President Tsaar op Obama Beach op de voet gevolgd (44/60)
Door Marc van Oostendorp
Deze zomer publiceren nrc.next en NRC Handelsblad fragmenten uit de roman President Tsaar op Obama Beach van A.F.Th. van der Heijden als feuilleton. De afleveringen verschijnen ’s ochtends <op de website van de krant>. In de loop van de dag blog ik een bespreking. Vandaag: aflevering 44. <blendle>
Als ik de redacteur van Van der Heijden was, zou ik een streep langs de eerste paar regels van de aflevering van vandaag zetten en daar dan met rode pen (in navolging van de schrijver zou ik met de hand schrijven, natuurlijk naast schrijven: HUH?
Want ik begrijp er geen moer van, wat daar allemaal gebeurt. Het lijkt wel een parodie!
Speciale naam
Ik snap om te beginnen dat woord paradoxparanoia niet. Het klinkt wel mooi vanderheijdenesk, dat parapara, maar ik begrijp eigenlijk niet wat de paradox is, en ook niet wat de paranoia is. Ja, als de tsaar datgene doet waarvan het Westen hem beschuldigt, dan denkt het westen dat dus terecht. Maar dat is toch geen paradox? En toch ook geen paranoia?
En dan, waarnaar verwijst dat negantia? Hij wordt van iets beschuldigd en zegt steeds luider dat het niet waar is? Hoe bijzonder is dat? Heeft dat een speciale naam nodig?
Afscheidscadeau
En waar gaat die beschuldiging precies over? En wat is het verband met het feit dat hij in de volgende alinea ineens is afgetreden? Is dat ook een uiting van paradoxparanoia? Of van negantia? Het lijkt iets met de gebeurtenissen te maken hebben, maar tegelijkertijd staat dat aftreden kennelijk op zichzelf, en is nog niet beslist dat hij gaat worden uitgeleverd aan het Internationaal Strafhof.
Ook het einde van deze aflevering is raar. Wat betekent de zin ‘De wet was het ware afscheidscadeau van de haviken aan hun geliefde president Tsaar, en tegelijk, hoe wonderlijk, een onderdeel van diens politieke erfenis.’ Ook hier wordt weer een paradox gesuggereerd (‘en tegelijk, hoe wonderlijk’), die er helemaal niet is. Hoezo is het wonderlijk dat iemand een afscheidscadeau krijgt in zijn eigen geest?
Duidelijker
En ook in het midden gaat er wel wat mis. Die zin die eindigt met ‘een val die een compleet internationaal instituut in de klemmen kon slaan, met omringende stad en regering en al, met volk en leger en intellect en alles’! Wat moeten we ons voorstellen bij dat laatste ‘intellect en alles’? Hoe zo wordt dat ‘in de klemmen geslagen’?
Misschien is dit een van de (overigens weinige) plekken waar Van der Heijdens montagetechniek scheefloopt. We weten dat hij uit een veel omvangrijker manuscript de 60 paneeltjes voor dit feuilleton heeft samengesteld. Heeft de schrijver hier te haastig een hoofdstuk samengevat waarin een en ander duidelijker wordt uitgelegd?.
De A-index van vandaag is 9,02 (heel hoog).
De algehele A-index is 8,01 (stabiel)
Tot nu toe hebben we 13.397 a’s gelezen
Gaston zegt
Ha, het zinnetje ‘Hoe bijzonder is dat?’ is een retorische vraag in het Nederlands van Mijn (Onze) Generatie. Impliciet antwoord: niet zo bijzonder. Maar kennelijk heb ik de laatste jaren zo vaak ‘Hoe leuk is dat?’ gehoord (antwoord: heel leuk), in het Nederlands van de Volgende Generatie dus, dat ik in eerste instantie antwoord: ‘Heel bijzonder’ – en vervolgens constateer dat jij dat hier niet kunt bedoelen.
Hoe interessant is dat?