President Tsaar op Obama Beach op de voet gevolgd (59/60)
Deze zomer publiceren nrc.next en NRC Handelsblad fragmenten uit de roman President Tsaar op Obama Beach van A.F.Th. van der Heijden als feuilleton. De afleveringen verschijnen ’s ochtends <op de website van de krant>. In de loop van de dag blog ik een bespreking. Vandaag: aflevering 59
Ach, nu is President Tsaar al bijna voorbij, en er is nog zoveel niet gezegd. Ik wilde me in deze reeks onder andere laten inspireren door Thomas Vaessens Geschiedenis van de moderne Nederlandse letterkunde en Van der Heijdens verhaal kunt zien als een romantisch verhaal (de nobele eenling die strijdt voor het goede) of als een postmodernistische worsteling met de onkenbaarheid worsteling met de werkelijkheid. Je kunt zelfs een betrekkelijk korte tekst als deze best op al die manieren lezen. Ik wilde nog schrijven over de wonderlijke dialogen, ik wilde nog alle dieren op een rijtje zetten die erin voorkomen (spoiler alert: lieveheersbeestjes en meeuwen kunnen beide vliegen). Ik wilde Van der Heijden, die het Groot Dictee gaat schrijven en in het kader daarvan in een interview beweerde dat je als je niet kunt spellen ook niet kunt denken, door de spellingcontrole halen. Maar het gaat er niet meer van komen.
Het enige wat we nog kunnen doen, is een vergelijking trekken met Oorlog en vrede. En dat niet alleen omdat er in dit boek een beknopte theorie over het verschil tussen beide uiteengezet wordt (‘Vrede is eindig, oorlog eeuwig’), maar ook omdat je beide kunt begrijpen als een betoog over de geschiedenis.
Tolstojs roman is deels een uitvoerig bezwaar tegen het romantische idee dat de geschiedenis geleid wordt door geniale leiders zoals Napoleon Bonaparte. Eigenlijk doet bij grootse gebeurtenissen iedereen zomaar wat, zegt Tolstoj, ook die zogenaamde leiders. En de geschiedenis is de toevallige uitkomst van die voortdurende samenloop van omstandigheden.
Dat lijkt wel een beetje op de theorie van de totale verknooptheid waarop Natan en president Tsaar elkaar lijken te vinden. Er zijn geen uiteindelijke verantwoordelijken, de gebeurtenissen zijn daarvoor op een paradoxale manier tegelijkertijd te veel gedetermineerd én te afhankelijk van toevalligheden. Zodat een leugenaar en geldwolf en schurk als de tsaar uiteindelijk overal mee weg komt.
Het zal iets te maken hebben met de blik van de romanschrijver, die overeenkomst tussen Tolstojs blik en die van Van der Heijden. Zoals President Tsaar hier memoreert, wordt de visie overigens ook gedeeld door vadertje Stalin: ‘De dood van een enkele mens is een tragedie… die van een paar honderd tegelijk valt onder de statistiek.’ De geschiedenis als geheel is een amorf en zinloos gebeuren – je moet er het verhaal van enkele individuen uithalen om de lijn te zien.
Dat betekent natuurlijk ook dat het op ieder niveau ellende is: de statistiek van de geschiedenis, de tragedie van het verhaal. Vanuit welk denkraam je ook naar het leven kijkt, het is nooit goed.
De A-index van vandaag wordt niet meer doorgerekend.
x
Maurice Dumont zegt
“De geschiedenis als geheel is een amorf en zinloos gebeuren – je moet er het verhaal van enkele individuen uithalen om het verhaal te zien.”
Een bijna geweldig motto voor de literatuurles. Bijna, vanwege dat dubbele ‘verhaal’. Als je het tweede ‘verhaal’ nog door een beter woord kunt vervangen, lijst ik ‘m in voor achter de lessenaar.