Leuk verhaaltje, meneer Van Oosterdorp, maar: als iedereen maar wat aanklooit met die taal, kunnen we elkaars teksten niet meer lekker lezen / begrijpen – ik schrijf paartje, een ander paardje – wat wordt bedoeld? – of: vooruit vs voorruit – ik zou de tussen-n in samenstellingen wel weg willen: je spreekt de n in panneNkoek niet uit, maar toch moet hij worden geschreven – ellende dus – of de c/k-kwestie, ook zoiets – het zal me worst zijn of iemand accu of akku tikt, communicatie of kommunikatie – en dan nog dit: was het niet Multatuli die riep: als we het met de taal niet meer zo nauw nemen, nemen we het al snel nergens meer nauw mee? – maar wellicht begrijp ik uw statement niet zo goed en wilt u hooguit melden om ons niet te veel van uitzonderingen aan te treken – dat ben ik volkomen met u eens.
Zoals ik in het filmpje zeg: er is geen aanleiding om te denken dat er een wet nodig is om mensen zich aan elkaar te laten aanpassen. Mensen passen zich op allerlei gebied voortdurend aan elkaar aan, ook als het gaat om taal (om uitspraak bijvoorbeeld). Legio zijn bovendien de voorbeelden van spellingsystemen (de Engelse) en andere manieren van zaken noteren (muziek) die tot op zekere hoogte uniform zijn zonder dat er een wet aan te pas is gekomen.
Hoeveel mensen zouden zich ervan bewust zijn dat die wet überhaupt bestaat? Als we ons aanpassen aan de conventies van het Nederlands, hoeveel mensen doen dat dan omdat er een wet is, en hoeveel mensen doen dat omdat het vastgelegde en onderwezen conventies zijn (wat je, zoals je zegt, prima kunt hebben zonder een wet)?
Hoe het precies zit weten de meeste mensen waarschijnlijk niet, maar je moet de personen niet de kost willen geven die klagen dat ‘ze’ de spelling almaar veranderen. Dat geklaag schrijft grote autoriteit toe aan die ‘ze’.
Ook zonder spellingwet zullen mensen zich druk maken over de “fouten” die weer andere mensen maken. Of dacht je dat men in de Angelsaksische wereld (die zo gezegend is met “geen spellingwet”) zich niets aantrekt van de conventies (hoe men “in het algemeen spelt”) of zich probleemloos aanpast aan de medespellers? Men heeft er weliswaar geen “spellingwet”, het zijn er wel de gezaghebbende woordenboeken (gezag versus wet?) die zeggen “hoe het moet”, wat voor sommigen zonder meer gelijkstaat aan een wet. Bovendien is de Engelse spelling nu niet bepaald een voorbeeld …
Ik vraag me trouwens af of je niet te veel aandacht schenkt aan dat wettelijk aspect. Tuurlijk, de spelling is bij ons “bij wet geregeld”. O ja? Dan staat er ook bij dat die spelling alleen maar “moet” in het onderwijs en bij de overheid. Overal elders is er géén wet, of liever, hoef je je er niets van aan te trekken. Niemand belet je om hier of in je eigen tijd te spellen zoals je wilt, en ook waar de wet het anders voorschrijft, word je niet bepaald beboet of gestraft als je ‘Foert wet!” zegt. Het onjuiste idee dat er een wet is die voor iedereen en altijd en overal geldt, wordt tot treurens toe herhaald – impliciet dus ook door jou – en mensen die absoluut en nooit of te nimmer de spellingwet moeten toepassen, maken zich zo dik als een olifant om een spelling die ze niet eens hoeven te gebruiken en om regels die ze naast zich neer kunnen leggen.
Ik zou zeggen, laten we ons eens wat minder druk maken over spelling, regels én wet: het belang ervan is bepaald relatief, en hoe meer we dat vergeten, hoe meer we om de oren worden geslagen met “Moet dat niet zus?” en “Hoort dat niet zo?”.
Deze video roept op tot verzet tegen de Wet. Onmiskenbaar een daad van subversief handelen. Een openlijke poging tot ondermijning van de gevestigde Spellingsorde. Kan het zijn, dat het zonovergoten vakantieland Italië Marc van Oostendorp inspireert tot anarchistische taaltrekjes?
Een sympathieke video. Ik bedacht vandaag dat het Nederlands waarschijnlijk de enige taal is waarin het woord ‘spellingsstrijd’ een plaatsje heeft gekregen. Het bestaan ervan duidt op een grote betrokkenheid bij de taal.
In het aan wetten zeer rijke Italië bestaat een bijzonder populair gezegde: Fatta la Legge, trovato l’inganno. Een nieuwe wet is nog maar net gemaakt, of iemand heeft al een manier gevonden om er onderuit te komen.
En dan dit nog: is het spellingstrijd of spellingsstrijd ?
