Door Marc van Oostendorp
Door omstandigheden kon ik er helaas niet bij zijn toen Ionica Smeets vorige week vrijdag haar oratie uitsprak als hoogleraar wetenschapscommunicatie. Nu ja, laat ik eerlijk zijn, de omstandigheden bestonden er vooral uit dat ik ergens in een Italiaans bergdorp frutti di mare (!) zat te eten. Ik had hoe dan ook het graag meegemaakt, want ik vind Smeets steengoed en ik was erg benieuwd naar wat ze te zeggen had.
In afwachting daarvan verscheen op het wereldwijde netwerk van computers gelukkig wel een column die de filosoof Vincent Gijsbers uitsprak op een feestelijke avond na Smeets’ oratie. En die column is me nu eens echt uit het hart gegrepen.
Gratis toegankelijk
Gijsbers verzet zich in die column tegen het ‘populariseren’ – de gedachte dat het onze taak is om af en toe brokjes wetenschap in hapklare brokken te verdelen en deze brokken over het toegestroomde hongerige publiek te strooien. In plaats daarvan moet hij communiceren: zich op gelijke hoogte stellen met de mensen buiten het eigen vakgebied en als een gelijke praten met die mensen. Niet alleen om hen voor te lichten, maar ook om te begrijpen wat zij daarop zeggen.
(Ik heb de hele tijd zin om uit die column te citeren, maar het komt er dan uiteindelijk toch op neer dat ik dat hele stukje hier zou moeten plaatsen en dat heeft geen zin omdat het al luid en duidelijk en voor jullie allemaal gratis toegankelijk hier op internet staat. Als je vandaag maar één stukje kan lezen, sla Neerlandistiek dan maar een keer over en lees dat stukje.)
Minderheidsgroepering
Dat is precies waarom ik inmiddels overtuigd blogger ben: niet eens zozeer omdat ik dan als ik zin heb iedere dag een stukje kan schrijven en dat in jullie wijdopengesperde bekkies te proppen, maar vooral vanwege het reactiepaneel.
Nu ja, die stukjes zijn ook belangrijk. Omdat het er bijna iedere dag een is, kan ik allerlei zaken aan de orde stellen. De ene dag toon ik de grandeur en misère van het bestaan van de onderzoeker temidden van de bestuurderen, de volgende dag bespreek ik een fonetisch detail in de uitspraak van een minuscule minderheidsgroepering, en de dag erna beantwoord ik een vraag uit de wetenschapsagenda.
Taalverandering
Mijn idee is dat de enkeling die dit leest hierdoor beter inzicht krijgt in het reilen en zeilen van de Nederlandse taalkunde dan door een geïsoleerde beschouwing in de krant naar aanleiding van, zeg, het r-atics congres dat dezer dagen op de Fryske Akademy plaatsvindt en waar ik vanwege voorschrijdende frutti-di-mare-activiteiten nog steeds niet bij kan zijn.
Overigens overdrijft die Gijsbers ook wel een beetje in zijn column. Je kunt als wetenschapper in de communicatie niet de hele tijd álles op het spel zetten en daarmee helemaal gelijkwaardig zijn. De kans dat ik mijn inzichten verander naar aanleiding van een commentaar van een willekeurige voorbijganger op dit blog zou ik toch wel wat lager willen hebben dan de kans dat een voorbijganger een stukje van mij leest en ineens inziet hoe onbelangrijk radio en televisie zijn voor taalverandering.
Verward geschreeuw
Ik heb nu eenmaal een belangrijk deel van mijn leven geïnvesteerd in deze onderwerpen, niet alleen om er zelf over na te denken, maar ook om zoveel mogelijk te lezen van wat allerlei zeer- en hooggeleerde dames en heren over een en ander te berde hebben gebracht. Ik wil best democratisch zijn, maar dat kan ook weer niet zo ver gaan dat ik de inzichten uit het vak ga beschouwen als gelijkwaardig aan die van een gefrustreerde tekstschrijver die vindt dat het nu eens tijd is voor zijn mening over de juiste spelling van ’te allen tijde’.
Volkomen gelijkwaardigheid kan, kortom, ook niet bestaan zonder dat de communicatie verzuipt in verward geschreeuw. Maar ook daarin voorziet natuurlijk een weblog als dit waarin alleen geselecteerde mensen stukjes schrijven en commentaar – met mate en achteraf – kan worden gemodereerd.
Maar tegelijk heeft Gijsbers uiteindelijk natuurlijk wel gelijk: uiteindelijk ga ik ervan uit dat alles wat ik denk te weten uiteindelijk ter discussie staat. En wacht ik hier op degene die zo’n discussie begint.
Ook de oudheidkundige Jona Lendering schreef gisteren over hier aangeroerde kwesties op zijn persoonlijke blog.
janien zegt
Definitely beautiful in woord en beeld!