• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Het beoordelen van schrijfvaardigheid. Een socratisch gesprek

21 juni 2016 door Redactie Neerlandistiek 1 Reactie

Verslag van de zaterdag gehouden dag Nederlands Nu, voor leraren Nederlands

Door Henk ter Haar

Anne Veentsra, leraar Nederlands aan het 4e gymnasium in Amsterdam leidt het beoordelen van schrijfopdrachten in aan de hand van een beoordelingsmodel dat hij op het bord laat zien. Hij legt uit dat het voor hem al heel lang niet goed voelt om een 4,9 of een 6,3 voor een schrijfopdracht te geven. Want wat zegt dat nu helemaal? 

Het leren stopt bovendien bij het terugkrijgen van een cijfer. Bijvoorbeeld 4.9. We moeten dan ook niet alleen het eindproduct beoordelen, maar ook het proces beoordelen.  Lastig hierbij is dat leerlingen ook een cijfer verwachten en daar een deel van hun motivatie uithalen voor het werken aan schrijfopdrachten.  Het uiteindelijke doel van jou als leraar zou dan ook moeten zijn elke  leerling een 10 te geven. En die 10 zou moeten staan voor: het is goed, voldaan.
De vraag die wij ons moeten stellen is hoe we leerlingen feedback zouden kunnen geven op schrijfproducten ( of andere onderdelen ) en tegelijk de leerling gemotiveerd te houden.  En dat is niet zo eenvoudig. Want wat doet de leerling als hij voor andere vakken wel cijfers krijgt en voor Nederlands niet (of veel minder). Gaat hij dan nog aan het werk voor ons vak?

Het geven van cijfers is een makkelijke manier van verantwoording. Maar niet per se een goede manier. Wat zou een goed alternatief kunnen zijn?   Of moeten we eigenlijk toch maar gewoon cijfers blijven geven voor schrijfvaardigheid?  En als je geen cijfers meer wilt geven. Hoe ga je dat dan niet doen?

Met de vraag: Moeten we wel/geen cijfers geven voor schrijfvaardigheid, starten we een kort schrijfmoment, waarbij alle deelnemers voor zichzelf een antwoord formuleren op de vraag, maar ook weer nieuwe vragen proberen te bedenken.

In de volgende gespreksronde, komt een heel aantal nieuwe vragen aanbod.

  • Hoe zorgen we dat beoordeling van schijfopdrachten niet te subjectief is?.
  • Hoe maak je leerlingen eigenaar van hun leerproces?
  • Zou een OVG beoordeling minder subjectief zijn dan cijferbeoordeling?
  • Hoe komt het dat leerlingen zo weinig aan inhoud toe lijken te komen bij schrijfopdrachten?
  • Hoe laat je feedback die leerlingen van elkaar en de leraar krijgen beklijven?
  • Beheersen leerlingen het abstractieniveau dat vereist is voor (complexe) schrijfopdrachten?
  • Belemmert onze kretologie de leerling niet bij het geven van feedback? Hoe sluiten wij op een passende manier aan bij de leerling?
  • Hoe zorgen wij voor een doorgaande leerlijn als het gaat om vaardighedenonderwijs?
  • Hoe kijken we naar het schrijfdossier? Zou het opnieuw invoeren van het schrijfdossier een uitweg kunnen bieden, op zoek naar een betere beoordelingsvorm?
  • Moeten we misschien over een feedbackdossier na gaan denken?
  • Hebben wij van onze leerlingen geen cijferminnende monstertjes gemaakt?
  • Hoe maak je verschil in kwaliteit duidelijk in een situatie zonder cijfers?
  • Wat wordt onze eigen rol op het moment dat leerlingen elkaar meer en meer gaan voorzien van feedback.  Welke plek krijgt de kennis en expertise van de leraar nog?
  • Houden we voldoende aandacht voor goede schrijvers? Hoe brengen we goede schrijvers naar een nog beter niveau?

Het nadenken over deze vragen, levert uiteindelijk een nieuwe vraag op:

Hoe kunnen wij wat we belangrijk vinden in de beoordeling als het gaat om feedback, behouden binnen een systeem dat toch een cijfer eist.

Op deze vraag geven wij met elkaar in de beperkte tijd geen antwoord, maar het is wel een vraag die wij mee mogen nemen de eigen school in, bij het verder ontwikkelen van ons schrijfonderwijs.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel

Lees Interacties

Reacties

  1. Pascal Marcelis (@PascalMarcelis) zegt

    21 juni 2016 om 12:45

    Mooie vragen. Een overpeinzing van iemand die geen docent is: Hoe maak je leerlingen bewust dat een cijfer niet iets is dat los staat, maar onderdeel uitmaakt van een groter geheel? Een indicatie op weg naar een einddoel. Mooi om een 10 als streven te hebben, maar uiteindelijk is het maatwerk. Een reële inschatting van iemands willen en kunnen, toch? Kun je dat als leraar bepalen, of doe je dat samen? Of is de groep homogeen en geldt het voor iedereen? *Beklim de berg met als doel hogerop te komen, en niet perse om de top te bereiken. De top is de kers op de taart. En niet iedereen houdt van die kersen (op zware siroop;). Sommigen hebben hun buik al vol van de taart…*

    Beantwoorden

Laat een reactie achter bij Pascal Marcelis (@PascalMarcelis)Reactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Tom Graftdijk • De electrische stoel (1)

politici met hun handen op één
verschrikkelijke buik verspreiden
de publieke geheimen waar ik
geen weet van heb

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

OPSTAAN BIJ RADIO

Waterhoogten in de ochtend
maken kamers vol van kou,
waterkou en blauwe luchten,
was en val, ik was mij gauw.

Bron: datering: 1948-1955; Tijdrovertje, postuum gepubliceerd, 1992

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

6 februari 2026: Towards New Horizons of Scholarly Publishing

6 februari 2026: Towards New Horizons of Scholarly Publishing

17 december 2025

➔ Lees meer
28 december 2025: Zesde editie van Winterzinnen

28 december 2025: Zesde editie van Winterzinnen

16 december 2025

➔ Lees meer
14 januari – 6 maart 2026: Workshop Slimmer zoeken in Delpher

14 januari – 6 maart 2026: Workshop Slimmer zoeken in Delpher

10 december 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1805 Joan van Bolhuis
1907 Jacob Drewes
1908 Wytze Hellinga
1933 Johan Mönnink
➔ Neerlandicikalender

Media

Het verdwenen botje van Sint-Werenfridus

Het verdwenen botje van Sint-Werenfridus

18 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek 2 Reacties

➔ Lees meer
Elise Vos – Van alles de laatste

Elise Vos – Van alles de laatste

17 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Waar komt al die literatuur vandaan?

Waar komt al die literatuur vandaan?

16 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
%d