Het kan alletwee, altijd: als je de officiële spelling niet hoeft te volgen (je bent niet werkzaam – en letterlijk aan het werk – als ambtenaar of in het onderwijs) bepaal je het zelf, als je dat wel moet, mag je kiezen (de tussen-s is vrij). Er wordt wel eens vergeten dat de “Spellingwet” minder rigide is en meer toelaat dan men denkt (te weten).
Of alleen het Nederlands zo’n woord kent – in het Engels bestaat “spelling war” wel (i.v.m. andere landen weliswaar) – wil ik in het midden laten, maar de zaak zelf kent men elders ook.
In Duitsland leidde het protest tegen de zgn. Rechtschreibreform (een heel beperkte hervorming) tot bij het grondwettelijk hof in Karslruhe, dat in 1998 de nieuwigheden goedkeurde. Eerder hadden enkele regionale rechtbanken zich voor dan wel tegen uitgesproken. Zes jaar later – in 2005 zou alles definitief worden – wilden bepaalde kranten de hervorming terugdraaien, net zoals sommige deelstaten, terwijl andere dat niet wilden of maar half. Op enkele details na ging ze toch door, ondanks het verzet van diverse diehards.
In Frankrijk werd een “nieuwe spelling” (alweer heel beperkt) goedgekeurd door de Académie Française in 1990, maar ze werd nooit echt doorgevoerd. Dit voorjaar ontstond er weer heel wat commotie, omdat die nieuwe spelling vanaf volgend schooljaar wel zou worden toegepast (correcter: schoolboekuitgevers gaan ze voortaan hanteren, de oude spelling is niet verboden). Veel aandacht ging daarbij naar het verdwijnende ‘dakje’ (maître wordt maitre), wat prompt leidde tot de hashtag #jesuiscirconflexe. Iemand onderbouwde zijn afwijzing met dit (in geschreven taal krakkemikkige) voorbeeld:
– Je suis sûr ta soeur elle va bien.
– Je suis sur ta soeur elle va bien.
LOL dus, maar het voorbeeld klopt niet: bij homoniemen (sûr, sur) verdwijnt het dakje niet.
Misschien leuk als afsluiter: niemand minder dan William Shakespeare stak de draak met
de uit de (uitspraak)pas lopende Engelse spelling, toen hij Holofernes in Love’s Labour Lost liet argumenteren dat de uitspraak de spelling diende te volgen (en dat je de b in doubt en debt dus wel moet uitspreken) i.p.v. omgekeerd.
rudy h zegt
Leuk verhaaltje, meneer Van Oosterdorp, maar: als iedereen maar wat aanklooit met die taal, kunnen we elkaars teksten niet meer lekker lezen / begrijpen – ik schrijf paartje, een ander paardje – wat wordt bedoeld? – of: vooruit vs voorruit – ik zou de tussen-n in samenstellingen wel weg willen: je spreekt de n in panneNkoek niet uit, maar toch moet hij worden geschreven – ellende dus – of de c/k-kwestie, ook zoiets – het zal me worst zijn of iemand accu of akku tikt, communicatie of kommunikatie – en dan nog dit: was het niet Multatuli die riep: als we het met de taal niet meer zo nauw nemen, nemen we het al snel nergens meer nauw mee? – maar wellicht begrijp ik uw statement niet zo goed en wilt u hooguit melden om ons niet te veel van uitzonderingen aan te treken – dat ben ik volkomen met u eens.
Marc van Oostendorp zegt
Zoals ik in het filmpje zeg: er is geen aanleiding om te denken dat er een wet nodig is om mensen zich aan elkaar te laten aanpassen. Mensen passen zich op allerlei gebied voortdurend aan elkaar aan, ook als het gaat om taal (om uitspraak bijvoorbeeld). Legio zijn bovendien de voorbeelden van spellingsystemen (de Engelse) en andere manieren van zaken noteren (muziek) die tot op zekere hoogte uniform zijn zonder dat er een wet aan te pas is gekomen.
Lucas Seuren zegt
Hoeveel mensen zouden zich ervan bewust zijn dat die wet überhaupt bestaat? Als we ons aanpassen aan de conventies van het Nederlands, hoeveel mensen doen dat dan omdat er een wet is, en hoeveel mensen doen dat omdat het vastgelegde en onderwezen conventies zijn (wat je, zoals je zegt, prima kunt hebben zonder een wet)?
Marc van Oostendorp zegt
Hoe het precies zit weten de meeste mensen waarschijnlijk niet, maar je moet de personen niet de kost willen geven die klagen dat ‘ze’ de spelling almaar veranderen. Dat geklaag schrijft grote autoriteit toe aan die ‘ze’.
