President Tsaar op Obama Beach op de voet gevolgd (11/60)
Door Marc van Oostendorp
Deze zomer publiceren nrc.next en NRC Handelsblad de roman President Tsaar op Obama Beach van A.F.Th. van der Heijden als feuilleton. De afleveringen verschijnen ’s ochtends <op de website van de krant>. In de loop van de dag blog ik een bespreking. Vandaag: aflevering 11.
Soms merk je wel dat Natan een spookverschijning is, iemand die eigenlijk vooral bestaat in het hoofd van zijn vader – een vader die op dit moment te pletter slaat.
Die vader, weten we immers is wat vroeger een digibeet heette. Natan is daarentegen een jongen die van wanten weet op de digitale snelweg. Maar gegeven dat feit gaat hij wel heel merkwaardig met zijn smartphone om:
Met mijn duimnagel activeerde ik haar nummer.
Waarom staat dat daar zo? Het is onmogelijk om op een smartphone iets met je nagels uit te richten: op die kant van je vinger reageert een smartphone niet (zoals wel op een ouderwets mobieltje, met knopjes).
Je zou er verder over kunnen discussiëren of je op zo’n ding nog een nummer activeert. Strikt genomen is dat wel zo, maar feitelijk is dat nummer natuurlijk vrijwel geheel onzichtbaar, verborgen als het zit achter de naam van de beller (in dit geval, met ook wat ouderwets aandoende hoofdletters, BRANDA).
En dan: zou een jongere anno 2014 in een geval als dit nog zijn toevlucht nemen tot voicemail en terugbellen, in plaats van tot Whatsapp en sms? Natan verwijst wel even naar die mogelijkheid, dat er misschien een foto gestuurd zou zijn. En tot slot: als je dringend iets moet opzoeken over het nieuws, en je hebt een smartphone, waarom moet je dan met je laptop op de patio gaan zitten? En nu we het er toch over hebben: hoe komt het dat Natan in aflevering 7 dacht dat een tweet hooguit 40 tekens telde (in plaats van 140) om er meteen een te citeren die langer was? En waarom was een jongen die zo handig is op internet ook weer afhankelijk van de oude pornoblaadjes van zijn vader?
Het antwoord op die vragen lijkt me: het is de vader die hier feitelijk aan het werk is – een vader die je identificeert met de schrijver. En die kan eenvoudigweg ongeveer even handig met dat moderne spul omgaan als Wim Kok met een muis.
Ik begin steeds meer het gevoel te krijgen dat dit is wat er in dit boek gebeurt: je wordt helemaal niet geacht het verhaal je in detail voor te stellen (met die duimnagel op het glas van het scherm), je móét de verteller zien die de marionetten aan touwtjes vasthoudt omdat hij een verhaal vertelt dat persoonlijker is. Omdat hij een spel speelt met zijn eigen leven.
Dit is een boek over een spel dat A.F.Th. met zichzelf moet spelen. Een spel waarin hij noodgedwongen alle rollen moet vervullen. Ook die hij niet beheerst. Het geklungel met die smartphone krijgt zo iets ontroerends.
Tot slot iets anders: geen onderwerp in mijn volgblog heeft tot nu toe zoveel reacties veroorzaakt als de kwestie waarom opa Ban eigenlijk Ban heet. Ik kreeg meerdere voicemails handgeschreven brieven e-mails waarin mensen me erop wezen dat er in Amsterdam Zuid een Ban-straat is, zonder dat iemand overigens ophelderde waarom dat een verklaring zou zijn.
Nu blijkt het een beetje prozaïscher: het is een afkorting van Laban. Die naam is op zijn beurt weer allesbehalve prozaïsch, want Laban was in de bijbel de broer van Rebekka – en hier is hij haar vader. Alle familieverhoudingen liggen volkomen overhoop in President Tsaar.
De A-index van vandaag is 9.04 (hoog)
Laat een reactie achter