunde, scheikunde en geschiedenis doen een beroep op de denkvaardigheid van leerlingen. Zij kunnen dus met evenveel recht claimen ‘denkvaardigheidsonderwijs’ te kunnen geven. Net zoals elk vak een beroep doet op de denkvaardigheid van leerlingen, doet elk vak ook een beroep op de taalvaardigheid van leerlingen. Ook docenten wiskunde, scheikunde geschiedenis maken in hun lessen gebruik van taal. Maakt hen dat geschikt om taalvaardigheidsonderwijs te geven? Ik denk niet dat veel neerlandici deze vraag bevestigend zullen beantwoorden. Bij elk vak speel taalvaardigheid een rol, maar alleen neerlandici zijn specifiek toegerust om dit vak expliciet te doceren. Omgekeerd: bij elk vak speelt denkvaardigheid een rol, maar alleen filosofen zijn toegerust om dit vak te doceren.
Als je vindt dat neerlandici denkvaardigheidsonderwijs kunnen geven, omdat je geen Nederlands kunt geven zonder een beroep te doen op denkvaardigheid, kun je er logisch gezien geen bezwaar tegen hebben dat elke docent Nederlands kan geven.
Herma van den Brand zegt
Maar in het manifest staat toch nergens dat de docent Nederlands denkvaardigheid moet doceren? Er staat bij stelling 2: "Doen maar ook denken. Het schoolvak Nederlands moet ook denkvaardigheidsonderwijs zijn en aansluiten bij recente didactische inzichten op het gebied van leerkrachtmodellering, en observerend en samenwerkend leren. Daarbij moeten een onderzoekende houding en creativiteit worden gestimuleerd en ontwikkeld."
Dat is alles wat er over denkvaardigheidsonderwijs gezegd wordt. En ja, dit geldt inderdaad voor alle vakken, dus ook voor Nederlands. Vandaar dat het er staat!
Stephan Groot zegt
Het manifest pleit voor verandering. Als hier wordt bedoeld wat er altijd al was (leren nadenken, zoals dit bij ieder vak gebeurt) had het niet genoemd hoeven worden in het manifest. Het manifest spreekt over veranderingen en verbeteringen. In die context (het gaat om een toevoeging/verandering tov het huidige onderwojs) begrijp ik wel dat dhr.Slagter de term denkvaardigheidsonderwijs interpreteert volgens de eigenlijke betekenis = denken over denken = filosofie.
Martin Slagter zegt
De zin "Het schoolvak Nederlands moet ook denkvaardigheidsonderwijs zijn" betekent toch niets anders dan dat de docent Nederlands denkvaardigheid moet doceren, Herma van den Brand? Als je in acht stellingen je visie op het schoolvak Nederlands formuleert en een van die acht stellingen gaat over Nederlands als denkvaardigheidsonderwijs, leg je behoorlijk veel nadruk op dat soort onderwijs. Als dat gewoon iets is wat voor ieder schoolvak geldt, had die stelling niet in het manifest opgenomen hoeven te worden.
Marc van Oostendorp zegt
Het lijkt mij dat je zo'n oproep prominent kunt maken om twee redenen:
– je vindt dat het schoolvak Nederlands *meer* dan andere vakken geschikt is om te leren denken
– je vindt dat er in het schoolvak Nederlands *minder* aandacht wordt besteed aan leren denken dan bij andere vakken.
U valt de eerste interpretatie aan, maar ik lees het manifest zo dat de tweede wordt bedoeld.
Overigens lijkt mij duidelijk dat het leren van X vaak uit twee componenten bestaat:
– iemand legt je uit hoe je X doet
– je traint je in X
Het gaat hier meer om het trainen van bepaalde vormen van analytisch denken dan om reflectie op dat denken zelf. Voor dat laatste zijn filosofielessen heel geschikt en in mijn ogen geldt dat als er één vak een prominentere plaats zou moeten krijgen het pakket op de middelbare school, dit precies wijsbegeerte zou moeten zijn. Maar dat staat niet in de weg dat je je bij andere vakken nog steeds zou moeten trainen in vormen van denken. En dus ook bij Nederlands.
Anoniem zegt
@Marc Dat laatste kan ik volledig onderschrijven. Met een duidelijker beschrijving van het begrip denkvaardigheidsonderwijs in het manifest had deze discussie niet eens plaatsgevonden ws. Al blijft het zinvol middels discussie eea aan te scherpen. Vr. gr. Henrike