Door Marc van Oostendorp
Tijd en ruimte: in taal lopen ze in elkaar over, maar hoe precies? Je gebruikt soms dezelfde voorzetsels:
- De kat ligt voor het huis.
- Ik kom voor middernacht naar huis.
Om precies te zijn, zegt de Utrechtse semanticus Rick Nouwen in een nieuw artikel, gebruiken we in dit geval een horizontale dimensie van de ruimte (voor-achter) om de tijd weer te geven. De andere horizontale dimensie gebruiken we nooit: in geen enkele taal zeg je voor zo ver bekend ‘hij kwam links van middernacht thuis’.
Met de verticale dimensie zit het wat anders: je kunt ook niet zeggen ‘ik kom onder middernacht naar huis’, maar soms kun je wel degelijk tijd aanduiden met zo’n verticale schaal:
- Deze printer is opgewarmd in onder de honderd seconden.
Temperaturen worden, zegt Nouwen, altijd gemeten in verticale schalen:
- Bij een lichaamstemperatuur voor de 35 graden krijg je het moeilijk. [uitgesloten]
- Bij een lichaamstemperatuur onder de 35 graden krijg je het moeilijk.
Twee keer zo laat
Hoe komt dat? Neem eerst de twee voorbeelden van tijd. Een verschil in onze natuurlijk beleving van tijd, zegt Nouwen, is dat het verticale vlak gebonden is: er is een natuurlijke onderkant, de vloer, en de ruimte gaat daaronder als het ware nooit verder. Het horizontale vlak strekt zich daarentegen in beide richtingen eindeloos uit; of als het begrenst wordt, dan op een veranderlijke, willekeurige manier.
Dat geeft de verschillende tijdsbelevingen weer. Bij het eerste voorbeeld hebben we het over de tijd als iets op de klok die almaar doordraait. Er is daar geen natuurlijk nul-punt, in ieder geval niet in onze gedachten: ook middernacht fungeert niet als zodanig. Je kunt bijvoorbeeld ook niet zeggen dat het om vier uur ’s middags ’twee keer zo laat is’ als om acht uur ’s ochtends. De tijd strekt zich op deze manier bezien dus eindeloos naar voor en naar achteren (daar is de metafoor) uit.
Alledaagse schaal
In het voorbeeld van de printer nemen we een portie van de tijd. Hier is wel een natuurlijk nulpunt: een hypothetische printer die in nul seconden is opgewarmd – sneller kan niet. Om die reden kun je dan ook van een andere printer, die in 50 seconden is opgewarmd, zeggen dat hij twee keer zo snel warm wordt.
Ook temperaturen plaatsen we kennelijk op zo’n verticale schaal. Als het in mijn huis 30 graden is en in het jouwe 15, dan is het bij mij twee keer zo warm. Het is een beetje vreemd, zegt Nouwen, want in temperatuur kun je natuurlijk wel degelijk ook onder de nul zakken, en we voor het alledaagse gevoel zonder dat daar een natuurlijke, vaste grens aan zit: een wetenschappelijke ontdekking als het absolute nulpunt haalt het normaliter niet tot het taalgevoel. Maar kennelijk is de 0 op de alledaagse schaal van Celsius aan beide kanten een begrenzing, en wel een absolute.
David van der Vliet zegt
De “twee keer zo warm”-verklaring vind ik nog niet heel erg sterk. Nouwen geeft ook maar drie voorbeelden van dit gebruik dus ik vraag me af of het toevalstreffers zijn of algemeen geaccepteerd taalgebruik.
Er bestaat geen antwoord op de vraag “wat is twee keer zo warm als 0 graden?”. Een Eskimo die gewend is aan temperaturen van -10 graden zal -5 graden vast niet twee keer zo warm vinden (denk ik tenminste; het rekent ook wat lastiger). En een kamertemperatuur van 40 graden vind ik oneindig veel warmer dan een kamertemperatuur van 20 graden en niet twee keer. Ik vraag me daarom af of het wel zo gebruikelijk is om 0 graden als referentie te gebruiken in combinatie met “zoveel keer warmer/kouder”. Een zin als “het is 5 graden warmer dan normaal voor deze maand” vind ik gebruikelijker en ook ondubbelzinnig.
Marc van Oostendorp zegt
Nouwen brengt dit argument ook wel met de nodige voorzichtigheid. Dat je niet weet wat twee keer zo warm is als nul graden is weer niet zo’n sterk tegenargument, vind ik: het is bijvoorbeeld ook niet duidelijk wat twee keer zo ver weg is als 10 meter.
David van der Vliet zegt
20 meter lijkt me twee keer zo ver weg als 10 meter. Hier is namelijk wel een nulpunt (afstanden kunnen niet negatief zijn). 20 Meter afleggen kost twee keer zoveel energie, twee keer zoveel tijd e.d.
