President Tsaar op Obama Beach op de voet gevolgd (49/60)
Deze zomer publiceren nrc.next en NRC Handelsblad fragmenten uit de roman President Tsaar op Obama Beach van A.F.Th. van der Heijden als feuilleton. De afleveringen verschijnen ’s ochtends <op de website van de krant>. In de loop van de dag blog ik een bespreking. Vandaag: aflevering 49.
Een oud, en waarschijnlijk nog steeds geldig advies voor jonge schrijvers is: neem goede schrijvers, lees hen nauwkeurig en maak je zo hun stijl eigen. Kijk de kunst af van de meesters – ook in de details.
Mijn ideaal zou daarom zijn: een stijlgids die gebaseerd is op de praktijk van de beste Nederlandse en Vlaamse schrijvers. In bestaande Nederlandse stijlgidsen zoek je op waar of wanneer je een komma ‘moet’ plaatsen en je vindt dan adviezen die gebaseerd zijn op nogal schimmige en vooral weinig inspirerende bronnen: wat zeggen bijvoorbeeld andere taaladviesboeken erover? Wat vindt een onduidelijke groep van ‘kritische taalgebruikers’ ervan? Zoek iets op in een Nederlandse stijlgids en er komt onherroepelijk een schoolmeester aan het woord.
Gevechtsvliegtuig
Wat ik zou willen: een stijlgids waarin je opzoekt wat de beste schrijvers in zo’n geval doen. Bijvoeglijk naamwoorden van landennamen? De meeste schrijvers schrijven Duits, maar Harry Mulisch schreef duits. Zodat je zelf kunt bepalen welke normen er zoal zijn en wie je zou willen volgen. Want dat is een ander probleem van bestaande stijlgidsen: dat de gebruiker zit te snakken om iemand die de knoop doorhakt; alsof een zeer groot deel van de Nederlandse bevolking inmiddels niet hoger opgeleid is, en gewend om zelf keuzes te maken.
Van der Heijden zou in een dergelijk boek ruim aan bod komen in het deel over leestekens. De driedubbele puntjes (‘…vanuit uw gevechtsvliegtuig…’) en de dubbele punt (‘veel harder dan bedoeld: de koptelefoon speelde haar parten’) waarover ik al eerder schreef in deze reeks.
Woordgroep
Ik zou ook graag het cursief opgenomen zien in dit boek. In de bestaande handboeken wordt vaak beweerd dat je een woord nadruk moet geven door accenten erop te plaatsen: dat ziet er dan zó uit, en dat zíét er niet uit, en bovendien vind je het ook volgens mij niet vaak bij de schrijvers die ik tot de canon zou willen rekenen. (Ik meen me te herinneren dat Harry Mulisch er ooit expliciet tegen geargumenteerd heet, maar ik kan het niet vinden.)
Van der Heijden doet het in ieder geval niet. Hij schrijft niet ‘Gaat u verder, menéér Kosinski’, maar ‘Gaat u verder, meneer Kosinski.’ (Ik ben even nagegaan of dit een redactionele ingreep was van de krant, maar ook in zijn romans doet Van der Heijden het zo.) Ik vind dat er aantrekkelijker uitzien dan met die rare diacritica, die bovendien alleen de klínker van het te benadrukken woord eruit laten spreken, terwijl het natuurlijk om het hele woord gaat, of zelfs om een hele woordgroep.
Taalgevoeligen
Ik weet niet zo goed waarom de door mij gedroomde stijlgids niet bestaat. De Nederlandse taalzorg is natuurlijk altijd meer in handen geweest van de Nederlandse schoolmeesters en niet van goede schrijvers; schoolmeesters die zich de afgelopen decennia niet langer op hun eigen autoriteit beroepen maar ook op een schimmige groep van ‘veel kritische taalgebruikers’.
Maar ik denk dat er eigenlijk best behoefte zou zijn aan een moderne gids, die niet speciaal ingaat op wat er volgens de goegemeente ‘correct’ is, maar voor wat er werkt bij de meest taalgevoeligen onder ons – de schrijvers. Zoals cursief in plaats van streepjes.
De A-index van vandaag is 7,24(benedengemiddeld).
De algehele A-index is 8,00 (stabiel)
Tot nu toe hebben we 14.160 a’s gelezen
Laat een reactie achter