Een geschiedenis van het Nederlands in 196 sonnetten (87)
Het Nederlandse sonnet bestaat 451 jaar. Hoe is het de taal in die tijd vergaan?
Door Marc van Oostendorp
De huidige tijd heeft zijn comfortzone, zijn waarde creëren en zijn verbinding zoeken, maar de vroege negentiende eeuw had zijn vlekloos bloed. Het was zo’n frase die je bij bepaalde dichters als het ware om de haverklap tegen komt, al spande Willem Bilderdijk wel de kroon:
Bij vlekloos bloed een stil en needrig lot; –
Een peinzend oog, doorstraald van zacht genoegen; –
Een juist verstand, – een hart vervuld van God; –
En kalmen moed bij zielevreê te voegen:Ziedaar wat meer dan ’t weeldrig vreugdgenot,
Dan al de roem van ’t noeste letterploegen,
Dan mijnroof is, waarom de harten zwoegen,
Maar dien de dood, de zorg, de vrees bespot!O Dierbre gift van vlijt noch lotgeval,
Maar van den Bouw- en Vrijheer van ’t heelal,
Wie dankt voor u, wie voelde u ooit naar waarde?Dien schokk’ de storm of blaak de Zuiderzon;
Hij derft geen steun, geen zuivre lavingbron,
Maar overleeft den val der zinkende aarde.
Bilderdijk gebruikte de uitdrukking bijvoorbeeld ook in Bruilofs slotlied:
De zuivre Moederbron moet op zijn lippen vloeien
En storten vlekloos bloed by ’t eerst gebruisch van ’t hart
In de aadren, bevende van zoete levenssmart
En in Heiland:
Jezus gaf zijn vlekloos bloed!
Juicht, o vloekgenooten!
Via Google Books en de DBNL vind je nog heel veel voorbeelden, vaak van dichters die zo te zien in dezelfde orthodox-christelijke hoek zaten als Bilderdijk en/of bewonderaars van hem waren. Als het metrisch beter uitkwam gebruikten de heren ook vlekkeloos. Bilderdijk:
In ’t streven
Gesteven
Door christenenmoed,
Gewasschen
In plassen
Van ’t vlekkeloos bloed.
Dat vlekkeloos bloed klinkt in moderne oren wat mal, volgens mij omdat je het vooral associeert met het doen van een inspanning (‘een vlekkeloos parcours’, ‘de vertaling is niet vlekkeloos’ geeft Van Dale als voorbeelden, al zegt het woordenboek zelf niets over die inspanning). Vlekloos heeft die associatie niet; omdat het niet of zelden voorkomt heeft het geen extra associaties kunnen verwerven en betekent het dus alleen letterlijk: zonder vlek.
Vaak gebruikten Bilderdijk en de uitdrukking om het bloed van Jezus te benoemen, maar niet altijd. In het sonnet hierboven is het bijvoorbeeld naar mijn idee niet het geval en is het de gelovige die in ieder geval moet streven naar vlekloosheid. Hoe dan ook, heeft de uitdrukking het niet gehaald. Na Bilderdijks dood is hij voor zover valt na te gaan niet meer gebruikt – misschien omdat het niet zo’n populair onderwerp van gesprek meer is. Tegenwoordig praten we liever over comfortzones.
John Wervenbos zegt
Interessant blogartikel over niet onbelangrijk onderwerpen, (1) sonetten en (2) onbevlektheid. Met belangstelling gelezen en overdacht.