Door Marc van Oostendorp
Veel taalwetenschappers vragen zich over taalfilosofie af wat andere mensen zich over taalwetenschap afvragen: waar is het allemaal voor nodig?
Het antwoord is in allebei de gevallen natuurlijk hetzelfde: als je op zijn minst wilt begrijpen hoe ingewikkeld alles in het mensenleven is, moet je beginnen te begrijpen wat iets wonderlijks de taal is die zo’n belangrijk deel vormt van ons leven, ons denken, ons samenzijn.
We weten er zo weinig van. Deze week raakte ik bijvoorbeeld aan de praat met een postdoc hier op het instituut over de vraag: wat betekent het als je zegt dat we een taal kennen, zoals de Engelse omschrijving luidt (to know a language) of spreken, zoals wij doorgaans zeggen?
Product van de geest
Een taal kennen suggereert dat de taal iets is dat buiten ons ligt en waar we door te leren ons brein op de een of andere manier toegang toe geven. De bioloog Piatelli-Palmarini noemt dat een ‘Platonische’ kijk op taal (in dit artikel; dat was waar onze discussie over ging): de taal is een abstract object zoals bijvoorbeeld de wiskunde dat zich in de Platonische hemel van abstracte voorwerpen bevindt. De mens kan op de een of andere manier een glimp opvangen van die Platonische hemel met zijn brein.
De alternatieve visie, die dichter aanligt tegen ons idioom van ‘een taal spreken’, zegt dat de taal juist uit ons voortkomt: het is gemaakt door ons en het draagt daar ook de kenmerken van – de imperfecties van het biologische wezen dat de menselijke geest is, vind je terug in het product van die geest. Piatelli-Palmarini is een aanhanger van die gedachte, die hij probeert te bewijzen door enkele eigenaardigheden aan te wijzen die alle bekende menselijke talen hebben en die je eigenlijk alleen kunt verklaren door aan te nemen dat taal geen puur abstract concept is, maar een product van de geest.
Onvolmaakte hersentjes
(Piatelli-Palmarini’s voorbeeld is een beetje ingewikkeld, maar hier is een wat simpelere versie. Veel talen hebben woorden die zoiets betekenen als iets (minstens één element van de verzameling) betekenen en alles (de hele verzameling) en niets (geen enkel element uit de verzameling). Maar er bestaat geen enkele taal die dit setje complementeert met het logische woord nalles, dat zou beketenen ‘niet de hele verzameling, minstens één element niet’. Gezien het feit dat het zo logisch is om zo’n woord te hebben, moet die beperking op wat menselijke taal kan wel voortkomen uit een eigenaardigheid van onze geest.)
Het rare van deze discussie is dat je je (of in ieder geval: dat ik me) allebei de standpunten kan voorstellen. Natuurlijk is taal iets dat minstens deels buiten me ligt en dat ik kan leren kennen. Natuurlijk is taal iets dat gevormd en beperkt wordt door onze arme onvolmaakte hersentjes.
Eigenlijk
Het is heel verontrustend om dan te zien dat grote geesten heel overtuigd kunnen zijn dat het natuurlijk maar een van de twee is – en dat verschillende grote geesten een andere kant van het debat kiezen. En het is heel verontrustend om te beseffen dat ze ook niet allebei waar kunnen zijn.
En dan naar je werk te gaan en vrolijk onderzoek te doen naar taal. Alsof je enig idee hebt waar je het eigenlijk over hebt.
Johan Rooryck zegt
Over de onmogelijkheid van *nalles, zie het proefschrift en het verdere werk van Dany Jaspers (2005) ‘Operators in the lexicon. On the negative logic of natural language.’ en https://www.researchgate.net/profile/Dany_Jaspers/publications
Gerrit Berveling zegt
No he tenido ningunas vacaciones en los últimos dos años is volgens mij gewoon taalgebruik – en tocjh met de meervoudsvorm van ningún. dat iets niet bestaat in NL of Engels wil nog niet zeggen, in geen enkele taal.
Marc van Oostendorp zegt
Ik weet niet zeker of ik begrijp wat je bedoelt, maar dit voorbeeld lijkt me niet relevant. Ningunas vaccaciones betekent in dit geval: geen vakantiedagen. Waar we naar op zoek zijn is één woord dat betekent: niet allemaal. Dat komt niet voor in het Engels, niet in het Nederlands, en niet in enige andere bekende taal. Zie inderdaad het werk van Jaspers, waarnaar Rooryck hierboven verwijst.
Pavel Rudnev (@pavelrudnev) zegt
‘Ningún’ is misschien geen goed tegenvoorbeeld, want het betekent gewoon ‘niets’ of ‘geen’, d.w.z. NEG+één. *nalles is het dus niet.
Drabkikker zegt
Maar ningún betekent “geen enkele”, Wat hier bedoeld wordt is “niet alle”.
Drabkikker zegt
(Ho, dat zei Marc dus intussen ook al.)
JamesSjaalman zegt
Het ontbreken van “nalles” suggereert wel dat er in de (iedere?) taal een unaire NOT aanwezig is. Het vreemde is dat in de meeste (alle?) computertalen dat precies zo is. En daar ontbreekt ook vaak de “nalles” , maar is wel .ne. aanwezig, terwijl NOT ( a .eq. b) ook zou volstaan. Kennelijk werkt de menselijke geest anders voor verzamelingen dan voor scalairen.