Door Peter Alexander Kerkhof
Langzaam kruip ik door het struikgewas. Het kreupelhout kraakt vervaarlijk en bezorgd kijk ik naar mijn prooi, een gigantisch hert dat bijna drie meter groot is. Het dier heeft me niet opgemerkt en gaat rustig door met grazen. Terwijl ik mijn boog span en voorzichtig aanleg, hoor ik de insecten om heen zoemen, de wind door de boomkruinen jagen en zie ik in de verte de majestueuze bergtoppen van de Karpaten. Veilig vanachter mijn computer bestuur ik Takkar, de hoofdpersoon van de videogame waar ik in verzonken ben. Takkar is een jager-verzamelaar die omstreeks 10.000 voor Christus door de bossen van Oost-Europa dwaalt. De sfeeropbouw van het spel is indrukwekkend. Het steentijdbos dat de videogame Far Cry Primal op mijn beeldscherm tovert, leeft op elke mogelijke manier. Maar het zijn niet de schitterende beelden en achtergrondgeluiden die mij de indruk geven daadwerkelijk in een tijdmachine te zijn gestapt. Het is het feit dat de gesprekken die de hoofdpersoon met zijn stamgenoten voert, plaatsvinden in een echte prehistorische taal, de verre verre voorouder van het hedendaagse Nederlands.
De Indo-Europese vooroudertaal
Far Cry Primal, het videospel dat op 23 februari in de verkoop ging, is een spel dat dat met veel oog voor detail gemaakt is. De dieren en de hutten zijn allemaal met behulp van uitgebreide documentatie in schitterend 3D nagemaakt. Om die authenticiteit vast te houden, wilden de Canadese spelontwikkelaars dat ook de personages een realistische prehistorische taal met elkaar zouden spreken. Om deze taal zo echt mogelijk te laten klinken, huurden ze de Amerikaanse taalwetenschappers Andrew en Brenna Byrd in. Het echtpaar is werkzaam aan de universiteit van Kentucky en beiden zijn getraind in de Vergelijkende Indo-Europese Taalwetenschap. Deze wetenschappelijke discipline vergelijkt de oudste talen van de Indo-Europese taalfamilie, zoals het Gotisch, het Hettitisch en het Homerisch Grieks, met elkaar en kan zo de klanken en de grammatica van de prehistorische vooroudertaal, het Proto-Indo-Europees, reconstrueren. Toch is het werk van de Vergelijkende Taalwetenschap niet in brede kring bekend. Zoals Andrew Byrd het zelf stelt: “Ons vakgebied heeft een PR-probleem”. Met hun bijdrage aan de videogame Far Cry Primal hopen Andrew en zijn vrouw daar verandering in te brengen en de wetenschappelijke resultaten van vijf generaties taalkundig onderzoek toegankelijk te maken voor een miljoenenpubliek. De voorgaande delen van de Far Cry spelreeks hebben immers meer dan 16 miljoen exemplaren verkocht.
Verzamelen
Er moet wel worden gezegd dat het niet precies de wetenschappelijk gereconstrueerde taal is, die in het spel gebruikt wordt. De Amerikaanse taalwetenschappers hebben het wetenschappelijke Proto-Indo-Europees omgezet naar drie verschillende dialecten die subtiele verschillen met elkaar vertonen. Dat is wel net zo realistisch, want het echte Indo-Europees heeft waarschijnlijk ook dialecten gekend.
De Wenja, de stam waartoe de hoofdpersoon behoort, spreken een vereenvoudigd dialect van het Proto-Indo-Europees dat erg ritmisch klinkt en vrijwel identiek is aan het dialect van hun aartsvijanden, de Udam. De Isila, de derde stam van het videospel, spreken daarentegen een geavanceerdere vorm van het Indo-Europees die erg dicht in de buurt komt van de wetenschappelijke reconstructie.
Andrew Byrd vertelt dat ten behoeve van de stemacteurs en het gamedesign enige concessies moesten worden gedaan. Zo zijn de echt exotische klanken van het Proto-Indo-Europees zoals de imploderende plofklanken en de Arabisch-aandoende keelklanken versimpeld. Ook het ingewikkelde werkwoordsysteem is vereenvoudigd. Toch doet dat niet af aan het monumentale werk dat Andrew en Brenna verricht hebben. Ze reconstrueerden meer dan 40.000 woorden voor de dialogen van het spel. Ook vertaalden ze een script van vele honderden pagina’s vanuit het Engels naar de drie prehistorische dialecten.