HC zegt
Ook zonder spellingwet zullen mensen zich druk maken over de “fouten” die weer andere mensen maken. Of dacht je dat men in de Angelsaksische wereld (die zo gezegend is met “geen spellingwet”) zich niets aantrekt van de conventies (hoe men “in het algemeen spelt”) of zich probleemloos aanpast aan de medespellers? Men heeft er weliswaar geen “spellingwet”, het zijn er wel de gezaghebbende woordenboeken (gezag versus wet?) die zeggen “hoe het moet”, wat voor sommigen zonder meer gelijkstaat aan een wet. Bovendien is de Engelse spelling nu niet bepaald een voorbeeld …
Ik vraag me trouwens af of je niet te veel aandacht schenkt aan dat wettelijk aspect. Tuurlijk, de spelling is bij ons “bij wet geregeld”. O ja? Dan staat er ook bij dat die spelling alleen maar “moet” in het onderwijs en bij de overheid. Overal elders is er géén wet, of liever, hoef je je er niets van aan te trekken. Niemand belet je om hier of in je eigen tijd te spellen zoals je wilt, en ook waar de wet het anders voorschrijft, word je niet bepaald beboet of gestraft als je ‘Foert wet!” zegt. Het onjuiste idee dat er een wet is die voor iedereen en altijd en overal geldt, wordt tot treurens toe herhaald – impliciet dus ook door jou – en mensen die absoluut en nooit of te nimmer de spellingwet moeten toepassen, maken zich zo dik als een olifant om een spelling die ze niet eens hoeven te gebruiken en om regels die ze naast zich neer kunnen leggen.
Ik zou zeggen, laten we ons eens wat minder druk maken over spelling, regels én wet: het belang ervan is bepaald relatief, en hoe meer we dat vergeten, hoe meer we om de oren worden geslagen met “Moet dat niet zus?” en “Hoort dat niet zo?”.
Gerrit Van Oord zegt
Deze video roept op tot verzet tegen de Wet. Onmiskenbaar een daad van subversief handelen. Een openlijke poging tot ondermijning van de gevestigde Spellingsorde. Kan het zijn, dat het zonovergoten vakantieland Italië Marc van Oostendorp inspireert tot anarchistische taaltrekjes?
Een sympathieke video. Ik bedacht vandaag dat het Nederlands waarschijnlijk de enige taal is waarin het woord ‘spellingsstrijd’ een plaatsje heeft gekregen. Het bestaan ervan duidt op een grote betrokkenheid bij de taal.
In het aan wetten zeer rijke Italië bestaat een bijzonder populair gezegde: Fatta la Legge, trovato l’inganno. Een nieuwe wet is nog maar net gemaakt, of iemand heeft al een manier gevonden om er onderuit te komen.
En dan dit nog: is het spellingstrijd of spellingsstrijd ?
HC zegt
Het kan alletwee, altijd: als je de officiële spelling niet hoeft te volgen (je bent niet werkzaam – en letterlijk aan het werk – als ambtenaar of in het onderwijs) bepaal je het zelf, als je dat wel moet, mag je kiezen (de tussen-s is vrij). Er wordt wel eens vergeten dat de “Spellingwet” minder rigide is en meer toelaat dan men denkt (te weten).
Of alleen het Nederlands zo’n woord kent – in het Engels bestaat “spelling war” wel (i.v.m. andere landen weliswaar) – wil ik in het midden laten, maar de zaak zelf kent men elders ook.
In Duitsland leidde het protest tegen de zgn. Rechtschreibreform (een heel beperkte hervorming) tot bij het grondwettelijk hof in Karslruhe, dat in 1998 de nieuwigheden goedkeurde. Eerder hadden enkele regionale rechtbanken zich voor dan wel tegen uitgesproken. Zes jaar later – in 2005 zou alles definitief worden – wilden bepaalde kranten de hervorming terugdraaien, net zoals sommige deelstaten, terwijl andere dat niet wilden of maar half. Op enkele details na ging ze toch door, ondanks het verzet van diverse diehards.
In Frankrijk werd een “nieuwe spelling” (alweer heel beperkt) goedgekeurd door de Académie Française in 1990, maar ze werd nooit echt doorgevoerd. Dit voorjaar ontstond er weer heel wat commotie, omdat die nieuwe spelling vanaf volgend schooljaar wel zou worden toegepast (correcter: schoolboekuitgevers gaan ze voortaan hanteren, de oude spelling is niet verboden). Veel aandacht ging daarbij naar het verdwijnende ‘dakje’ (maître wordt maitre), wat prompt leidde tot de hashtag #jesuiscirconflexe. Iemand onderbouwde zijn afwijzing met dit (in geschreven taal krakkemikkige) voorbeeld:
– Je suis sûr ta soeur elle va bien.
– Je suis sur ta soeur elle va bien.
LOL dus, maar het voorbeeld klopt niet: bij homoniemen (sûr, sur) verdwijnt het dakje niet.
Misschien leuk als afsluiter: niemand minder dan William Shakespeare stak de draak met
de uit de (uitspraak)pas lopende Engelse spelling, toen hij Holofernes in Love’s Labour Lost liet argumenteren dat de uitspraak de spelling diende te volgen (en dat je de b in doubt en debt dus wel moet uitspreken) i.p.v. omgekeerd.