Dat 30 graden twee keer zo warm is als 15 graden blijf ik raar vinden. Misschien is dat omdat ik het meer natuurkundig benader waarbij 0 graden gelijk is aan 32 Fahrenheit en 273 Kelvin en dus eigenlijk volkomen willekeurig (0 graden had ook de temperatuur van een paardenkop kunnen zijn als Meneer Celsius dat leuk vond). Ik denk dat deze kennis ook m’n taalgevoel beïnvloedt 🙂
Florine zegt
Twee keer zo warm vind ik een heel raar begrip, de fysicus in mij wil dat hooguit in de Kelvin-schaal toestaan. En dan is kamertemperatuur 293 K, twee keer zo warm komt niet veel voor. Aan de andere kant voelt 20 graden (Celsius) misschien wel twee keer zo warm als 15 graden.
Zou het gebruik van boven en onder bij temperaturen niet gewoon van ouderwetse (kwik)thermometers komen? Hoe hoger het kwik, hoe hoger de temperatuur…
Florine zegt
Toch een voorbeeld van boven/onder in de tijd: Er zijn wel mensen die ‘onder de middag’ zeggen voor lunchtijd. Waarvoor ik ’tussen de middag’ zeg, wat pas echt raar is (tussen de middag en wat?).
Peter-Arno Coppen zegt
‘(niet) onder het eten’ is dacht ik wel gebruikelijk. En hoe zit het met ‘over drie dagen’? Dat lijkt twee betekenissen te hebben: vanaf nu gerekend drie dagen later, maar ook een soort overspannende betekenis. Misschien nog duidelijker in ‘Het heeft over de volle drie dagen geregend.’ Hoe dan ook, de ruimtelijke dimensie is hier in elk geval wel deels verticaal, min of meer hetzelfde als bij ‘niet onder het eten,’ waarbij er ook een soort horizontale uitgestrektheid onder de uitgestrektheid van het eten wordt uitgedrukt.
David van der Vliet zegt
Interessant. Nu besef ik dat je “onder het eten” kan zeggen omdat er een soort nulpunt, een bodem is op ’t moment dat je gaat eten. Een kwartier eerder ben je namelijk niet aan ’t eten maar aan ’t koken. En als je “voor het eten” zegt dan refereer je eigenlijk naar de (doorlopende) dag en “voor” refereert dan naar een tijdstip voor 6 uur ’s avonds. Als je dat doortrekt naar “onder de middag” dan zou de middag eerder refereren naar een bezigheid vergelijkbaar met eten en niet naar het tijdstip vanaf 12 uur ’s middags. En die bezigheid is, zoals Florine schrijft, dus de lunchtijd. Dat verklaart dat “onder de middag” gewoon “onder het eten” betekent.
Florine zegt
Grappig. ‘Onder het eten’ associeer ik met woorden als onderwijl en ondertussen (!) en eigenlijk niet direct met boven / onder. ‘Onder de middag’ begrijp ik niet zo omdat voor mij de middag vooral de hele periode van pakweg 12 tot 18 uur is, en niet zozeer ‘het middageten’. Maar inderdaad, dan is het toch analoog.
‘Tussen de middag’ is dan het moment dat tussen de ochtend en de middag in zit. En in die zin stel ik me ‘onder de middag’ voor als: de dag (of de tijd) is een stapel tijdsblokken, met op het blok ‘ochtend’, een blok ‘middag’. En daartussen, net onder de middag… Afijn.
Peter-Arno Coppen zegt
Ik weet niet zeker of het vergelijkbaar is met die andere dimensie, want je hebt in ieder geval niet ‘een kwartier onder het eten’ met de betekenis van ‘een kwartier na het nulpunt waarop je met eten begint.’ Met andere woorden, je kunt geen relatieve maat hiermee verbinden, wat wel gaat in die horizontale dimensies.
Ik zie het meer als een soort overkoepeling van een tijdsspanne (dat woord geeft het eigenlijk al aan): het eten overspant een bepaalde periode. Dat is wel een verticale dimensie, maar daar blijft het dan ook bij.
Marc van Oostendorp zegt
Uiteindelijk kom je uit bij een soort Reichenbachiaans model van de tijd als een aantal parallelle horizontale lagen boven elkaar. Het interessante daarvan heb ik altijd gevonden dat dit model ook lijkt op autosegmentele fonologie – eveneens een manier om de tijd te representeren, zij het op microschaal.
Er bestaat ook nog de uitdrukking ‘over een uur’, die je ook op deze manier kunt begrijpen.
Peter-Arno Coppen zegt
Ja inderdaad! Dat is een inzichtelijke vergelijking. Alhoewel ‘over een uur’ niet die duurbetekenis heeft maar wel het eindpunt van een overspanning aanduidt.
Drabkikker zegt
En dan heb je natuurlijk nog het Engelse let’s discuss this over lunch e.d., wat gewoon ’tijdens de lunch’ betekent maar bij mij altijd het letterlijke beeld oproept van “over de lunchtafel heen praten”. Of zou dat inderdaad de achterliggende metafoor zijn?