Smarkaka Takkar. Ta Gwarpati
Hoe klinkt dat dan, die prehistorische taal van het videospel? Eén van de zinnen die je veelvuldig zult horen in het spel, is ‘smarkaka Takkar. Ta gwarpati’. Dat betekent zoveel als ‘Wees gegroet, Takkar. Jij bent de beestenmeester,’ een titel die verwijst naar het talent van de hoofdpersoon om wilde dieren te temmen. De wetenschappelijke reconstructie die achter deze zin ligt, zou ‘smerkeh toi, Takkar. Toeh hesi gwerpotis’ zijn. Deze vergelijking maakt duidelijk dat de Amerikaanse taalwetenschappers de klank ‘a’ een bevoorrechte positie hebben gegeven. Dat is opvallend, want veel taalwetenschappers betogen dat het Proto-Indo-Europees de a–klank überhaupt niet heeft gekend.
Soms is het ook voor de niet-specialist mogelijk een woord te herkennen. Zo noemen de stamgenoten elkaar ‘brasjtar’, een woord dat overeenkomt met het Nederlandse woord ‘broeder’. Het woord voor ‘eten’ luidt ‘hada’, wat ook redelijk dicht bij het Nederlandse woord ‘eten’ ligt. Ook in de grammatica zijn de overeenkomsten duidelijk. De verbogen vorm voor ‘zij zijn’ luidt in het spel ‘shanti’, een werkwoordsvorm die overeenkomt met het Sanskriet ‘santi’, het Latijnse ‘sunt’ en het Duitse ‘Sie sind’. Voor een taalwetenschapper zijn de dialogen van het spel dus een feest van herkenning.
Realisme
Kan het videospel dan beschouwd worden als een realistische weergave van het leven en de taal van onze prehistorische voorouders? Welnu, daar wringt de schoen beslist. De manier waarop het steentijdleven is afgebeeld is niet bepaald realistisch. Zo behoort het berijden van mammoeten tot de mogelijkheden, iets wat je in de werkelijkheid als steentijdbewoner waarschijnlijk niet moest proberen. Ook lopen er Neanderthaler-mensen rond. Die waren in de Middensteentijd waarschijnlijk al lang uitgestorven.
Eén van de taalkundige pijnpunten is dat het verhaal van het spel zich afspeelt omstreeks 10.000 voor Christus, ongeveer zesduizend jaar eerder dan de vroege bronstijd waarin de meeste taalwetenschappers de Proto-Indo-Europese vooroudertaal plaatsen. De tijdsdiepte waarop het videospel de personages Proto-Indo-Europees laat spreken, is dus totaal verkeerd. Over de prehistorische vooroudertalen van de steentijd durven de meeste taalwetenschappers niks te zeggen. Zover terug in de tijd reiken de taalkundige reconstructies niet.
Thuisland
Wat menig specialist wel weer deugd zal doen, is het feit dat het videospel de Proto-Indo-Europees-sprekende stammen in Centraal- en Oost-Europa plaatst. Dat is waar de Vergelijkende Taalwetenschap denkt dat de oorsprong van onze taalfamilie ligt. Daarin staan de taalwetenschappers recht tegenover de archeologen die het aantrekkelijker vinden om de verspreiding van de Indo-Europese talen te verbinden met de verspreiding van de landbouw uit het Midden Oosten. De keuze van de spelontwikkelaars om voor hun Oost-Europese decor het Proto-Indo-Europees als prehistorische taal te gebruiken kan misschien meer bekendheid geven aan de taalwetenschappelijke positie binnen het debat. Want die krijgt in de media beduidend minder aandacht dan de publicaties van de archeologen.
Exposure
Het videospel Far Cry Primal doet iets wat tot dusver geen enkel medium is gelukt. Namelijk de onderzoeksresultaten van de vergelijkende taalwetenschap in miljoenen huiskamers brengen. Het wetenschappelijke werk dat aan de basis ligt van de taal wordt jammer genoeg pas in de aftiteling van het spel expliciet genoemd. Toch ben ik ervan overtuigd dat er genoeg mensen zullen zijn die geïnspireerd door de exotische klanken een wikipedia- of google-zoektocht zullen wagen naar waar die vreemde woorden uit het spel vandaan kwamen. En zo zullen ze hopelijk alsnog uitkomen bij de Vergelijkende Indo-Europese Taalwetenschap, een vakgebied waarvan de mysteries al vele generaties taalwetenschappers hebben geboeid.
In het april-nummer van het tijdschrift Onze Taal verschijnt een andere versie van dit artikel.
Drabkikker zegt
Cool! Dat mag ik altijd graag, als er in populaire cultuuruitingen een serieuze gooi naar de taal wordt gedaan. Zie bijvoorbeeld ook de film Stargate, waar daadwerkelijk een soort Egyptisch voor is ge(re)construeerd.
Ik wist overigens niet dat het Proto-Indo-Europees aan implosieven deed?
Jona Lendering zegt
Hier is de recensie van een archeoloog, die de taalreconstructie eveneens kan waarderen: http://www.joshobrouwers.com/far-cry-primal-game-diary-13/ (George van Hal heeft in de New Scientist van deze maand een soortgelijke bespreking.)